Foto: Amigu di Tera

WILLEMSTAD – Het aantal mensen dat op Curaçao worstelt met armoede blijft toenemen en er lijkt geen einde aan de strijd te komen. Hulporganisaties zien hun werk op het eiland, maar ook in Nederland, alleen maar toenemen. 

De hulpprogramma’s van de overheid op Curaçao concentreren zich voornamelijk op de wijken: Montaña, Otrobanda, Barber en Buena Vista. Maar veel hulporganisaties zijn dagelijks actief op het hele eiland en zien dat armoede zich vaker en op verschillende manieren manifesteert.

Verborgen armoede
“Armoede is in veel gevallen niet makkelijk en direct herkenbaar”, legt Jeanette Juliet-Pablo uit. Zij is voorzitter van het wijkinitiatief Unidat di Bario. “Tegenwoordig spreken we van de working poor, mensen die een of meer banen hebben omdat het inkomen niet voldoende is om de vaste lasten te betalen.” Bij deze mensen zie je op het eerste gezicht niet dat ze worstelen.

“Armoede heb je in verschillende categorieën. Zo heb je extreme armoede, relatieve armoede en je hebt mensen die structureel de eindjes aan elkaar moeten knopen om te overleven.” Met deze laatste groep wordt volgens Juliet-Pablo te weinig rekening gehouden.

Armoede-migratie
De toenemende armoede op Curaçao is ook merkbaar in Nederland. Zo ziet sociaal hulpverlener Evelyn Martier van Parlan Jeugdzorg in Den Helder steeds meer Curaçaoënaars die totaal onvoorbereid in Nederland hun heil zoeken. Ieder jaar begeleidt Parlan Jeugdzorg zo’n 5.000 kinderen, jongeren en families.

Het merendeel van de Curaçaoënaars die naar Nederland komt, zegt dat volgens Martier te doen ‘vanwege de slechte economische, financiële en sociale omstandigheden op het eiland’.

‘In de extreemste gevallen kunnen ouders niet eens meer voor hun kinderen zorgen’

“Maar ze komen totaal onvoorbereid en raken in de problemen. In de extreemste gevallen kunnen ouders niet eens meer voor hun kinderen zorgen en komen die onder toezicht van jeugdzorg te staan.”

Om het aantal Curaçaoënaars af te laten nemen dat onvoorbereid een beter leven zoekt in Nederland, is het volgens Martier ‘noodzakelijk dat er baanmogelijkheden komen op Curacao’. “De mensen vertellen me dat ze naar Nederland komen omdat ze hun baan daar kwijt zijn geraakt, niet om lekker hier te leven.”