Foto: John Samson

DEN HAAG – Het geduld van de Eerste Kamer begint op te raken. Het lukte staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) en Knops (Koninkrijksrelaties) dinsdag niet om de fracties te overtuigen waarom er nog steeds geen sociaal minimum komt voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.

In 2016 vroeg de Eerste Kamer via een motie om vast te stellen hoeveel iemand minimaal nodig heeft om op de eilanden te kunnen leven. Het onderzoeksrapport ligt er, maar een sociaal minimum nog steeds niet.

Senatoren overwegen om beide bewindslieden volgende week opnieuw op te roepen. In dat geval moeten ze binnenkort naar de grote vergaderzaal voor een debat waar alle senatoren aanwezig zijn. Politiek gezien wordt de druk op het kabinet dan flink opgevoerd, omdat de senatoren moties kunnen indienen. 

Irritatie goed te merken bij Kamerleden
Na drie vragenrondes is de irritatie goed te merken bij de leden van de Eerste Kamer. Een overleg van ‘gênante proporties’ en weinig duidelijkheid, volgens ChristenUnie-senator Peter Esther. Kamerlid Kees Kok (PVV) is ‘verbaasd over het verbaal gehalte’ en ‘heel mistig taalgebruik’ van de bewindslieden.

GroenLinks-senator Ruard Ganzevoort greep in toen Van Ark stelde dat ook de wetenschappers die het rapport schreven, ‘op dit moment geen mogelijkheid zien’ om een sociaal minimum vast te stellen. “Dat is gewoon niet waar”, aldus Ganzevoort. “Die hebben gezegd: dat is aan de politiek.”

Al acht jaar bezig
“Het lijkt zo makkelijk: waarom prikken we niet gewoon een bedrag? Maar er zit een hele wereld daar achter”, aldus Van Ark. Het kabinet vindt dat de leefsituaties (inkomens, huisvestingskosten, levensonderhoud) op de eilanden erg verschillend zijn en de ‘mini-economieën’ onvoorspelbaar. Mogelijk komt het sociaal minimum pas na een evaluatie die in 2020 wordt gedaan.

“Ik heb echt zorgvuldig geluisterd, maar het wil er bij mij niet in”, reageert VVD-senator Frank van Kappen. “In Nederland hebben we ook een sociaal minimum vastgesteld, met 17 miljoen inwoners met geweldige verschillen in inkomen en woonsituaties.”

“En dat we niet in staat zijn om het vast te stellen voor die drie eilandjes? We zijn acht jaar bezig”, aldus Van Kappen (VVD). De ChristenUnie sluit zich daarbij aan. SP-senator Meta Meijer stelt dat er inmiddels sprake is van ‘onwil’.

Verschil tussen Eerste Kamer en Tweede Kamer

De leden van de Eerste Kamer – ook wel bekend als senatoren – worden als onafhankelijker gezien dan de Tweede Kamerleden, omdat zij niet vastzitten aan het regeerakkoord.

Senatoren kijken meer naar grondrechten en of het kabinetsbeleid volgens het staatsrecht klopt, dan dat ze zich bezighouden met praktische en politieke wensen zoals in de Tweede Kamer.

Coalitiepartijen VVD, D66 en ChristenUnie hebben dinsdag in de Eerste Kamer laten zien dat ze zeer kritisch tegenover de bewindslieden staan over het niet vaststellen van een sociaal minimum. In de Tweede Kamer gaven dezelfde partijen de bewindslieden een paar jaar extra de tijd.

Het zijn dezelfde senatoren die twee jaar geleden het initiatief namen om de motie voor een sociaal minimum aan te nemen, die nu opnieuw de druk opvoeren. Daarna volgde de Tweede Kamer. Eerder lukte het de Eerste Kamer ook om het kabinet zover te krijgen dat ouders op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius nu kinderbijslag krijgen.

Ook PVV wil nu sociaal minimum
Opvallend is dat ook de PVV, die twee jaar geleden de motie voor een sociaal minimum niet steunde, tijdens dit overleg toch een grote voorstander blijkt te zijn. Er is in de Eerste Kamer inmiddels een nog bredere wens om zo snel mogelijk een sociaal minimum vast te stellen.

Staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) en Tamara van Ark van Sociale Zaken (groen) in gesprek met de commissie Koninkrijksrelaties van de Eerste Kamer – foto: John Samson