Het Curaçaose honkbalteam (foto door Rob Jelsma)

Het Curaçaose honkbalteam (foto door Rob Jelsma)

WILLEMSTAD – Het Curaçaose honkbalteam versloeg vorige maand voor het eerst in de geschiedenis het Nederlandse team tijdens de World Port Tournament (WPT) in Rotterdam . “Dit gevoel was onbeschrijflijk groot”, vertelt Thakaidzwa Doran, voorzitter van het bestuur van de Curaçaose honkbalbond Febeko. Helaas verloren de Curaçaoënaars de tweede wedstrijd tegen de Nederlanders en moesten naar huis. “Dit verlies kwam hard aan, maar we hebben de knop omgezet en we gaan gewoon door.”

Thakaidzwa Doran vertelt over het WPT tegen verslaggever Elisa Koek


De tweede wedstrijd tussen Curaçao en Nederland zorgde in Rotterdam voor een overvol stadion. “Er stond een grote groep Antillianen voor het stadion, maar er was geen plek meer: de wedstrijd was totaal uitverkocht”, vertelt Doran. “Uiteindelijk zijn alle deuren opengegooid zodat iedereen naar binnen kon. Het verlies was uiteindelijk pijnlijk, vooral omdat we in eerste instantie voor stonden. We zijn altijd de ‘underdog’ geweest en de eerste overwinning op Nederland had ons veel energie gegeven. We waren helemaal klaar voor de volgende overwinning, maar helaas was het spelniveau toch te hoog voor ons.”

Quincy Martina (rechts) en Thakaidzwa Doran (links) Foto door Elisa Koek

Quincy Martina (rechts) en Thakaidzwa Doran (links) Foto door Elisa Koek


Paar uurtjes trainen
Volgens Doran is het niet vreemd dat de Curaçaoënaars niet volledig mee kunnen doen op internationaal niveau. “Spelers in Nederland of Cuba maken van honkbal hun beroep en trainen zeker acht uur per dag. De jongens hier moeten gewoon werken en hebben ’s avonds nog een paar uurtjes waarin zij kunnen trainen. Na jaren loopt het verschil tussen honkballers hier en professionelen op en merk je dat het niveau internationaal hoger is. Toch gaan we ontzettend vooruit met de middelen die we hebben. Ik ben ervan overtuig dat we zouden kunnen winnen wanneer de jongens hier dezelfde training, tijd en mogelijkheden zouden hebben als bijvoorbeeld in Nederland.”


“We wilden ‘revenge’!”
Quincy Martina was een van de spelers in het Curaçaose team. Ook voor hem was de overwinning tegen Nederland legendarisch. “Eigenlijk was dat het doel sinds we begonnen met trainen. We hebben al twee keer verloren van Nederland en we wilden revanche. Dit lukte ook en was een emotioneel moment. Helaas verloren we de tweede wedstrijd en dit was even slikken. Het moment dat je je realiseert dat het over is, doet veel pijn. We waren heel serieus en gefocust op de wedstrijd, maar hebben toch verloren.”


Voor Martina was het de tweede keer dat hij meedeed aan het WPT: hij was daarom goed voorbereid. “Ik wist dat het veel stress zou geven en vermoeiend zou zijn, maar ik had me hierop ingesteld. Het team was dit jaar ook erg hecht en dit maakte het makkelijker. Tussen de wedstrijden door speelden we domino, gingen we uit en konden we over alles praten. Het is jammer dat we het niet gehaald hebben, maar we zijn allemaal blij met wat we hebben gepresteerd en gingen met een goed gevoel terug. Volgende keer proberen we het weer en dan met nieuwe talenten erbij.”

Door Elisa Koek