Foto: Stanley Brown

WILLEMSTAD – De vrouwen van Curaçao beseffen niet hoe belangrijk hun bijdrage was, vóór, tijdens en na de opstand van 30 mei 1969. De meeste aandacht gaat naar de mannelijke vakbondsleiders die op die dag voorop liepen. De rol van de vrouwen blijft onderbelicht.

Dat concludeert Aisha Leer. Zij onderzoekt de rol van vrouwen tijdens en na de opstand van 30 mei 1969. Ze doet het onderzoek voor haar promotie Culturele Antropologie aan de University of Curaçao.

Foto: Nationaal Archief

Trinta di Mei

De Curaçaose Trinta di Mei is de grote volksopstand die in 1969 ontstond uit een staking van Shell-arbeiders onder leiding van de vakbonden, waarbij zelfs twee doden vielen. Het was een keerpunt in de verhoudingen op het eiland en in de bewustwording en emancipatie van Antillianen. Lees hier meer over hoe het eraan toeging op 30 mei 1969: ‘Ik zag mijn eiland branden en ik wist dit is een wake-up call’.

Eén van de vrouwen was Emmy Henriquez. Zij was betrokken bij de beweging Vitó, een blad over de onvrede op Curaçao in 1969. Henriquez heeft 10 dagen gevangen gezeten en raakte haar baan kwijt.

“Vrouwen uit de arbeidersklasse beseffen niet dat zij op 30 mei een belangrijke rol hebben gespeeld. Het zijn niet alleen de mannen die geleden hebben en verandering teweeg hebben gebracht”, benadrukt Aisha. “Dit blijft naar voren komen in mijn onderzoek.”

 Aisha Leer in gesprek met Dulce Koopman

De meeste van de geïnterviewde vrouwen in het onderzoek van Leer maken deel uit van de arbeidersklasse en zijn donkergekleurde mensen. “Na 30 mei merkten ze wel dat er naar hun werd geluisterd.”

Aisha Leer. Foto: Dulce Koopman

Voor de revolutie van 30 mei 1969, waren de vrouwen van Curaçao al activisten. Bovendien staat de revolutie op Curaçao niet los van het emancipatieproces dat in het Caribisch Gebied plaatsvond. Dit legt Myrtha Leetz-Cijntje, voorzitter van Sentro di Dama (SEDA, Centrum voor Vrouwen) uit. Na de opstand begon men een erkenning te geven aan vrouwen.

Leetz-Cijntje benadrukt dat de vrouw altijd een grote rol heeft gespeeld bij de emancipatie. “De vrouw was vooral de steun van de nieuwe professionelen, van jongeren waar ik zelf ook toe hoorde na 30 mei. De beweging van 1969 heeft ervoor gezorgd dat vrouwen streden voor een plek in het bestuur van de vakbonden.”

Positie
Op de vraag of de positie van de vrouw verbeterd is na de opstand van 1969, zegt Leetz-Cijntje dat er een veel grotere bewustwording plaatsvond. “De vrouw werd ook bewuster van de veranderingen die moesten plaatsvinden en ook de marginalisatie van de arbeid tussen die van mannen en vrouwen.”

Myrtha Leetz-Cijntje in gesprek met Dulce Koopman

De vrouw moet nog steeds strijden om haar doel te bereiken. “De macho invloed valt nog steeds op in onze gemeenschap”, zegt Omayra Leeflang. De oud-minister is ervan overtuigd dat de vrouwelijke politicus nog een lange weg heeft te gaan om in de macho wereld te overleven.

Emmy Henriquez. Bron: Krant Amigoe, april 1970

Leeflang zegt dat vóór de actie van 30 mei, er al een strijd voor sociale rechtvaardigheid was. Leeflang, die 15 jaar was tijdens de opstand, betreurt het dat Emmy Henriquez niet veel genoemd wordt. “Zij was heel belangrijk bij het formuleren van de gedachten en de communicatie van de strijd voor sociale rechtvaardigheid. Bijna niemand spreekt over Emmy Henriquez.” Leeflang is van mening dat dit te maken heeft met een macho concept. “In ons concept van strijd is strijd mannelijk. De strijdbare vrouw wordt nauwelijks erkend.”

‘De plaats, de stem en het belang van de vrouw van 30 mei 1969 is verloren gegaan’
– Oud-minister Omayra Leeflang

Het onrecht tegen vrouwen, voornamelijk vrouwen die in winkels werkten op 30 mei 1969, vormde een belangrijke aanpak voor sociale rechtvaardigheid, zegt Leeflang. Toch gaat de meeste aandacht gaat naar de mannelijke vakbondsleiders. “Door te sterk te focussen op het moment van 30 mei en niet op de strijd, is de plaats, de stem en het belang van de vrouw verloren gegaan.”