Foto: John Samson

Het toekomstige klimaat van de Cariben wordt nog heter en droger, vooral in het droogteseizoen. Saba, Statia en Sint-Maarten kunnen zich ook opmaken voor vaker zwaardere orkanen. Dat concluderen wetenschappers van het KNMI vandaag in een nieuw onderzoek. 

Met de gegevens uit het nieuwste IPCC-rapport van de VN heeft het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) verschillende scenario’s berekend voor Nederland en voor het eerst ook voor Bonaire, Saba en Statia.

Conclusies KNMI
  • Droger: er valt in het droge seizoen (december-april) al weinig regen, maar in de komende decennia wordt de neerslag naar verwachting dus nog minder.
  • Warmer: in Caribisch Nederland neemt de temperatuur sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw toe met ongeveer 0,2°C per 10 jaar.
  • Orkanen: voor Bonaire (plus Aruba en Curaçao) blijft de kans op orkanen gelijk. Voor de Bovenwindse eilanden (Sint-Eustatius, Saba en het naburige Sint-Maarten) verwacht het KNMI vaker orkanen met een zwaardere intensiteit, met daarbij veel meer regen.
  • Stijging zeespiegel: ook als de wereld minder CO2 uitstoot, kan Bonaire rond 2100 een redelijk sterke zeespiegelstijging verwachten: tussen +31 en +78 cm. Bij hoge uitstoot wordt de zeespiegel nog hoger: tussen +55 en +127 cm.

De wereldwijde uitstoot zal de komende jaren bepalend zijn voor de eilanden, zegt het KNMI. Meer uitstoot betekent nog hogere temperaturen en vaker extreem weer.

“Dit betekent dat klimaatbeleid gericht op het verminderen van de uitstoot een groot verschil kan maken voor het toekomstige klimaat van de Bonaire, Saba en Statia.”

Meer wind op abc-eilanden
Er is meer wat wetenschappers nu opvalt. Voor Bonaire (en zustereilanden Curaçao en Aruba) ziet het KNMI een sterkere toename van de windsnelheid in de droge scenario’s en in het natte seizoen. Voor de bijzondere gemeenten Sint-Eustatius en Saba is die toename aan windsnelheid kleiner.

El Niño of toch la Niña?
De vraag is: hoe hard neemt de kans op neerslag af? Daar is (nog) geen duidelijk antwoord op. Er is namelijk een opvallend verschil te zien, wat nog niet helemaal wordt begrepen.

Minder neerslag en veel meer wind, is wat er in de toekomst verwacht wordt volgens de verbeterde modellen. Dat komt overeen met het klimaatfenomeen El Niño. Bij een La Niña is het andersom: meer neerslag en minder wind.

Wetenschappers houden er rekening mee dat de neerslag de komende decennia toch minder hard afneemt dan de modellen nu aangeven. Want wat ze waarnemen, lijkt af te wijken van wat de modellen op dit moment berekenen.

Er is daarom verder onderzoek nodig. “Het verschil kan invloed hebben op de klimaatscenario’s voor het Caribisch gebied”, concludeert het KNMI.

Mensheid zorgt voor warmer en extremer klimaat

Het staat vast dat de mens het klimaat beïnvloedt, zegt het KNMI. Niet eerder in ten minste de afgelopen 2000 jaar steeg de temperatuur op aarde zo snel als nu. Dit concludeert het IPCC in het zesde klimaatrapport, dat in augustus 2021 verscheen.

De wereldgemiddelde temperatuur was in 2022 1,2°C hoger dan in het pre-industriële tijdperk (1850-1900).

Bij een verdere opwarming nemen de frequentie en intensiteit van hittegolven, extreme neerslag en droogtes wereldwijd verder toe. Sommige veranderingen, zoals de opwarming van de oceanen, het smelten van de ijskappen en de stijging van de zeespiegel zullen nog eeuwen tot millennia doorgaan.