Mauris Henriquez tekent het register Foto: Leoni Leidel-Schenk

Mauris Henriquez tekent het register Foto: Leoni Leidel-Schenk

WILLEMSTAD – Het is 10.00 uur op 6 mei, de ochtend nadat Pueblo Soberano-leider Helmin Wiels is doodgeschoten. Het kantoor van de partij stroomt langzaam vol met geëmotioneerde aanhangers van de overleden partijleider. Het condoleanceregister is al voor de helft volgeschreven. Ook Mauris Henriquez tekent het register. “Dit is een zeer grote tegenslag. Het is onbegrijpelijk. Maar zo gaat het met personen die opkomen voor mensenrechten”, zegt de aangeslagen Henriquez. “Hij was een man van het volk.”

Aivi Stacie heeft de hele nacht niet geslapen. “Ik voel me vreselijk, ik heb geen woorden en ik voel heel veel verdriet. Maar we moeten door. We moeten klaar staan voor heel Curaçao. Het hele volk is verbijsterd. We moeten hen opvangen.” Wiels wist dat het zou gaan gebeuren en de partij wist het ook. “We weten allang dat hij misschien het einde van het jaar niet zou halen. Hij zei het zelf, van de week weer: Als ik er niet meer ben, dan moeten jullie het oppakken en doorgaan.”

Een reportage van Belkis Osepa

Stacie (63) kent Helmin Wiels al 28 jaar. Samen hebben zij als sociale werkers veel welzijnswerk verricht. Ze is medewerkster in het partijgebouw van Pueblo Soberano en naaste medewerkster van Wiels en minister Sherwin Josepha. Met tranen in haar ogen vertelt ze wie Helmin Wiels was: “Hij is een echte hele leuke man. Hij is een hele goede vriend, broer, vader voor velen.”

Getraind
Niet alleen Stacie, maar veel andere sympathisanten en leden van de partij zijn ervan overtuigd dat de partij sterker zal worden. Stacie: “We zijn getraind door die man. We kennen zijn kenmerken en weten wat de ideologie is. We weten waar we naar toe gaan met Pueblo Soberano. Er zijn grote mannen in de organisatie, die Wiels kunnen opvolgen. En ze zitten niet stil.”

Bodyguards
Harold Lauffer staat voor het partijgebouw met zijn vrouw, dochter en kleinzoon. De familie staat er met tranen in hun ogen. “ Wiels is op gruwelijke wijze gestopt. Maar ze vergeten dat er een God bestaat. God heeft er voor gekozen om hem weg te nemen”, vertelt Harold Lauffer met een trillende stem. Zijn dochter, die een sterke band had met Wiels,was gisteren jarig. Hij vertelt dat Wiels niet geloofde in bodyguards om hem heen. “Maar omdat hij de laatste tijd veel bedreigd werd, had hij toch geaccepteerd om doordeweeks beveiliging met zich mee te nemen. Alleen niet in het weekend. En dat wisten ze.”

Mikpunt
Stacie vertelt emotioneel, maar toch kalm en berust, dat de moord op Wiels niet een verrassing was. Hij kreeg bedreigingen en werd uitgescholden. Hij was het mikpunt, volgens Stacie, omdat er onpopulaire maatregelen genomen moesten worden. “Maar niet alleen hij nam de maatregelen, de hele overheid deed dat. Hij streed voor een betere Curaçao.”

Strijd
Wiels wist dat het zou gaan gebeuren en de partij wist het ook. “We weten allang dat hij misschien het einde van het jaar niet zou halen. Hij zei het zelf, van de week weer: Als ik er niet meer ben, dan moeten jullie het oppakken en doorgaan. Hij voelde het aankomen. En het is omdat hij de kern van de corruptie heeft bereikt. Een grote bom zou vandaag ontploffen. Ze dachten met hem uit de weg, dan zal het niet gebeuren. Maar dan hebben ze het mis, want onze strijd gaat door.”

Door: Belkis Osepa en Leoni Leidel-Schenk