AMSTERDAM – “In bed horen alleen een man en een vrouw intiem te zijn. Dus verbrandt mensen die het met iemand van hetzelfde geslacht doen.” Dit is een zin uit de dancehall hit ‘Nuttin No Go So’ van de Jamaicaanse artiest Norman Howell, beter bekend als Notch. Hij is geen uitzondering: dancehall muziek, die zo geliefd is in de Cariben, grossiert in vrouwonvriendelijke en anti-homo teksten.
In de jaren negentig leek er even een ommekeer te komen toen homorechten organisaties opriepen tot een internationale boycot van dancehall artiesten die zich schuldig maakten aan anti-homo teksten, of ‘murder music’ zoals de activisten het noemen. Door deze acties zagen bekende artiesten als Buju Banton (Boom Boom Bye) en Beenie Man (Batty Man Fi Dead) hun inkomsten en zelfs hun populariteit in sommige landen enorm afnemen.
Ook op de Caribische eilanden lieten actiegroepen van zich horen. Zo mocht de groep T.O.K op Aruba in 2016, na inmenging van homorechten organisaties, hun anti-homo nummers, zoals ChiChi Man, niet spelen op het Flip Flop Festival.
Maar ook al werden de artiesten geboycot door festivals en kelderden hun inkomsten, aan de lyrics veranderde er volgens Jamaicaanse actiegroepen Outrage! en J-Flag in de loop der jaren vrij weinig. Daarom kiezen homorechten organisaties er tegenwoordig voor om het gesprek aan te gaan en statement acties als ‘Pon de Pride’ te organiseren.