Een zogeheten posada in Wayaca. Foto; Ariën Rasmijn

Een zogeheten posada in Wayaca – foto: Ariën Rasmijn

ORANJESTAD — Het aantal Venezolaanse creditcard-toeristen dat Aruba bezoekt is gedaald. Uitbaters van pensions waar ze verblijven, verwachten toch dat zij in de komende maanden weer in grote getalen terug zullen komen naar het eiland.

In de afgelopen jaren is het aantal bezoekers uit het buurland enorm gegroeid. Deze maand met maar liefst 20 procent. Toch is dat een stuk minder dan afgelopen maanden. Volgens Ronella Tjin Asjoe-Croes, directeur van toeristenbureau ATA, heeft dit te maken met de afname van zogeheten ‘raspadores’, oftewel creditcard-toeristen.

Volgens Tjin Asjoe-Croes zijn Venezolaanse toeristen in drie groepen te onderscheiden. “Allereerst de toeristen die ongeveer een week blijven en veel geld spenderen. Die groep is nog altijd de grootste. Daarnaast heb je Venezolanen die één nacht blijven om de volgende dag naar hun eindbestemming door te reizen. Dan is er nog een groep van mensen met een bescheiden budget die dollars komen pinnen.”

Die groep groeide flink afgelopen jaar. Hun reisdoel is simpel; dollars pinnen, spullen inkopen die thuis niet verkrijgbaar zijn – zoals toiletpapier – en zoveel mogelijk dollars meenemen naar huis om op de zwarte markt te verkopen. In mei besloot de Venezolaanse regering het toegestane bedrag dat ze in het buitenland kunnen pinnen te verlagen van 1000 naar 500 dollar, en begon het aantal bezoekers uit deze groep af te nemen.

Posada’s
Miguel Morales, zelf van Venezolaanse komaf, helpt naar eigen zeggen landgenoten aan slaapplekken. “Vroeger kwamen ze voor een week of twee, maar sinds het maximumbedrag is verlaagd blijven ze hier maar drie nachten. Anders houden ze niet over. Vaak komen ze ook met eten vanuit huis om de dollars die ze hier pinnen niet te besteden.” Meestal verblijven zij in zogeheten ‘posada’s’. Dat zijn vaak niet meer dan omgebouwde woningen in wijken als Santa Cruz en Paradera. Een kamer kost tussen de vijf en vijftien dollar per persoon, per avond.

Jose Martinez is uitbater van een van deze hotels. “Wij doen dit al 21 jaar en staan netjes ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Er zijn nu heel wat illegale plekken bijgekomen die tegen bodemprijzen slecht onderdak bieden aan deze mensen.” Zelf heeft de familie Martinez de prijs voor hun kamers verlaagd naar 15 dollar om te kunnen concurreren. Zus Julia zegt dat zij inmiddels een andere doelgroep willen aanboren. “Deze groep wil steeds lagere tarieven. Op deze manier draaien wij geen winst meer.”

Nieuwe golf
Omdat de groep creditcard-toeristen gevoelig is voor het steeds veranderende regeringsbeleid in Caracas, zijn ontwikkelingen moeilijk te voorspellen zegt Tjin Asjoe-Croes. Posada-uitbater Martinez voorziet echter een nieuwe golf van raspadores in de komende maanden.

“De Venezolaanse regering heeft alle commerciële banken gesloten en moet nu zelf creditcards uitgeven”, zegt Martinez. “Daar lopen zij momenteel mee achter, maar over een maand of drie is dat weer ingehaald. Dan kan je erop rekenen dat ze weer met z’n allen komen, of het op te nemen bedrag nou is gehalveerd of niet. Tickets naar Aruba kosten slechts 100 dollar en wat je aan dollars overhoudt na je inkopen kan je weer tegen enorme winst kwijt op de zwarte markt. Helemaal als de inflatie van de Bolivar doorzet. Het blijft de moeite waard om hiernaartoe te komen.”

Door Ariën Rasmijn