Still uit de dreigvideo die na de moord op Helmin Wiels verscheen
WILLEMSTAD – De rechter heeft vanmiddag het vonnis tegen de makers van de dreigvideo, Valentino en Hermann Martis, bevestigd. De broers gingen in hoger beroep, omdat zij menen nooit opzettelijk een dreiging te hebben willen vormen voor Curaçao.
Advocaat van de broers, Alicia Bonk, is enigszins verbaasd over het vonnis. “Ik had dit niet helemaal verwacht en ben het niet eens met de overwegingen van de rechter om dit vonnis uit te spreken.”
Elisa Koek in gesprek met advocaat Alicia Blonk
De verdediging verklaarde dat de dreigvideo bedoeld was als trailer voor een documentaire over maatschappelijk problemen. “Onze passie voor het maken van dit soort films en trailers is ontstaan doordat wij als jongeren de toekomst zijn van Curaçao. Wij willen een beter Curaçao zien voor ons allemaal”, verklaarde Hermann Martis eerder in een interview met Caribisch Netwerk. De verdediging verklaarde ook dat er geen verband was tussen de video van de jongens en de dood van politicus Helmin Wiels of de opstand op 30 mei 1969.
Opzet in het spel
“Het verhaal is totaal ongeloofwaardig”, stelde de rechter vandaag. Dit oordeel werd gevormd door het moment waarop de video werd gepubliceerd op youtube, enkele uren na Wiels’ dood; door de beschrijving onder de video en door het noemen van de datum 30 mei 1969. “De makers weten dat deze datum een beladen karakter heeft. Dit in combinatie met de bedreiging met vervormde stem wijst erop dat zowel de inhoud als de omstandigheden heel bewust zijn uitgekozen.”
Bewijzen nihil
Advocaat Bonk stelt dat de bewijzen die de rechter aanvoerde te verwaarlozen zijn. “Er zijn bewijzen aangevoerd dat mijn cliënten de video hebben gemaakt en geplaatst. Dit is echter niet het punt waarop ze nu veroordeeld zijn. Ik heb in mijn pleidooi gezegd dat deze bewijzen nihil waren. Het is duidelijk dat zij overtuigd zijn dat mijn cliënten de video hebben gemaakt als bedreiging, maar dit moet je ook wettelijk bewijzen. In mijn opinie als advocaat is dit niet voldoende gebeurd.”
Cassatie
Valentino gaf al eerder aan dat hij en zijn broer de zaak zullen aanvechten tot het bittere einde. Of de gebroeders Martis inderdaad in cassatie gaan, weet Bonk nog niet. “De beslissing is aan mijn cliënten, maar ik denk wel dat het zinvol is. Als we in cassatie gaan, komen we bij de Hoge Raad en daar draait het niet meer om de feitelijke behandeling van de zaak maar om de beoordeling van de rechtsspraak.”
Volgens Blonk draait het slechts om de beoordeling: “Wanneer is er sprake van opzet, wanneer is er sprake van voorwaardelijke opzet en wanneer is er echt sprake van bedreiging? Ik ga het nieuws van vandaag eerst met de broers bespreken en dan kijken we of we verder gaan.”
Door Elisa Koek