De negatieve doorwerking van het slavernijverleden is op Curaçao nog steeds goed zichtbaar. Nifa Ansano is hoopvol. “De tijd is rijp om de trauma’s van het eiland te verwerken.”  

Overal op Curaçao merk je de gevolgen van de slavernij. Bijvoorbeeld het Papiamentu, de voertaal die wonderbaarlijk genoeg de onderdrukking heeft doorstaan. Ook verschillende muziekgenres en instrumenten op het eiland hebben hun oorsprong in Afrika, en zo kun je nog wat voorbeelden noemen. Het gerecht stobá, die tot slaaf gemaakte mensen aten, is nu de trots van veel Curaçaose keukens.

“Maar ook het feit dat we op Curaçao Nederlands praten en een Nederlands schoolsysteem hebben met Nederlandse inhoud, is ons opgelegd. We kunnen niet ontkennen dat het slavernijverleden nog steeds doorsijpelt in het heden.” 

Ansano is auteur, presentatrice, dichter, sociaal bewogen en bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van Curaçao. Op school kreeg zij daar amper lessen daarover, dus ging ze zelf op zoek naar antwoorden. 

‘Niemand wil zich als slachtoffer zien’“Het slavernijverleden is geen leuk verhaal”, vertelt ze. “Niemand wil zichzelf als slachtoffer zien.” Het gevolg: veel mensen ontkennen de negatieve gevolgen van het slavernijverleden die er tot nu toe zijn. Ansano heeft zich in de afgelopen jaren juist wel in die trauma’s verdiept. 

De trauma’s vallen al op tijdens haar schooltijd. “Toen wij als kind op school zaten, zeiden kinderen: ‘ik ben geen Afrikaan’. De meerderheid van de mensen op Curaçao wilde – tot een paar jaar terug – zich niet identificeren met het Afrikaan-zijn.” 

Haar opvoeding was anders dan van de gemiddelde Curaçaoënaar, zegt ze. Van huis uit heeft zij geleerd dat iedereen gelijk is. Ze is opgevoed met het idee dat iedereen recht heeft op een eigen mening en die ook mag uiten. “Op school vonden de leraren het maar lastig dat ik zo mondig was.” 

Waarom willen mensen zich niet identificeren met Afrika?
Niet alleen opvoeding, ook boeken en tijdschriften op de basisschool maakten impact. Bijvoorbeeld ‘SamSam’, met plaatjes waarin Afrikaanse kinderen werden afgeschilderd: bijna bloot, helemaal vies, met opgeblazen buiken en met honger. “Mensen wilden zich daarmee niet associëren. We hebben een verkeerd beeld voorgeschoteld gekregen wat Afrikaan-zijn is.”

Een ander pijnpunt gaat over jongeren die op het punt staan om hun dromen te gaan najagen. “Wij krijgen assertiviteitstraining als we naar Nederland gaan om te studeren. We worden niet assertief opgevoed omdat dat niet respectvol wordt geacht.”

‘Niet in de ogen aankijken’
“Bijvoorbeeld, het in de ogen kijken van je ouders en van leraren op school of hen tegenspreken. Dit zijn doorwerkingen uit de slavernij en de invloed van de Nederlandse geestelijkheid op de lokale bevolking.” 

Er zijn meer voorbeelden die nu nog steeds een rol spelen in de samenleving. Bijvoorbeeld over hoe er naar huidskleur wordt gekeken. “De verdeling tussen zwart, bruin en lichtbruin is tot op de dag van vandaag een ding. Dat idee stamt nog uit de tijd van de slavernij waarin je meer mogelijkheden had als je een lichtere huidskleur had. Het gevolg: minderwaardigheidscomplex en geïnstitutionaliseerde racisme.” 

Er is nog een andere druk vanuit familie en de gemeenschap: zoek een blanke man of blanke vrouw. Dat zorgt voor aanzien, en zorgt dat je kinderen betere mogelijkheden hebben”, aldus Ansano. “Stijl je haar, want dat is goed haar. Dat is nog steeds in de samenleving ingebed. En er zijn nog zoveel voorbeelden te noemen.” 


‘Nederland zoekt excuses om geen excuses aan te bieden’
(Verslag door Kim Hendriksen)

Toch ontkennen volgens Ansano nog veel Curaçaoënaars dat het slavernijverleden nog steeds doorwerkt in het nu. Een trauma zorgt er immers voor dat je bepaalde dingen wil weg stoppen. 

Hoe breekt Curaçao los van mentale impact van slavernij?
“Het patroon kan pas doorbroken worden als onze mensen begrijpen dat er een conditionering is aan hun denk- en handelswijze. Bewustwording is de eerste stap naar verandering. Pas dan kun je dingen op een andere manier doen.”

“Open praten over de gruwelijkheden maar ook de overlevingskracht van de tot slaaf gemaakte voorouders is belangrijk. Dat is de kracht van onder meer een beweging zoals Tula Taught Me van Selwyn de Windt. Ondanks dat het een pijnlijk gebeuren is geweest, onze voorouders waren ook mensen waar we heel veel van kunnen leren!”

Ansano is, samen met wijlen Jermain Lo en activist Marlon Reina, een van de personen achter een tv-serie over het slavernijverleden; Tula su Kosecha. Gasten gaan langs plekken die belangrijk waren tijdens de opstand en vertellen wat verzetsheld Tula voor hen betekent. Na jaren zich te verdiepen in het slavernijverleden, zegt ze nu hoopvol te zijn omdat ze veel positieve veranderingen en mogelijkheden ziet.

Zo zouden er vooral onder jongeren in de afgelopen jaren een mentaliteitsverandering zijn. Die hebben initiatieven gestart, waarbij er niet langer gekeken wordt vanuit een slachtofferrol naar het slavernijverleden. Jongeren kijken meer vanuit een empowerment-invalshoek, ziet ze.  

“Denk aan muzikant Vernon Chatlein. Hij bestudeert liederen van tot slaaf gemaakte mensen uit de collectie Zikinza en gebruikt die vervolgens in zijn hedendaagse muziek.” 

Ook organiseert een groep jongeren van de eilanden met regelmaat Caribbean Ancestry Clubin Nederland. Toegangskaarten zijn in een mum van tijd uitverkocht. Ze leren over hun geschiedenis en over elkaar. Talenten worden aangespoord om hun muziek, poëzie en gedachten te komen delen. 

“Deze ontwikkeling komt voor uit een zoektocht naar identiteit. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer je gaat studeren of in een ander land gaat wonen. Je bent in Nederland geen Nederlander. Je bent ineens meer bewuster dat je zwart bent, een afstammeling van tot slaaf gemaakte met de kracht om de vicieuze cirkel door te breken.