Einde tijdperk raffinaderij Isla op Curaçao nabij?

Foto: Caribisch Netwerk

WILLEMSTAD – 2019 is een onzeker jaar voor Curaçao en de olieraffinaderij Isla. Al sinds begin vorige eeuw is het raffineren van olie van het buurland Venezuela een belangrijke spil in de economie van het eiland. Er bestaat een grote kans dat het tijdperk van olieraffinage op Curaçao ten einde komt. Hoe heeft het zover kunnen komen en wat betekent het voor het eiland?

1912: Olie in Venezolaanse wateren

In 1912 werd de Koninklijke Shell gevraagd te helpen in de exploratie van Venezolaanse olievelden. Op 12 januari 1914 werd een begin gemaakt met de boringen en de tweede put die ze sloegen leverde al een productie van 5.000 vaten per dag op. Shell-directeur Henri Deterding besloot daarop om een raffinaderij te bouwen en zijn oog viel op Curaçao, door de makkelijke bereikbare haven en het eiland behoorde natuurlijk tot Nederland. [Bron: Nationaal archief Curaçao]

Shell raffinaderij in aanbouw in 1918. Foto: Nationaal Archief Curaçao

1915: Bouw raffinaderij vertraagd door Eerste Wereldoorlog

Op 15 mei 1915 werd het besluit genomen een raffinaderij op Curaçao te bouwen. De uiteindelijke bouw van de raffinaderij begon in 1918. Door de eerste wereldoorlog was het moeilijk om aan voldoende staal en scheepslading te komen. Toch werd datzelfde jaar de raffinaderij geopend door de Shell. De Nederlandse Shell heeft de jaren daarop een grote impact op de economie: het bedrijf haalt een hoop buitenlandse werknemers naar het eiland en zorgt voor eigen (Nederlandse) leerkrachten, ambtenaren en zakenmensen. Zij worden allemaal onder gebracht in villa’s in de wijken Julianadorp en Emmastad. [Bron: Nationaal archief Curaçao]

Om 10.30 uur op 16 Februari 1942 werd de Rafaela geraakt door een torpedo van een Duitse U-67 onderzeeboot, anderhalve kilometer voor de kust bij de Anna Baai |Foto: uboat.net

Raffinaderij belangrijke schakel tijdens Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de raffinaderij een belangrijke speler in het leveren van brandstof voor de geallieerden. Duitse duikboten lagen voor de haven van Willemstad op de loer en eilandbewoners moesten drie jaar lang ‘s avonds het licht doven. Op 16 februari 1942, werd vanuit Duitse onderzeeboten op Curaçao de stoomtanker Rafaëla getorpedeerd.

Milieuschade voor het eerst opgemerkt

Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig komen de eerste onderzoeken naar de gevolgen voor het milieu en de gezondheid die de – inmiddels wat verouderde – raffinaderij kan veroorzaken. Een issue die de komende jaren alleen maar groter zal worden.

In 1984 en 1985 domineert een mogelijke sluiting van de Isla het nieuws, net zoals in 2019. Bron: De Koninklijke Bibliotheek (KB)

1984/85: Shell wil van hun raffinaderij op Curaçao af

In 1985 is het eiland -net als in 2019 – in rep en roer. De kranten staan er bol van: de Shell wil de raffinaderij sluiten, hun rotzooi opruimen en vertrekken. Wat nu? Op dat moment is de Shell raffinaderij goed voor 25 procent van bnp van het eiland en werken er zo’n tweeduizend werknemers. De eilandsraad durft een sluiting niet aan en start met onderhandelingen met Venezuela, maar dat werpt niet gelijk vruchten af. Daarom besluit de Shell directie de regering van Curaçao de meerderheid van het dan verlieslijdende bedrijf te geven, zo schrijft de krant Amigoe op 3 november 1984. Een jaar later verkoopt de Shell de raffinaderij voor een symbolische Antilliaanse gulden met een nadrukkelijke voorwaarde: ze willen gevrijwaard zijn van alle schade en -kostenclaims in de toekomst, en dan vooral op het gebied van milieu.

PdVSA leaset de raffinaderij

De onderhandelingen met Venezuela gaan toch door en de eilandsraad leaset de raffinaderij aan de Venezolaanse staatsoliemaatschappij Petróleos de Venezuela SA, PdVSA. In 2000 tekent PdVSA bij voor negentien jaar.

Eerste ‘totale black-out’ raffinaderij

Uitval van de raffinaderij is de eerste tien jaar van deze eeuw geen uitzondering meer. Maar dat was niet altijd zo. Pas na 75 jaar na de opening viel de raffinaderij voor de eerste keer stil, zo meldt de Amigoe van 21 juni 1990. De elektro turbines kapte er opeens mee. “Zelfs gedurende de Tweede Wereldoorlog werden de activiteiten op een laag pitje gezet, maar nooit helemaal gestaakt”, schrijft de krant. Verwacht werd dat het opstarten miljoenen gaat kosten.

Het Nederlandse onderzoeksprogramma Zembla zond in 2013 de uitzending over de vervuiling door de Isla-raffinaderij op Curaçao uit.

Milieuschade wordt steeds zichtbaarder

De Stichting Schoon Milieu Op Curaçao (SMOC) duikt in 2001 op. De stichting doet metingen en begint in 2005 met rechtszaken tegen de overheid. Na jaren in en uit de rechtszaal, wint SMOC in 2011 waardoor de overheid de Isla moest dwingen om de uitstoot van schadelijke gassen aan banden te leggen. “Dat is ook altijd onze enige eis geweest: handhaving van de milieuvergunning”, aldus SMOC-oprichter Peter van Leeuwen. In 2012 werd dit vonnis weer ingetrokken. Een volgende zaak, nadat de raffinaderij in 2013 de normen flink heeft overschreden, zal de Isla in eerste instantie 75 miljoen gaan kosten. SMOC blijft ook de zaak onder de aandacht brengen van Nederland, bij ministers van Koninkrijksrelaties De Graaf (2005), Pechtold (2006), Bijleveld (2007), Donner (2010) en Spies (2011). Minister Plasterk dringt in 2013, na een uitzending Zembla over de vervuiling, er bij Curaçao op aan om scherpere milieu-eisen te stellen maar benadrukt ook dat het een landsaangelegenheid blijft en geen Koninkrijksaangelegenheid is.

Voor bewoners hoeft de raffinaderij niet te sluiten, hij moet schoner produceren | Foto: Dick Drayer

Studie naar de vervuiling door ‘affakkelen’

Een studie door het MOTE Marine laboratorium wijst uit dat tijdens het affakkelen (onvolledige verbranding van olie- en gasproducten) door de Isla, er hoge waardes van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen in, zogenaamde PAK’s vrijkomen. Soms twee tot driemaal de toegestane waarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Verschillende lokale milieuorganisaties trekken aan de bel. De onderzoekers van MOTE wijzen ook naar drie eerder studies in 1999, 2003 en 2009 die vaststellen dat een verhoogd aantal patiënten in de wijken rondom de Isla kampt met klachten als hoofdpijn en misselijkheid. Ook komen chronische longziekten, astma en kanker voor. In 2016 is het affakkelen zo erg, dat verschillende middelbare scholen meerde keren genoodzaakt zijn om de leerlingen naar huis te sturen.

GreenTown: Plan B?

In 2011 wordt stichting GreenTown opgericht. De bedenkers willen dat de raffinaderij plaatsmaakt voor een compleet nieuwe en duurzame stad. Maar net als voorgaande regeringen, ziet ook premier Eugene Rhuggenaath dat nog niet zitten: hij wil de raffinaderij vooralsnog proberen te moderniseren en steunt de plannen van GreenTown ‘misschien voor de lange termijn’.

2016: Haastig op zoek naar een investeerder of huurder

Terwijl er steeds meer aandacht komt voor de jarenlange vervuiling van de inmiddels erg verouderde raffinaderij, wordt het duidelijk dat PdVSA het leasecontract niet kan en wil verlengen door schulden en de onrust in Venezuela. In 2016 verraste de toenmalige premier van Curaçao, Ben Whiteman, iedereen met een Memorandum of Understanding (MoU) met het Chinese Guandong Zenrong (GZE) voor de overname van de raffinaderij in 2019. Maar opvolgend premier van Curaçao Eugene Rhuggenaath vernietigde deze contracten eind 2017, want GZE bleek niet de fondsen te beschikken. De onderhandelingen die Rhuggenaath vervolgens heeft met het Amerikaanse bedrijf Motiva Enterprises, lopen in 2018 ook stuk.

Onrust onder werknemers groeit

“Het kan zijn dat je eind 2019 bereikt en je hebt nog steeds geen partner, ook niet in PdVSA”, concludeert premier Rhuggenaath. Daarnaast geeft de Venezolaanse vakbondsman Heberto Ferrer aan dat een mogelijke nieuwe uitbater van de raffinaderij niet kan rekenen op ruwe olie uit Venezuela. De onvrede en bezorgdheid groeit bij de medewerkers van de raffinaderij en dat laten zij merken: er zijn stakingen en de stakers leggen wegen lam en steken autobanden in de brand. Rhuggenaath gaat met de stakers in gesprek, maar loopt vroegtijdig weg de bijeenkomst, tot grote woede van de medewerkers:

Door Kim Hendriksen

Foto: Jose Manuel Dias

Vrees voor leven na de raffinaderij

Met nog maar negen maanden om een uitbater of investeerder te vinden voor de raffinaderij, wordt het scenario van een Curaçao zonder raffinaderij steeds realistischer. De overheid zet nog steeds alles op alles op de raffinaderij te redden. Een plan B lijkt er niet te zijn. Ondertussen kan PdVSA de salarissen van medewerkers garanderen tot juni. Volgens de minister van Financiën zijn er zo’n 4000 mensen afhankelijk van de Isla voor hun inkomsten. Ook het Curaçaose Havenbedrijf CPA en het Curaçaose Sleepbedrijf KTK en het fabrieksonderdeel Curaçao Refinery Utilities (CRU) zullen hard getroffen worden door een sluiting. “Gezien onze economische situatie, de jarenlange economische stagnatie en sociale achteruitgang, krijgen we na een sluiting een sociale situatie die ik liever wil vermijden”, zegt premier Rhuggenaath.