Van jongs af aan dromen veel Curaçaoënaars van een honkbalcarriére in Amerika (foto: Elisa Koek)

Van jongs af aan dromen veel Curaçaoënaars van een honkbalcarrière in Amerika – foto: Elisa Koek

WILLEMSTAD – “Je bent altijd de beste geweest, maar in Amerika begin je onderaan de ladder”, vertelt Avi Becher, Operations Coördinator bij Detroit Tigers. Hij werkt meer dan tien jaar in de honkbalwereld en heeft vele talenten zien sneuvelen.


Het grootste probleem volgens Becher is dat veel buitenlandse spelers, inclusief Curaçaoënaars, denken dat ze het hebben gemaakt als ze naar Amerika gaan. Het tegendeel blijkt waar. “Het harde werken begint pas als ze hier zijn.”


Becher groeide op in Curaçao en was altijd een grote honkbal fan. Toen hij besefte dat zijn talent niet op het veld lag, ging hij Sport Management studeren. In 2002 leerde hij Hensley Meulens kennen waarna Becher’s eigen ‘sportcarrière’ begon. “Ik hielp Meulens met een liefdadigheidsevenement en we zijn altijd goede vrienden gebleven. Meulens heeft het in Amerika gered door doordachte beslissingen te maken en vooral hard te werken.”


Harde realiteit
Becher ziet veel jonge talenten die dromen van een carrière in de Major League. Deze droom is niet vreemd, want het minimale salaris voor een speler is dit jaar 500.000 dollar. “Slechts 7 procent redt de Major League dus een speler moet ontzettend goed zijn. Daarbij is de honkbalwereld in Amerika hard. Op Curaçao is er vriendschap tussen spelers, maar in Amerika telt de speeltijd. Teamgenoten doen alles om speeltijd te krijgen, iedereen is een concurrent. Als Curaçaoënaar moet je continu boven je niveau spelen, de teugels even laten vieren is funest. Tel hierbij eenzaamheid en heimwee op en je realiseert je dat de droom om professional te worden hard en moeilijk is.”


Uitblinken
Volgens ex-professional Johnny Gregorius is het de droom van elke honkballer op Curaçao om naar Amerika te gaan. Gregorius speelde jaren als professional, maar de Amerikaanse droom moest hij laten varen. “In Nederland zijn er niet veel jongens met dezelfde ervaring en bouw als Curaçaoënaars, in Amerika wel. Je kunt hier de allerbeste zijn, maar daar zijn er duizenden. Je moet net de kans krijgen om jezelf te bewijzen en uit te blinken.” Gregorius’ broertje Mariekson kreeg die kans wel en komt uit voor de Arizona Diamondbacks in de Major League. “Mijn broertje beleeft onze droom en ik focus me op nieuwe dromen.”


Investeren in honkbal
Thakaidzwa Doran, ex-voorzitter van de Curaçaose Honkbalbond, denkt dat de juiste begeleiding Curaçaoënaars naar de top kan brengen. Professionele sportbegeleiding bestaat volgens hem niet op Curaçao. “Coaching, de juiste voeding, discipline en structuur kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van talent. Daarbij beschikken we niet over juiste materialen en is er een groot gebrek aan sportfaciliteiten op het eiland.” Doran is in 2012 zelf een honkbalacademie begonnen in Banda Bou die geleid word door ex-professionals. Hier leren jonge talenten structuur en discipline doordat school, sport en hun buurt met elkaar in contact staan. “Ik hoop de academie op het hele eiland te kunnen opzetten, maar daar heb ik hulp bij nodig. Het is tijd om te investeren in onze talenten.’


Ook Becher adviseert om te investeren in een lokale academie. De overheid moet hierin een rol spelen. “Er moet flink worden geïnvesteerd in sport op Curaçao: in geld en moeite. De overheid moet actiever worden en hun contacten in het buitenland benutten, want die hebben ze. Haal professionals en coaches uit Amerika zodat zij talenten kunnen begeleiden en voorbereiden op het Amerikaanse, georganiseerde honkbal.”


Door Elisa Koek