Studie- en beroepenmarkt op Bonaire - foto: Belkis Osepa

Studie- en beroepenmarkt op Bonaire – foto: Belkis Osepa

KRALENDIJK – ‘Over de hele linie verdient het onderwijs op Bonaire veel meer aandacht.’ Dat stelt Gilbert van Arneman secretaris van de onderwijsvakbond Simabo en lid van de medezeggenschapsraad van de Scholengemeenschap Bonaire (SGB). Docenten van de SGB hebben onder leiding van Simabo een vreedzaam protest georganiseerd tijdens het koninklijk bezoek op Bonaire om die aandacht op te eisen.

Arneman geeft rekenen en wiskunde aan havo en vwo leerlingen in de onderbouw. Het personeel heeft te horen heeft gekregen dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de SGB niet meer volledig kan bekostigen. De docenten zijn toen in actie gekomen, “niet voor ons zelf, maar om te voorkomen dat de leerlingen de dupe worden.”

De achterstand in het onderwijs op Bonaire is op alle schoolniveaus te vinden. Er is sprake van rekenachterstand, taalachterstand en sociale achterstand bij de kinderen op Bonaire. Over het algemeen hebben de studenten op de SGB een achterstand van twee á drie jaar op de lagere niveaus van het middelbaar onderwijs. Op havo en vwo is de achterstand een half jaar, geeft Van Arneman aan. “Maar daar gaat het niet om. Het gaat om hoe we die achterstand wegwerken.”

Toekomstperspectief
De Bonairiaanse studenten zijn bewust van het belang van onderwijs voor een beter toekomstperspectief. Ze kwamen massaal af op de studie- en beroepenmarkt die voor de tiende keer gehouden werd. Studenten vinden dat zij sinds oktober 2010 meer studie- en beroepsmogelijkheden hebben op het eiland zelf. Ze zijn ook kritisch over zichzelf.  “Je moet presteren en je kansen pakken, anders bereik je je droom niet”, zegt een toekomstige muziekproducer en rapper.

Belkis Osepa sprak met leerlingen op de studie- en beroepenmarkt

Gesprekspartner
De docenten hebben hun eerste succes behaald. Sinds woensdag hebben ze zich verenigd in Simabo en van de medezeggenschapsraad van de SGB de toezegging gekregen gesprekspartner te zijn, samen met de directie en het schoolbestuur. Door dialoog met OCW moet er een oplossing komen, vindt Van Arneman.

Sinds 10-10-10 wordt het onderwijs op de BES-eilanden genoemd als het eerste gebied dat verbeterd is. Dat klopt, maar dat komt door het onderwijzend personeel, zegt Van Arneman. “Om het predicaat ‘slechte school’ weg te poetsen fungeren docenten en leerkrachten als politieagent, maatschappelijk werker, ouder, noem maar op. Nu met minder geld wordt het verbetertraject halverwege gestopt.”

Van Arneman haalt het recente rapport van Unicef aan over kinderrechten, waarin duidelijk wordt aangegeven hoe de situatie ervoor staat met kinderen in Caribisch Nederland. De sociale achterstand van de lokale kinderen is niet te vergelijken met die van de kinderen in bijvoorbeeld Rotterdam-Zuid. “Juist daarom hebben we fondsen nodig om die achterstanden weg te werken. Als we de achterstand niet meenemen in de financiering betekent dat een verzwaring van het werk en wordt het onderwijsaanbod minder.”

Door te korten op onderwijs, wordt het de docenten moeilijk gemaakt het werk naar behoren te doen”, zegt Van Arneman, “dan kan de inspectie van OCW niets meer eisen, want ze hebben ons de riemen afgepakt om te roeien.”

Door Belkis Osepa