Sint-Maartenaren in angst om terug te moeten naar ‘niks’

HAARLEM – “Niemand vindt het geluid van een brandalarm fijn, maar mijn 10-jarig zoontje raakt sinds orkaan Irma helemaal in paniek als er een brandalarm afgaat. De gedachte dat we terug naar Sint-Maarten moeten, waar we niks meer hebben, maakt zijn angst alleen maar erger.”

Selma zit sinds 22 september samen met haar 10-jarig zoontje en nog dertien andere gevluchte Sint-Maartenaren vast in een asielzoekerscentrum in Haarlem. Onder de gestrande Sint-Maartenaren in Haarlem zijn ook vijf kinderen.

“Allemaal zijn we dakloos geraakt door orkaan Irma en naar Nederland gevlucht, maar de gemeente Haarlem zegt niks voor ons te kunnen betekenen. Binnenkort staan we op straat.”

Alleen noodopvang
In totaal zijn ongeveer 30 Sint-Maartenaren gestrand in asielzoekerscentra en noodopvang verspreid over het land. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zegt ‘dat als er een noodsituatie is, zij geholpen kunnen worden met noodopvang, maar écht alleen noodopvang.’

Deze noodopvang stopt binnenkort in ieder geval in Haarlem omdat het luchtruim naar Sint-Maarten weer opengaat. Eind oktober vliegt de KLM weer naar het eiland.

Wrange situatie
Selma en nog twee anderen uit de groep zijn in Nederland geboren. Dat maakt de situatie volgens haar ‘extra wrang’. “Toen wij hier aankwamen zei de burgemeester van Haarlem dat we terug moesten gaan om te helpen ons eiland op te bouwen. Maar wij zijn Nederlanders, we hebben een BSN-nummer hier. Ik ben hier geboren. Dit is mijn land.”

“Ik hoef geen uitkering of een gratis woning. Het enige wat ik wil is gewoon een adres waarmee ik mij kan inschrijven bij de gemeente en mijn leven weer op kan pakken.” Er was haar een postbusadres beloofd door de gemeente toen ze aankwam, maar dat werd snel weer ingetrokken toen er sprake was van noodopvang.

Koninkrijksrelaties
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vindt dat de Sint-Maartenaren beter geholpen zijn als ze terug gaan naar hun eiland: “De gesprekken met de Sint-Maartenaren zijn erop gericht dat hun toekomst op Sint-Maarten ligt”, vertelt een woordvoerder van BZK. De scholen op Sint-Maarten zijn volgens dezelfde woordvoerder Engelstalig en gaan binnenkort weer open. “Wat moet een Engelstalig kind op een Nederlandse school?”, vraagt hij zich bovendien af.

Terug naar niks
Terug gaan is voor Selma en haar 10-jarige zoontje geen optie. “We hebben geen andere mogelijkheid. Dit is onze laatste noodoproep. Als we terug moeten dan moeten we terug naar absoluut niks. Ik heb daar geen huis meer en geen inkomen. Hoe ga ik vanuit niks mijn kind alle mogelijkheden bieden die hij verdient en er tegelijkertijd er voor hem zijn? Er moet toch gewoon een humane oplossing zijn?”