Foto: Politie

WILLEMSTAD – Curaçao wilde afscheid nemen van de beruchte ‘vreemdelingenbarakken’, maar daardoor zijn een aantal van de ongedocumenteerde mensen uit Venezuela naar de gevangenis gebracht. Een onbegrijpelijke en onwenselijke situatie, vindt mensenrechtenorganisatie HRDC. 

De gevangenis is geen optie om ongedocumenteerde buitenlanders op te vangen, vinden zowel de mensenrechtenorganisatie HRDC en vakbond Abvo. In Blok 1, waar de ongedocumenteerden vastzitten, zitten ook mensen die verdacht worden van een misdrijf.

Bewakers legen werk neer uit protest
Duidelijk is dat ook de bewakers de situatie niet accepteren. Zij stellen ook dat er te weinig personeel is om de ongedocumenteerde mensen te bewaken. Er ontstond daarna commotie, omdat een aantal van hen uit protest hun werk hebben neergelegd.

‘Laat ongedocumenteerden op vrije voeten’
HRDC wil dat de minister van Justitie de acht vluchtelingen – onder een meldplicht – zo snel mogelijk op vrije voeten laat. Het kabinet is op dat verzoek niet ingegaan. Ook Vluchtelingenwerk Nederland stelt zich achter de Curaçaose organisatie en eist toelating.

In plaats daarvan, heeft het kabinet afgelopen weekend besloten om de acht ongedocumenteerde mensen terug te laten plaatsen in de ‘vreemdelingenbarakken’.

Update: Brand breekt uit in vreemdelingenbarakken

Bij de afgekeurde vreemdelingenbarakken waar ongedocumenteerde mensen alsnog zijn geplaatst, is dinsdagmiddag brand uitgebroken. De schade aan de barakken is ‘aanzienlijk’, maar niemand is gewond, meldt de politie. “Acht ongedocumenteerde mannen hebben enkele matrassen in brand gestoken. Ze hebben veel vernield.”

Foto: Politie

“Er is direct begonnen met het blussen van het vuur, door particuliere bewakingsbedrijf en het personeel van de gevangenis. De ongedocumenteerden zijn overgebracht naar een ander gebied voor hun veiligheid. Ze zijn ook onderzocht door de medische afdeling.”

De Venezolanen worden nu voor de tweede keer naar Blok 1 gebracht. Die afdeling is normaal gesproken bedoeld om ‘nieuwe’ gevangenen maximaal tien dagen op te sluiten, voordat ze naar een ander blok in de gevangenis worden geplaatst.

Al jaren noemen verschillende mensenrechtenorganisaties de opvang in de vreemdelingenbarakken ‘inhumaan’. “De mannen zitten bijna 24 uur per dag in hun cel. Ze klaagden over slecht eten en een gebrek aan schone kleding, sanitaire producten en dagbesteding. Sommigen zaten er al vier maanden vast”, aldus Amnesty International eerder in april.

De noodzaak voor het vinden van een oplossing voor de opvang van ongedocumenteerden is opnieuw urgent, vindt HRDC.

Dat ze – voordat er dinsdag brand werd gesticht – terug naar de barakken zijn geplaatst was al opmerkelijk, omdat de barakken al afgekeurd waren.

De draai om ze te herplaatsen kwam van minister-president Gilmar Pisas. Hij kwam zaterdagnacht in zijn galakostuum een kijkje bij Blok 1 nemen, na de prijsuitreiking van de Miss Universe Curaçao. De minister van Justitie was zelf naar Nederland voor een laatste ronde aan subsidie.

Ministerie uit kritiek op mensenrechtenorganisatie
De minister van Justitie stuurde afgelopen weekend op haar beurt een persbericht uit, hij de noodzaak voelt om te reageren op op eerdere kritiek van Human Rights Defence Curaçao.

De stichting had ruim een week eerder aangegeven dat toegang tot de ongedocumenteerden werd geweigerd. Afgelopen zondag kwam opnieuw de kritiek op justitie dat het ‘niet mogelijk was om met de gevangen vluchtelingen te communiceren’.

Het ministerie van Justitie heeft ‘met verbazing’ het persbericht van Vluchtelingenwerk Nederland gelezen. Volgens de minister zijn alle ambtenaren in november 2020 geïnformeerd hoe ze toegang moeten verlenen tot de ‘vreemdelingenbarakken’. Het Europees verdrag voor de mensenrechten is leidend, schrijft minister Hato.

“De advocaat van HRDC, na aanmelding, tijdens kantooruren wekelijks, ongedocumenteerde vreemdelingen die dat wensen in een daarvoor aangewezen ruimte in de vreemdelingenverblijfplaats te Koraal Specht te woord staan”, stelt het ministerie. “Telefonisch contact is ook dagelijks mogelijk.”

“Toegang kan op afspraak worden verleend om in bewaring gestelde ongedocumenteerde vreemdelingen te bezoeken. Deze afspraken worden onder auspiciën van de directeur van de SDKK uitgevoerd, mits de veiligheid van bezoekers en in bewaring gestelden gegarandeerd kunnen worden”, aldus de instructie van de minister van Justitie.

Curaçao afhankelijk van geld uit Nederland voor nieuwe opvang

Mensenrechtenorganisaties slaan regelmatig alarm. Amnesty International heeft bijvoorbeeld meerdere keren haar beklag gedaan over de opvang. Ook HRDC trekt regelmatig aan de bel. Hoe vluchtelingen worden behandeld, lijkt óók een kwestie van geldgebrek te zijn.

De bouw van een nieuwe opvang heeft vertraging opgelopen, omdat Nederland in januari de financiering heeft stopgezet. Curaçao zou zich niet aan afspraken over de nieuwe wijze van opvang hield, volgens het Nederlandse kabinet.

De kersverse minister van Justitie Shalten Hato is vorige week naar Nederland vertrokken om te onderhandelen over een laatste ronde aan subsidie uit Den Haag. Voor zijn vertrek benadrukte Hato dat Curaçao geen internationale regels rond vluchtelingen schendt.

Kabinet ontkent deportaties van vluchtelingen
Eerder sprak HRDC over ‘deportaties’ van vluchtelingen. Maar het kabinet ontkent. ‘‘Curaçao is verplicht op grond van verdragen, wet- en regelgeving alle (beschermings-)verzoeken van vreemdelingen in behandeling te nemen. Zolang niet op een dergelijk verzoek is beslist, wordt een ongedocumenteerde vreemdeling niet gerepatrieerd”, stelt minister Hato.

Bij zijn aantreden twee maanden geleden noemde hij de situatie rond de opvang van ongedocumenteerde mensen één van de pijnpunten van zijn ministerie. Hij wil op korte termijn een oplossing voor vinden. Of dat is gelukt is tijdens zijn bezoek aan Den Haag, is nog niet duidelijk. Op Curaçao zal minister Hato tekst en uitleg geven.

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates uit de Caribische gemeenschap. Abonneer dan net als anderen ook op de nieuwsbrief van Caribisch Netwerk.