Foto: Pixabay

ORANJESTAD – Aanstaande zaterdag wordt het spannend aan de grens van Venezuela met Colombia waar interim-president Juan Guaidó probeert internationale hulp binnen te krijgen. Mocht dit de crisis verergeren en krijgt ‘Aruba als dichtstbijzijnd Europees grondgebied een massale toestroom van vluchtelingen, dan is het geld zo op om hen op te vangen’.

Dat zegt de Arubaanse premier Evelyn Wever-Croes.

Tekst gaat verder onder de video
Door Sharina Henriquez

Er zit 1,9 miljoen florin (385.700 euro) in het crisisbestrijdingfonds. Het plan is om Venezolanen op het eiland voor een periode van 3 of 6 maanden op te vangen. Als het langer duurt, dan hoopt Aruba afspraken te hebben met andere landen om de vluchtelingen door te sturen. Landen die al interesse hebben getoond, zijn Canada, Australië en Guyana.

“Afhankelijk van het geld dat we krijgen, kunnen we 250 tot 500 mensen opvangen”, zegt de premier die nog altijd een verzoek aan Nederland uit heeft voor financiële steun. Maar Nederland helpt alleen met technische bijstand, zoals trainingen door de IND voor het afhandelen van de vele honderden asielaanvragen waar Aruba dit jaar mee overspoeld wordt.

Mensenhandel
Tot 2016 kreeg het eiland gemiddeld twee tot vier aanvragen. In 2017 steeg dit aantal naar 22; in 2018 naar 300 en dit jaar zijn de asielaanvragen al de 300 gepasseerd. IND traint nu een groep van tien man die het team moet versterken. Maar daarna is er nog een groep nodig omdat Venezolanen ook door mensenhandelaren geronseld worden. En dat betekent dat de asielaanvragen extra nauwkeurig onderzocht moeten worden, zegt de premier. “Wij staan dit onder geen beding toe.”

Geen deportatie
Doordat Venezuela de grenzen heeft gesloten met de ABC-eilanden, kan Aruba ook geen illegale Venezolanen meer uitzetten. Ze hebben wel een meldplicht. De Arubaanse premier is op de hoogte dat er schrijnende gevallen zijn op het eiland, zoals het Rode Kruis Nederland deze week meldde. Maar ze zegt dat je die kritiek van de hulporganisatie ook in de context moet zien:

“Ze zijn net een inzamelingscampagne gestart voor Venezolaanse vluchtelingen en ik las dat ze nog niet veel geld hebben binnengekregen. Op Aruba heeft het Rode Kruis 30 bedden en er is maar één persoon die nu in de opvang verblijft.”

De kritiek van het Rode Kruis dat in Ecuador de gevluchte Venezolanen zich veiliger voelen dan die op Aruba waar ze bang zijn voor uitzetting en in onzekerheid verkeren over de asielprocedure, vindt premier Wever-Croes niet helemaal terecht.

“Je kan de situatie in die landen niet vergelijken. Er is wel een achterstand in asielaanvragen die we straks met extra mensen gaan wegwerken. Maar wel is het zo: we moeten ons als bevolking ook bewust zijn van de gevolgen als we mensen uitlokken om hier te komen en dan aan hun lot overlaten.”

In een reactie zegt het Rode Kruis dat inderdaad één persoon in de noodopvang op Aruba zit. “Deze noodopvang is, zoals het woord, zegt een noodopvang, waar mensen die echt nergens terecht kunnen max. 72 uur kunnen blijven. Deze man zit hier nu al vier maanden”, aldus woordvoerder Belinda van der Gaag.  “Het aantal mensen in de noodopvang zegt niets over het aantal mensen dat we helpen. Dat ligt vele malen hoger: we hebben afgelopen maanden honderden mensen geholpen. Bijvoorbeeld met uitdelen van eten, kleding of als mensen medische zorg nodig hebben.”

Niet blij met Curaçao als hulp-hub

Het aantal Arubanen dat door de grenssluiting vastzit in Venezuela, weet de Arubaanse premier nog niet . “We weten alleen van de ambassade daar dat er 500 families zijn geregistreerd. Maar die komen uit het hele Koninkrijk.” Ondertussen heeft het Curaçaose parlement in een motie de handelswijze door minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok afgekeurd voor de aanwijzing van Curaçao als hulp-hub. Ook in de Tweede Kamer is er niet veel animo voor die beslissing. Vandaag moeten de eerste internationale hulpgoederen op Curaçao arriveren.