Foto: John Samson

Caribisch Netwerk brengt een serie artikelen over de eilanden, vijf jaar na de Staatkundige Vernieuwing, die op 10 oktober 2010 werd voltooid. Op die datum werden de Nederlandse Antillen ontbonden en zijn Sint Maarten en Curaçao autonome landen binnen het koninkrijk geworden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn sindsdien ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Aruba heeft al sinds 1986 een autonome status en behoorde niet meer tot de Nederlandse Antillen.

Mike Eman aan het begin van zijn hongerstaking vorig jaar. - foto: Ariën Rasmijn

Mike Eman aan het begin van zijn hongerstaking vorig jaar – foto: Ariën Rasmijn

ORANJESTAD — Hoewel voor Aruba formeel niets veranderde op 10-10-10, waren er weldegelijk gevolgen voor het land. Zo zou Nederland volgens premier Mike Eman al direct na 10-10-10 erop hebben aangedrongen dat Aruba onder permanent financieel toezicht zou moeten vallen.

Aan de andere kant was er meer samenwerking tussen Aruba en andere eilanden die toen een nieuwe status kregen, bijvoorbeeld op gebied van Justitie. Samenwerking waar Aruba ook profijt uit wist te trekken.

Ariën Rasmijn in gesprek met premier Eman over financieel toezicht

Direct na 10-10-10 zou Aruba zijn benaderd door politiek Den Haag om net als Curaçao en St. Maarten onder permanent financieel toezicht te vallen, vertelt Eman. Hij zegt daar altijd tegen te zijn geweest, om te beginnen omdat de andere landen in tegenstelling tot Aruba in ruil voor toezicht schuldsanering kregen. Ook het argument dat Nederland altijd zou moeten bijspringen mocht Aruba in financieel zwaar weer komen zonder toezicht ging bij Eman er niet in.

Bovendien zijn beide landen economisch niet zo direct met elkaar verbonden – in tegenstelling tot landen binnen de EU die om die reden ook onderlinge afspraken hebben over begrotingen – dat een dergelijke inspraak gerechtvaardigd zou zijn, aldus de premier. De onenigheid tussen beide landen heeft uiteindelijk mede voor gezorgd dat Eman vorig jaar zes dagen in hongerstaking ging. De premier zegt dat Aruba en Nederland uiteindelijk voor het Caft als tijdelijk compromis hebben gekozen.

Justitie
Waar Aruba wel profijt van heeft kunnen trekken na 10-10-10 zijn de nieuwe samenwerkingsverbanden tussen de Caribische landen van het Koninkrijk op gebied van justitie. Met name de Landsrecherche, detentie en opsporing hebben meer mogelijkheden gebracht voor Aruba die de nieuwe landen Curaçao en St. Maarten vrijwillig hielp bij het opzetten en verbeteren van hun instituties.

Ariën Rasmijn in gesprek met minister Arthur Dowers over Justitie

Aruba heeft na 10-10-10 de nieuwe landen bijgestaan met expertise, met name op gebied van Justitie. Minister Dowers was al vanaf 2009 de minister van Justitie van Aruba en stond dus middenin het proces. Het Justitieel Overleg tussen de drie landen is volgens hem het meest structurele en consistente vorm van samenwerking binnen het Koninkrijk, terwijl het niet eens een Koninkrijksaangelegenheid is. Dowers geeft aan dat hoewel de samenwerking vanuit Aruba grotendeels vrijwillig is, de landen toch gedwongen zijn om samen te werken omdat ze individueel onvoldoende capaciteit hebben op bepaalde gebieden.

Detentie
Volgens de bewindsman is het handig om elkaar bij te staan, op gebied van detentie, waar gevangenen wanneer nodig onderling worden uitgewisseld tussen de landen. Ook trainen politiekorpsen bijvoorbeeld intensief samen. De gevangenissen in het Caribische deel van het Koninkrijk schieten nog tekort – net als bijvoorbeeld ook bij de kustwacht en op gebied van opsporing -, maar waar het ene land een aspect – bijvoorbeeld dagbesteding van gedetineerden – wel goed heeft geregeld kunnen andere landen leren en die praktijk overnemen.

Door Ariën Rasmijn