PHILIPSBURG – De verkiezingen waar niemand op zat te wachten, worden maandag gehouden in Sint-Maarten. De stembusgang zal ook een indicatie geven over hoeveel burgers na orkaan Irma zijn vertrokken. Er staan weliswaar 22,559 kiezers ingeschreven, maar niemand weet hoeveel er werkelijk nog op het eiland zijn.
Voor het eerst is er niet veel te merken van verkiezingskoorts. De campagne is beperkt gebleven tot wat publieke rallies and tot mededelingen op sociale media; bijna iedereen past ervoor het eiland vol te hangen met verkiezingsborden.
Bijna, want Egbert Jurendy Doran, de nummer 9 kandidaat van de National Alliance, zette twee borden neer en Luc Mercelina, de nummer 18 op de lijst van United Democrats plaatste er eentje vlakbij een plek die hij goed kent: het ziekenhuis. Sommige andere kandidaten adverteerden enkel op elektronische reclameborden.
Geld na orkaan Irma
De afwezigheid van verkiezingsborden en partijvlaggen heeft twee mogelijke verklaringen: politici vrezen negatieve reacties van kiezers voor geldverspilling in het post-Irma tijdperk, of partijen en kandidaten hebben het geld er niet voor, omdat hun sponsors het moeilijk genoeg hebben om zelf overeind te blijven na de orkaan.
Doelstellingen partijen vaag
De twee grootste partijen, UD en NA hebben geen verkiezingsprogramma gepubliceerd, hoewel dat wel had gemoeten. Andere partijen, met uitzondering van de Christelijke Partij, publiceerden hun programma’s erg laat. Dit alles maakt de doelstellingen van de partijen en hun individuele kandidaten behoorlijk vaag.
Hoe kwam St. Maarten zo snel terecht in alweer een parlementaire verkiezing – de derde sinds 10-10-’10?
Het kan te maken hebben met de manier waarop voormalig minister-president William Marlin handelde na orkaan Irma. Zijn verzet tegen Nederlandse voorwaarden voor financiële steun – de oprichting van een Integriteitskamer en inzet van Marechaussees en Nederlandse douanabeambten voor versterking van de grensbewaking – waren reden voor de Democratic Party (DP) om uit de coalitie met Marlin’s National Alliance en de United St. Maarten Party te stappen.
Om aan een meerderheid van acht te komen, haalden DP en UP USp-parlementariër Chanel Brownbill naar hun kamp.
Motie van wantrouwen
Toen het parlement de Marlin-regering trof met een motie van wantrouwen op 2 november, sloeg de minister-president terug: hij ontbond het parlement. De nieuwe interim-meerderheid zag de noodzaak van verkiezingen niet in omdat het bereid was een nieuwe regering te vormen, maar die vlieger ging niet op.
De hoofdrolspeler in deze verkiezingen is ongetwijfeld United Democrats – een fusie van UP en DP. De partij herbergt veel aantrekkingskracht op de kiezer; de kandidaten op de UD-lijst die ook in 2016 meededen aan de verkiezingen wonnen gezamenlijk 5,543 stemmen. De kandidaten op de NA-lijst die in 2016 meededen, waren goed voor slechts 3,122 stemmen.
De vreemde eend in de bijt is dit keer de United St. Maarten party (USp). De partij is enkele sterke stemmentrekkers kwijtgeraakt – in het bijzonder Silvio Matser en Chanel Brownbill – en de overblijvende kandidaten die in 2016 ook meededen wonnen toen maar 1,226 stemmen.
Stemfraude
Voeg daarbij dat partijleider Frans Richardson net vrijdag uit voorlopige hechtenis is ontslagen – hij wordt verdacht van het aannemen van 370,000 dollar in steekpenningen, stemmen kopen in 2016 en belastingfraude – en de kansen van deze partij zien er gewoon niet goed uit.
De overige kandidaten – St. Maarten Christian Party, St. Maarten Development Movement en People’s Progressive Alliance – gaan hooguit een marginale rol spelen.
Waarnemers aanwezig
|