Foto: Hilbert Haar

PHILIPSBURG – De regering van minister-president William Marlin struikelt toch over haar langdurige en halsstarrige weigering te voldoen aan de voorwaarden die het koninkrijk heeft gesteld aan financiële hulpverlening voor de wederopbouw na orkaan Irma – de oprichting van een integriteitskamer en de inzet van Marechaussees en Nederlandse douanebeambten voor de grensbewaking.

Op woensdagmiddag wil het parlement een motie van wantrouwen tegen de regering-Marlin aannemen.

De nieuwe meerderheid op Sint-Maarten bestaat uit de fracties van de Verenigde Volkspartij (UP), de Democratische Partij (DP) en het parlementslid Chanel Brownbill van de Verenigde St. Maarten partij (USp). Met acht zetels heeft deze combinatie een nipte meerderheid in het vijftien-zetels tellende parlement.

‘Too little, too late’

DP-leider Sarah Wescot-Williams zei dinsdagmiddag tijdens een persconferentie dat de ommezwaai van Marlin ‘too little, too late’ was. Op maandag zei Marlin dat zijn regering akkoord is met de Nederlandse voorwaarden, maar Wescot-Williams stelt dat dit pas is gebeurd nadat een nieuwe meerderheid in het parlement de knuppel in het hoenderhok had gegooid.

De verwachting is dat Marlin zal proberen om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen wil uitschrijven; een herhaling van het scenario dat zich afspeelde in 2015 toen de regering van Marcel Gumbs naar huis werd gestuurd.