Minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties). -archieffoto: John Samson

Minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) – archieffoto: John Samson

DEN HAAG – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Ronald Plasterk deelt de opvatting van de vrijdag verschenen voorlichting van de Raad van State niet. Daarin laat de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland doorschemeren dat de aanwijzing aan de gouverneur van Aruba in juli 2014 onrechtmatig was.

“De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herkent de door de Raad van State uiteengezette kaders. De aanwijzing aan de gouverneur van Aruba, om de aanvankelijke begroting niet zonder nader onderzoek te tekenen, viel binnen die kaders”, zegt Plasterk.

Hoogleraar Arjen van Rijn oordeelt echter hard over de opstelling van de minister. “Volgens mij hebben ze bij BZK het niet goed gelezen. Een aanwijzing kan niet tot doel hebben om de gouverneur ervan te weerhouden een landsbesluit te bekrachtigen. Dat mag juridisch niet.”

IMF
In juli 2014 kreeg de gouverneur van Aruba, Fredis Refunjol, een aanwijzing van de Rijksministerraad om de begroting niet te tekenen. De aanwijzing is mede tot stand gekomen omdat onder meer het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bezorgd was over de Arubaanse overheidsfinanciën. Volgens Van Rijn is dat juridisch irrelevant.

Ook de toevoeging in de verklaring van de minister dat de gouverneur een onderzoek zou moeten uitvoeren voordat hij de begroting mede zou ondertekenen, deugt volgens de staatsrechtgeleerde niet. “De gouverneur had hier geen ruimte voor een eigen afweging, hij moest de zaken ‘on hold’ zetten. Maar er is geen uitvoerig onderzoek mogelijk op instructie van Den Haag. De gouverneur kan landsbesluiten ondertekenen of terugsturen, meer smaken zijn er niet.”

‘Onwaardig’
Van Rijn ergert zich aan de houding van het ministerie. “Ik snap niet dat ze niet gewoon toegeven dat ze fout zitten. De Raad van State heeft geoordeeld, punt. Om dan een wegduikende beweging te maken, vind ik onprofessioneel en onwaardig.”

“Hiermee is de noodzaak van een geschillenregeling opnieuw aangetoond. Al denk ik niet dat dit helpt op weg naar een dergelijke regeling. Gezien de houding van Nederland valt het niet te verwachten. Ik verwacht dat ze het over de volgende Tweede Kamerverkiezingen heen proberen te tillen”, zegt Van Rijn.

Reactie
Plasterk heeft aangekondigd later deze week een inhoudelijke reactie te geven aan de Tweede Kamer.

Door Pieter Hofmann