Foto: Korps Politie Aruba

ORANJESTAD – Journalist Sharina Henriquez van Caribisch Netwerk is zondag rond half tien ‘s avonds op Aruba gearresteerd door de politie, omdat ze tijdens de avondklok op straat aan het werk was. Ook kreeg de journalist een boete van duizend florin (516 euro). 

“Absurd en gewoonweg crazy“, reageert Wensly Fransico, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). “Ik heb direct nadat ik dit hoorde contact opgenomen met Kamerleden in Nederland.” Inmiddels zijn er schriftelijke Kamervragen gesteld door SP en GroenLinks.

Dit houdt de avondklok in op Aruba

Sinds zaterdag mogen eilandbewoners niet de straat op na 9 uur ‘s avonds tot 6 uur ‘s ochtends. De Arubaanse regering hoopt met deze maatregel de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

Alleen werknemers van vitale instanties en bedrijven mogen dan wel naar buiten. Journalisten vallen daar volgens de Arubaanse premier niet onder. De Arubaanse pers protesteert hiertegen en wordt gesteund door de Nederlandse Vereniging van Journalisten.

Henriquez beroept zich op de regeling in het ministerieel besluit van Aruba voor ‘continue beroepen’. Werknemers van dat soort diensten mogen volgens het ministerieel besluit op vertoon van een werkgeversbrief wel tijdens spertijd de straat op. “Omdat nieuws 24 uur doorgaat, kun je stellen dat journalisten daar ook onder vallen”, zegt Henriquez.

Maar ondanks een werkgeversbrief en een verklaring van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), werd Henriquez toch in de boeien geslagen en kreeg ze een boete van duizend gulden (516 euro) opgelegd.

“Het is beschamend en onbegrijpelijk dat de autoriteiten op Aruba nieuwsverslaggeving niet als een vitaal beroep zien en onze verslaggever arresteren als ze met haar werk bezig is om de bevolking te informeren over de gevolgen van de corona crisis in dit deel van ons koninkrijk”, reageert Frans Jennekens, hoofdredacteur van Caribisch Netwerk.

Brandbrief aan Arubaanse premier
De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) stuurde zaterdag al een brandbrief aan premier Evelyn Wever-Croes van Aruba met het nadrukkelijk verzoek ‘om de uitzonderingspositie voor de media alsnog en op de kortst mogelijke termijn in de verordening van kracht te laten worden’. Op die brief heeft de premier nog niet gereageerd.

“Het is treurig dat wij zo moeten handelen want eigenlijk zou het gewoon vanuit de politiek zelf geregeld moeten worden”, zegt Francisco over de brandbrief. “Onze wens is dat de journalistiek op de eilanden net als in Nederland ook tot de vitale beroepen gerekend wordt. En niet dat verslaggeving alleen aan de autoriteiten wordt overgelaten, zoals nu op Aruba gebeurt. We leven niet in een politiestaat.”

Ook zorgen om persvrijheid op Curaçao
Niet alleen op Aruba gaat het volgens Francisco mis als het gaat om persvrijheid, ook vanaf Curaçao heeft het bestuurslid verontrustende berichten van journalisten gekregen.

“Journalisten worden daar door de regering vooral gebruikt als tool en spreekbuis en worden tegengewerkt als ze kritische vragen willen stellen of met specialisten willen praten.”

Francisco heeft daarom namens de NVJ ook een brief gestuurd naar de regering van Curaçao waarin wordt aangedrongen op het handhaven van de persvrijheid.

NVJ ook voor de eilanden

Journalisten op de eilanden van het Nederlandse Koninkrijk vallen niet onder de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). Op de eilanden is er geen soortgelijke vereniging die opkomt voor de belangen van de pers.

Bestuurslid Wensley Francisco is daarom sinds zijn aanstelling als bestuurslid eind vorig jaar, bezig om de journalisten van de eilanden onderdeel te maken van de NVJ.

Omdat er op de eilanden geen officiële persbadge via een journalistenvereniging is te krijgen biedt de NVJ op aanvraag noodbadges aan. Bij Francisco zijn sinds zaterdag al ruim twaalf aanvragen binnengekomen vanaf de eilanden.