Na zes jaar is prinses Beatrix weer op Aruba. Projecten om de natuur te herstellen staan dit keer centraal. Met als hoogtepunt de bedreigde Arubaanse papegaai die op uitsterven staat.
De prinses maakt tijdens haar bezoek kennis met verschillende herstelprojecten van natuurorganisatie Fundacion Parke Nacional Aruba (FPNA). Hoogtepunt was het bezoek aan een natuurreservaat van de Arubaanse papegaai, de ‘lora’. De natuurorganisatie heeft een project om de papegaai binnenkort te herintroduceren in de natuur en de prinses kreeg een speciale rondleiding.
Arubaanse papegaai
De Arubaanse papegaai is haast niet meer in het wild te zien, omdat hij vaak door stropers wordt gevangen of wordt geweerd omdat hij schade aanricht aan de landbouw, aldus FPNA. Afgelopen jaar werden 33 wilde papegaaien in een illegale vangst gevonden en overgedragen aan de natuurorganisatie. Daarvan hebben 25 het overleefd en de FPNA werkt aan het terugbrengen van deze inheemse soort in de natuur.
Gisteren kreeg de prinses de eerste groep van negen papegaaien te zien die de komende maanden terug in het wild gebracht zullen worden en kon ze de papegaaien pinda’s en Arubaanse neem-bonen voeren.
“Na tachtig jaar hebben we weer Arubaanse papegaaien”, vertelt Natuurminister Ursell Arends (Raiz) aan de prinses. “Heel mooi. We hebben vandaag mooie dingen op de agenda staan”, reageert ze glimlachend.
Als beschermvrouwe van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) was de prinses vrijdagmiddag aanwezig op een symposium van de organisatie over ‘natuur-gebaseerde’ oplossingen voor natuurbehoud en herstel van ecosystemen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Herstelprojecten
Een dag eerder kreeg de prinses verschillende herstelprojecten op Aruba te zien. Zo kreeg ze een rondleiding bij het water- en natuurgebied Spaans Lagoen, die voor zeventig hectare bestaat uit mangroven en beschermd gebied is.
Dit mangrovebos wordt door landerosie bedreigd en daar probeert de natuurorganisatie met het herstelproject te voorkomen door sedimentvallen te plaatsen bij Rooi taki, Rooi Lamoenchi en Rooi Bringamosa. Hierdoor worden de rode en zwarte mangroven die daar groeien behouden. “Zo pakken we het probleem aan bij de kern”, stelt Giancarlo Nunes van FPNA.
De prinses maakte ook kennis met de Arubaanse holenuil, de shoco, een inheems dier die inmiddels het nationaal symbool van het eiland is geworden en kreeg ze uitleg over het koraalherstelproject van FPNA waarbij er kunstriffen gebruikt worden om de koralen te herstellen. Beide projecten maken onderdeel van een groter project, ‘Turning the Tide’, dat de FPNA uitvoert.
Verder kreeg de prinses tijdens het symposium ook voorbeelden te zien van herstelprojecten op de andere Caribische eilanden van het Koninkrijk. De projecten dienen als voorbeeld van hoe de natuurconservatieparken van elkaar kunnen leren en samenwerken aan het verhogen van de biodiversiteit.