Foto: Stichting Vluchtelingenhulp

DEN HAAG – De verhoudingen in het Nederlands koninkrijk, als het gaat om de Venezuela-crisis, zitten oplossingen in de weg en hebben op zowel de Venezolaan als de Curaçaoënaar een negatieve impact. Dat blijkt uit een panelgesprek met betrokkenen afgelopen week in het Haagse Humanity House.

Voor een volle zaal bespraken Mary Goiri (VenEuropa), Paul Comenencia (Staatsraad Curaçao) en journalist Frans Glissenaar (Zembla: ‘Aangespoeld in het Koninkrijk der Nederlanden‘) de huidige situatie van de Venezolaanse vluchtelingen op Curaçao. De verantwoordelijkheid van zowel de Curaçaose als de Nederlandse regering werd daarbij kritisch onder de loep genomen.

 Beluister hier het hele panelgesprek onder leiding van Natasja Gibbs

Lakse houding
Journalist Frans Glissenaar ergert zich aan de lakse houding van de Curaçaose regering als het gaat om Venezolaanse vluchtelingen: “Het kan ze niks schelen.” Tijdens het maken van zijn Zembla-documentaire over Venezolaanse vluchtelingen stuitte hij op veel weerstand van de Curaçaose overheid.

Teveel voor klein eiland
In reactie daarop benadrukt oud-politicus Comenencia dat Curaçao ‘al heel veel op haar bord heeft’. “Er is de dreigende sluiting van de raffinaderij, de sociaal economische problemen en het mogelijk ingrijpen door Den Haag. En dan komt daar ook nog eens de stroom van Venezolaanse immigranten bovenop. Dat is niet te doen.”

Ingreep afgewend

De Curaçaose premier Eugene Rhuggenaath wist Den Haag vrijdag op de valreep ervan te overtuigen om nog niet in te grijpen in de Curaçaose begroting, omdat de crisis in het naburige Venezuela de economie van het eiland zwaar zou treffen. Lees meer over de onderhandelingen hier.

Politieke pingpong
De Venezolaanse Mary Goiri begrijpt de druk van naar schatting 15.000 Venezolaanse vluchtelingen op een bevolking van 160.000 Curaçaoënaars, maar ze wijst ook naar koninkrijkspartner Nederland.

Daarbij krijgt Goiri bijval van het publiek: “iedereen blijft de verantwoordelijkheid afschuiven, maar wanneer gaan we het over de mensen hebben?”, vraagt een student in het publiek.