Foto: John Samson

DEN HAAG – Minder dan een kwart van de Caribische studenten in Nederland haalt binnen vijf jaar een hbo-diploma. Juist daarom is het belangrijk om vooral succesverhalen te delen, ziet Tanja Fraai van de stichting WeConnect die studenten van de eilanden helpt.

Sommigen kennen u van de Wereldomroep of van de vele spannende debatavonden over de Caribische gemeenschap. U kende toen al de problematiek rondom de Caribische studenten. Maar als fulltime manager bij de stichting hebt u sinds 2012 intensief contact met ze. Is uw blik op hen eigenlijk veranderd?

“Dat vind ik een moeilijke vraag. Ze doen heel erg hun best, die studenten. Ik had verwacht dat onze studenten met meer bagage aan taal en ontwikkeling naar Nederland zouden komen. En daarop is mijn blik wel wat veranderd. Wat me wel tegenvalt is de worsteling die ze hebben met de Nederlandse taal. En vooral dat ze onderschatten hoe belangrijk het is dat je het Nederlands goed beheerst.”

“Sommigen komen hier bijvoorbeeld Rechten studeren. Voor zo’n studie geldt: elk woord of komma die je gebruikt, maakt het verschil. Sterker nog, het betoog of de paper die ze inleveren staat soms bol van de fouten. Ja, dat kán niet! Dan zijn ze zelf vaak verbaasd als het hen daarom niet lukt. Vervolgens kijken ze mij ook verbaasd aan als ik ze hierop wijs.”

Een groot aantal Caribische studenten heeft grote problemen met hun studie in Nederland. Wat opvalt is dat jullie vooral succesverhalen delen. Is dat bewust?

“We weten natuurlijk allemaal dat de uitval groot is onder studenten hier. Dus het is heel fijn om te lezen als een van jouw mensen het gewoon redt hier! Ik heb net iets gepost over een studente uit Bonaire. Toevallig heeft ze hele hoge cijfers, maar het gaat niet om die hoge cijfers. Het gaat om de inzet die Emma toont voor haar eiland, ook al zit ze in Nederland. Je ziet bij veel studenten dat ze graag anderen op de eilanden willen helpen.”

Hoe komt dat?

“Nou, omdat ze daar zijn opgegroeid. Ze zeggen: ‘het eiland heeft me echt zoveel gegeven! Ik wil iets terugdoen.’ Ze willen bijvoorbeeld in een denktank van ons die zich richt op beleid dat – vanuit Nederland – op hun eilanden wordt uitgevoerd.”

“Dat vind ik heel mooi. Want er zijn genoeg Caribische studenten die zeggen: ‘nee hoor, het is genoeg geweest. Ik moet echt minimaal tien jaar afstand houden.’ Ze zijn bijvoorbeeld homo en kunnen helemaal niet zichzelf zijn op dat kleine eiland. Ze willen de vrijheid van Nederland.”

Het delen van alleen maar positieve verhalen kan dus ook een vertekend beeld geven van de werkelijkheid.

“Ja, dat is eigenlijk ook zo. Want de studenten die uitblinken weten zich echt wel te melden bij ons. Dan is het ook makkelijk om ze in het zonnetje te zetten. Dat is ook natuurlijk heel mooi, maar het is ook goed om de verhalen te vertellen over de struikelende hbo’er. Over iemand die misschien zes in plaats van vier jaar over de studie heeft moeten doen. Misschien ook van degenen die níet zijn afgestudeerd. Ook die jongeren kunnen succesvol zijn. Maar zij vertellen hun verhaal minder snel want ze schamen zich vaak. ”

Welk verhaal zou u dan vertellen?

“Ik sprak met een jongere die aan de Erasmus Universiteit ging studeren. Al na een half jaar ging deze studente steeds minder naar colleges. Wat blijkt, in de tussentijd bleek zij een eigen bedrijf op te zetten. Haar ouders waren daar niet blij mee. Uiteindelijk blijkt het een succesvol bedrijf te zijn.”

“Dus, je kunt wel gaan zeggen dat je als student bij lange na niet geslaagd bent, maar uiteindelijk wel geslaagd als ondernemer. En het is ook echt oké, zeker als je nog zo jong bent. Er is niet één manier om succesvol te worden in het leven. Dat soort verhalen mogen we ook vaker met elkaar delen.”

“De eilanden hebben een enorme behoefte aan positieve verhalen. Succes is aanstekelijk, je krijgt er zo’n energie van! En daarom denk ik dat WeConnect studenten en organisaties ook erg aanspreekt.”

Diploma’s onder Caribische studenten in Nederland
  •  Hbo-studies: Maar 23 procent van de Caribische jongeren haalt na vijf jaar een hbo-diploma. Dat is slechter dan de groep met een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond (33 procent). Onder Europese Nederlanders is dat 53 procent.
  • Wetenschappelijke studies: Op de universiteit zijn verschillen kleiner. Na vier jaar heeft 43 procent van de Caribische studenten het bachelordiploma. Toch is dat lager dan bijvoorbeeld de groep studenten met een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond, daarvan is 58 procent geslaagd. Onder de groep Europese Nederlanders is dat 61 procent.(Bron: ResearchNed in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – 2021)

Veruit de meeste scholieren beginnen met een achterstand aan hun studie in Nederland. De beheersing van de Nederlandse taal is onvoldoende en daardoor vermindert hun zelfvertrouwen, constateert de Nationale Ombudsman. Vaak zijn ook hun sociale en studievaardigheden niet op peil.

Zou u stellen dat studiesucces ook vooral te maken heeft met de juiste mindset hebben?

“Er zijn genoeg jongeren van wie de ouders nooit een studie hebben gedaan. Ze krijgen ook niet vanuit huis mee hoe dat straks is om een studie te volgen. Het succes heeft er zeker mee te maken dat sommige jongeren heel zelfstandig zijn. En dat ze weten dat je moet doorpakken. Of dat ze een héél duidelijk plan hebben en alles geven ze geven alles om hun doel te bereiken.”

“Dat zie je wel eens bij jongeren die geneeskunde studeren. Sheeney bijvoorbeeld. Zij is heel jong, zit in haar derde studiejaar en doet daarnaast allerlei bestuurswerk op haar universiteit. Haar prioriteit is niet om elke vrijdagavond bij haar Antilliaanse vrienden te gaan zitten, maar om zich zoveel mogelijk te ontwikkelen. Je merkt bij dit soort studenten heel goed dat er een vlammetje in hen is dat brandt, waardoor ze met veel passie hun studie doen.”

En hoe wordt dat vlammetje op het eiland aangestoken?

“De cruciale factor is denk ik toch opvoeding. De studenten zeggen tegen mij: als ik naar de dokter moest of er was iets met school, dan belde mijn moeder en regelde alles. Nu ze in Nederland zijn, hebben sommigen zelfs telefoonangst. Ze vinden het eng om in het Nederlands een instantie op te bellen of om hulp te vragen.”

“Veel hebben ze te danken aan een sterke moeder, is wat ik steeds hoor. Het valt me op dat ze het bedroevend weinig hebben over ‘mijn vader’. Soms is het ook een beetje geluk en soms aanleg hebben voor iets.”

Het nieuwe studiejaar is net begonnen. Wat is uw advies aan al die nieuwe studenten uit de eilanden?

“Je ziet dat de succesvolle studenten vaak Nederlandse en internationale vrienden hebben. Ze blijven niet vast in hun eigen comfortabele bubbel van jongeren die ze op het eiland hebben leren kennen. Dat moet je ook echt niet doen.”

“Er zijn veel jongeren die zich niet laten ontmoedigen, ondanks alles. Nederland is een best goed georganiseerd land. Er is altijd wel een professional bij jouw studie die naar je wil luisteren en jou wil helpen, maar dan moet je ook zélf hulp vragen. Soms word je van het kastje naar de muur gestuurd, maar je móet blijven doorzetten. De jongeren die zich niet laten ontmoedigen zijn degenen die uiteindelijk in dit leven succesvol worden.”

“Daarom proberen we ze met WeConnect op weg te helpen met allerlei workshops over budgetteren, mental health en communicatie. We organiseren excursies met vele interessante gesprekken, bijvoorbeeld met een Kamerlid of een conservator in een museum. We helpen ze met ons netwerk aan mensen en organisaties en we gaan ook langs scholen op de eilanden voor voorlichting.”