Taalonderwijs op Governor De Graaff School in St. Eustatius - foto: The Daily Herald/Althea Merkman

Taalonderwijs op Governor De Graaff School in St. Eustatius – foto: The Daily Herald/Althea Merkman

ORANJESTAD – Een onderzoek naar de instructietaal op scholen leidt tot veel discussie in St. Eustatius. Uit het onderzoek “Language of instruction in St. Eustatius,” blijkt dat Statianen vinden dat leerlingen zowel het Engels als het Nederlands op een goed niveau moeten leren beheersen.

 
De onderzoekers concluderen echter dat het Nederlands als instructietaal momenteel voor leerlingen een hinderpaal vormt voor het behalen van goede schoolresultaten en voor het doorstromen naar vervolgonderwijs.

 
Voertaal
Het onderzoek is door deskundigen van de universiteiten van Aruba, Utrecht en Puerto Rico is verricht. Om een goede taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels te bereiken, stellen de onderzoekers dat Engels de voertaal dient te zijn in alle vormen van onderwijs op het eiland, omdat Engels voor de meerderheid van de leerlingen de eerste of tweede taal is.

 
Nederlands moet volgens de wetenschappers als vreemde taal worden onderwezen, omdat die taal nauwelijks in het dagelijks leven op het eiland wordt gebruikt. In het openbare leven wordt vooral Engels gesproken. Op de meeste lagere scholen wordt vooral les gegeven in het Engels, maar op de enige middelbare school van het eiland worden lessen in het Nederlands gegeven en worden de examens in het Nederlands afgenomen.

 
De onderwijsinspectie heeft geconstateerd dat veel leerlingen op de middelbare school met taal- en ander leerachterstanden kampen. De tegenvallende (eindexamen) resultaten zijn mede aan tekortschietende kennis van het Nederlands te wijten.

 
Extra lesuren
Bij de staatkundige veranderingen heeft het toenmalige eilandbestuur en het ministerie van Onderwijs afgesproken dat er aan gewerkt zou worden om de kwaliteit van het onderwijs voor 2016 te brengen naar een voor Europees én Caribisch Nederland aanvaardbaar niveau. Op de scholen worden daarom sindsdien extra lesuren besteed aan onder andere de Nederlandse taal. Deze maand start een haalbaarheidsstudie, die moet uitwijzen welk taalbeleid het best aansluit bij de lokale context en mogelijkheden.

 
Er is inmiddels een levendige discussie op de lokale radio en op Internet op gang gekomen over de voor- en nadelen van Nederlands- en Engelstalig onderwijs. “Ik ben ervan overtuigd dat veel meer Statianen hun studies aan LBO, MBO, HBO en universiteit hadden afgemaakt als de taal niet zo’n dilemma was. Veel meer mensen zouden doorstuderen of hun studies sneller afmaken als ze niet zo zouden worstelen met het Nederlands”, luidt een van de commentaren.

 
“Ik begrijp dat het makkelijker zou zijn om les te gaan geven in het Engels, omdat de kinderen het lesmateriaal dan beter kunnen begrijpen. Maar de lessen Nederlands moeten daar niet onder lijden. Ik vind dat er meer lesuren per week aan Nederlands moeten worden besteed op de lagere- en op de middelbare school. Hoe jonger kinderen starten met een tweede taal, hoe gemakkelijker zij die oppakken”, liet een moeder weten.

 
Volle wasdom
Gedeputeerde van Onderwijs Reginald Zaandam riep leerkrachten en andere werkers in het onderwijsveld op om mee te werken aan het onderzoek, dat er toe moet leiden dat de jeugd van het eiland “tot volle wasdom zal komen.” Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker en het bestuurscollege zullen de resultaten van de haalbaarheidsstudie in juni tijdens de Caribisch Nederland Week bespreken.

 
Door John van Kerkhof