Foto: Sharina Henriquez

ORANJESTAD – Al 14 jaar struint de Colombiaanse Sul Martinez de overvolle vuilnisbelt Parkietenbos af, op zoek naar ijzer, koper en andere dingen die ze kan doorverkopen. Hoewel het verboden is om daar te jutten én dit levensgevaarlijk is.

De dump met gevaarlijke afvalstoffen staat namelijk regelmatig in brand.

door Sharina Henriquez

Serlimar is de beheerder van de vuilnisbelt. Het overheidsbedrijf stelt duidelijke regels: jutten en hergebruik van het afval is ten strengste verboden voor iedereen: bezoekers, contractanten en werknemers. Zelfs de politie wordt erbij gehaald als het nodig is.

Hoe Martinez en de anderen dan al die jaren op de vuilnisberg kunnen komen, is niet duidelijk. Ze beweert zelf dat de vorige regering  een vergunning heeft afgegeven. Het materiaal dat ze vindt, verkoopt zij aan bedrijven als Daltra en een recyclingbedrijf aan de overkant van de vuilnisbelt, die bekend staat als ‘de Chinees’.

Oude kleren naar Venezuela
Martinez verzamelt ook afgedankte kleren die ze naar de Wayuu-indianen in Colombia stuurt. “Zij hebben het moeilijk.” En er gaan kleren naar Venezuela. “Ik help het buurland ook graag, al is het maar met een paar kleren. Die kunnen zij heel goed gebruiken.”

De Colombiaanse noemt zichzelf en de rest van de jutters, ‘reciclista’. Ze zegt dat iedereen wat probeert bij te verdienen, omdat het eiland steeds duurder wordt. Maar ze vindt het geen gevaarlijk werk. “We beschermen ons door lange mouwen, handschoenen en een mondkap te dragen.”

Radioactief afval
De vuilnisbelt is echter gevaarlijk omdat in de ruim 70 jaar dat deze bestaat, alle afval bij elkaar is gegooid. Er ligt zelf radioactief materiaal. Vlak onder de toplaag smeult het afval door spontane ontbrandingen. De brandweer zelf is er niet happig op om branden te blussen op de dump. Alleen bij grote uitslaande branden zoals afgelopen vrijdag, gaan ze de afvalberg op.

‘Geen huisvuil meer naar de dump’ – minister Oduber

De vuilnisbelt Parkietenbos zorgt al tientallen jaren overlast aan omringende woonwijken en is een milieuramp voor het beschermde mangrovegebied. Ondanks vele beloften om de dump te sluiten en saneren, heeft geen enkele regering dit nog waargemaakt. Sinds 2 juli wordt er in ieder geen huisvuil meer gestort, zegt de huidige milieu-minister, Otmar Oduber: “En volgend jaar moet de dump definitief dicht om gesaneerd te worden.”

Voor Martinez betekent dit echter een einde aan haar extra inkomsten. “Wij en onze families zullen het moeilijker gaan krijgen.”