MBO Bonaire lanceert als eerste onderwijsinstelling op de eilanden het programma Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Dit betekent dat de school naast BOL (voltijds onderwijs) en BBL (werk- en leertraject) nu ook korte leermodules gaat aanbieden die evengoed leiden tot officiële certificering. Hiermee loopt MBO Bonaire aan kop binnen een uitbreiding van het onderwijsaanbod dat ook op de andere eilanden binnen het Koninkrijk gaande is. De introductie van LLO is een belangrijke stap richting flexibel, praktijkgericht onderwijs voor volwassenen en draagt bij aan meer gekwalificeerd personeel in het werkveld.
Op verzoek van de Nederlandse ministeries van Onderwijs en Volksgezondheid en na uitgebreid onderzoek in het werkveld, introduceerde MBO Bonaire het programma Leven Lang Ontwikkelen, officieel bekend als de derde leerweg. Dit is een leerweg die in Nederland al langer bestaat en bedoeld is voor mensen die al werkzaam zijn, maar zich willen bijscholen, omscholen of verdiepen in hun vak. Deze leerweg begint in de sector zorg en welzijn, maar later komen ook andere sectoren in aanmerking, zoals de techniek.
Lianne Alards van MBO Bonaire ging als adviseur aan de slag met het LLO-programma voor de BES-eilanden. Projectleider Martijn van der Linden, die werkt voor het ministerie van onderwijs en MBO- opleider Summa in Eindhoven, werkt aan de uitrol op de CAS-eilanden. “Door de competenties van de eilanden te verhogen, dragen we bij aan hun zelfredzaamheid. Werknemers krijgen meer kansen om zich te ontwikkelen en het geeft werkgevers de mogelijkheid om hun bedrijf verder te professionaliseren.”
Personeelstekort
“Er is op Bonaire een groot tekort aan geschoold personeel”, vertelt Alards. Uit onderzoek van Caribisch expertise bureau ROA blijkt dat ruim de helft van de arbeidsbevolking van Bonaire niet in bezit is van een startkwalificatie. Vergelijkbare cijfers gelden op de andere eilanden binnen het Koninkrijk. “Werkgevers nemen soms genoegen met mensen die gemotiveerd zijn, maar uiteindelijk krijgen ze wel met de inspectie van hun sector te maken die vaak bepaalde aantoonbare bekwaamheden of bevoegdheden eist. LLO biedt de gemotiveerde werknemers de kans om naast hun werk de juiste kwalificaties te behalen.”
Adviseur Lianne Alards (l.) en projectleider Martijn van der Linden (m.) met MBO-directeur Liset Wolff. Foto MBO Bonaire
Veranderend werkveld
“Bovendien hebben we te maken met een arbeidsmarkt die in razendsnel tempo verandert,” vult Van der Linden aan. “Denk aan bevolkingsgroei, toenemend toerisme, verandering van beroepen door digitalisering en de energietransitie.” Deze veranderingen in het werkveld vragen om bij-, na- en omscholing van professionals. “Dat zien werkgevers ook,” vertelt Van der Linden. “Zij zoeken naar manieren om hun werknemers up-to-date te houden. Vaak gaan ze buiten het eiland op zoek naar scholing, terwijl er op de eilanden best veel expertise aanwezig is. Het is jammer als de werkgever dan elders scholing gaat inkopen en het geld daardoor het eiland verlaat.”
Om deze redenen onderzochten Alards en Van der Linden hoe scholen op de eilanden zich kunnen positioneren als aanbieder van LLO onderwijs. Alards en Van der Linden zijn daarbij van mening dat het goed is als binnen het Koninkrijk de krachten worden gebundeld. Dat wordt momenteel ook actief gedaan, zowel tussen de eilanden als met Europees Nederland. Op deze manier kunnen kansen worden gecreëerd waar individuele eilanden soms te klein voor zijn, en kan de duurzaamheid van het programma worden gewaarborgd. Hierbij wordt rekening gehouden met verschillen in taal en context.
MBO Bonaire, voor duurzaam onderwijs. Foto Deborah Bremmer
Laagdrempelige, korte modules
Wat het LLO-programma uniek maakt, is dat het drempelverlagend werkt. De reguliere BOL- en BBL-trajecten stellen vaak hogere toelatingseisen, waardoor niet iedereen in aanmerking komt. LLO biedt juist kansen aan mensen die al werkzaam zijn, maar bijvoorbeeld nog geen diploma hebben, of afkomstig zijn uit Latijns Amerika en moeite hebben met het laten erkennen van hun diploma’s.
Het gaat bij LLO om korte scholingstrajecten, van vijf tot twintig weken, waarbij deelnemers naast hun werk één dagdeel per week les volgen in een uniek onderwijsconcept. “Een hele opleiding volgen is vaak te pittig. Soms hebben mensen dat al geprobeerd, maar zijn ze uitgevallen. Korte praktijkgerichte modules zijn een oplossing daarvoor,” licht Van der Linden toe.
De focus ligt op specifieke vakinhoud die direct toepasbaar is in het werkveld, zonder vakken als Nederlands en rekenen, die vaak grote struikelblokken vormen. De lesstof van de korte modules is afkomstig uit bestaande MBO-opleidingen op niveau 2 en 3. Na afronding ontvangen deelnemers een erkend certificaat. “Als iemand later alsnog de volledige opleiding wil volgen, kan het behaalde certificaat vrijstelling opleveren,” vertelt Alards.
Mensen kunnen zichzelf individueel aanmelden, maar voor de hand liggender is dat een werkgever een groep werknemers aanmeldt. Deelnemers hebben geen vooropleiding nodig, maar er vindt altijd een intakegesprek plaats om te kijken of de motivatie er is, of het programma goed aansluit én of de kandidaat voldoende Nederlands of Papiaments (afhankelijk van de module) beheerst om succesvol deel te nemen.
De lancering van Leven Lang Ontwikkelen op Bonaire. Foto MBO Bonaire
Lokaal sausje
Hoewel het concept en een deel van de lesstof van Leven Lang Ontwikkelen afkomstig is uit Europees Nederland, is het nadrukkelijk aangepast aan de lokale context. De modules worden lokaal gegeven, door docenten die zowel Nederlands als Papiaments spreken. Dit is wat een LLO-module volgen aantrekkelijker maakt dan online bijspijkeren via een externe aanbieder. “Voor mensen die lang geen onderwijs hebben gevolgd zijn online lessen al een uitdaging, maar dan mist ook nog het lokale sausje. Je kunt Nederlandse lesstof niet één op één vertalen naar de lokale context”, aldus Alards.
Van der Linden geeft hiervan een mooi voorbeeld: “Als het in een module Basiszorg gaat over hygiënisch werken, staat daarin dat je korte nagels moet hebben. Nou, als je de nagels van de dames hier hebt gezien, weet je dat dit een interessante discussie is,” lacht hij. Een ander voorbeeld: “In Nederland hebben ze te maken met de privacywet AVG. Die term kennen we hier niet, maar privacy is natuurlijk wel heel belangrijk op de eilanden.”
Toekomstplannen
“We hebben een stevige basis neergezet. Nu is het zaak om te blijven luisteren naar het werkveld en het aanbod daarop te blijven afstemmen. We horen al geluiden om dit bijvoorbeeld ook in de technieksector toe te passen”, vertelt Alards enthousiast. “Dit is eigenlijk pas het begin, dat is het leuke!”