KRALENDIJK – “Het is mooi, interessant, boeiend en vermoeiend geweest. Maar het is welletjes en tijd om terug te keren naar Nederland.” Na 7,5 jaar stopt de 63-jarige David van Delft als hoofdofficier van Justitie bij het Openbaar Ministerie (OM) van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES). Met veel enthousiasme voor zijn werk, blikt hij terug. “Ik heb intens van genoten.”
Van Delft wordt per 1 juli opgevolgd door Henry Hambeukers, zijn rechterhand sinds augustus vorig jaar.
Belkis Osepa in gesprek met David van Delft
Cultuur
In het begin moest Van Delft zijn draai nog vinden op Bonaire. Hij was beland in een andere wereld die een andere aanpak vergt. Hij kreeg te maken met een andere cultuur, andere opvattingen, andere manier van leven en een andere taal. Hij heeft het zich allemaal eigen gemaakt.
Van Delft: “Elke dag komen mensen met de ‘fiskal’ praten over onderwerpen die niets te maken hebben met zijn werk. We praten dan over overstekende ezels, gaten in de wegen, verloren koffers, erfenissen, echtscheidingen en problemen met kinderen. Je moet flexibel zijn en toegankelijk. Je moet kunnen verdiepen in de problematiek van de bewoners.”
Rum
Van Delft merkt op dat justitie in Nederland niet altijd snapt dat het werk bij het OM op Bonaire soms anders aangepakt moet worden dan in Europees Nederland. “Europese Nederlanders hebben meer moeite met mijn functioneren dan de lokale mensen. Er zijn Nederlanders die over de vloer komen en soms hogelijk verbaasd zijn over de wijze waarop ik hier met mensen omga. En soms bedenken we oplossingen, waarbij Nederland zich afvraagt of je soms teveel rum hebt gedronken. Niet iedereen snapt het, maar het lukt me over het algemeen wel om het uit te leggen.”
Van Delft verlaat Bonaire met de Zambezi-zaak nog steeds onder de rechter. Met die zaak werd corruptie in de politiek op Bonaire ter discussie gesteld in de rechtszaal.Het OM heeft grote tegenslagen gekend in de Zambezi-zaak, maar toch ziet Van Delft het niet als een blamage. Hij wil niet inhoudelijk op de zaak ingaan zolang die nog steeds onder de rechter is. Het verloop van de Zambezi-zaak geeft aan dat er verschil van inzicht is tussen het OM, de rechters en de verdediging, zegt Van Delft: “Daar is niets bijzonders aan. Rechters zijn er om een zelfstandig oordeel te vormen.”
Het OM blijft op het standpunt staan dat de rechters in de Zambezi-zaak beslissingen hebben genomen waar het OM volstrekt mee oneens is. “Ik denk zelf dat het goed is dat de zaak bij de Hoge Raad terecht komt om te kijken naar het verloop en die interpretaties.”
Averij
De Zambezi-zaak heeft veel aandacht gekregen zowel op de Caribische eilanden als in Nederland. “Ik vat het zakelijk op. Maar nee, blij ben ik niet. Het hoort bij dit vak. Als je geen averij wil oplopen, moet je geen officier van Justitie worden. Als rechter kan je altijd zelf beslissen en hoef je geen verantwoordelijkheid af te leggen. Als officier van Justitie leef ik met de wetenschap dat er meestal verschil van inzicht is met de advocatuur en regelmatig met een rechter.”
Het Openbaar Ministerie op de BES heeft de afgelopen jaren frequenter politieke strafzaken op de tafel gekregen voor behandeling. Daardoor, zegt Van Delft, is er meer bewustzijn in de gemeenschap dat corrupt handelen moet worden aangepakt.
Over beïnvloeding door de politiek is hij stellig. Hij heeft nooit het gevoel gehad onder politieke druk te zijn geweest. Er is wel geprobeerd contact met hem te zoeken, maar hij is daar nooit op in gegaan. “Vanaf het begin was ik heel duidelijk. Ik heb altijd zo vriendelijk mogelijke afstand gehouden. Mijn vak en politiek zijn strikt gescheiden.”
Door Belkis Osepa