DEN HAAG – Kinderrechten verbeteren in het Caribische deel van het Koninkrijk lukt alleen met een integrale aanpak. Het is een gezamenlijk streven waarbij qua tempo rekening gehouden moet worden met de draagkracht van de organisaties op de eilanden zelf en de wensen van de bevolking. Alleen dan kan een duurzame verbetering slagen. Dat schrijft minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties namens alle betrokken ministeries in een brief aan de Tweede Kamer.

Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt dat iedereen ziet dat een integrale aanpak nodig is. Maar zo’n aanpak is pas effectief op de langere termijn. “Het structureel verbeteren van de positie en rechten van kinderen heeft de aandacht van het kabinet”, aldus Plasterk. ”Het uitgangspunt is dat de stem van kinderen wordt gehoord zodat ze gezond, veilig, prettig en met goede toekomstperspectieven kunnen opgroeien. Nederland wil zich, samen met de landen in het Koninkrijk en de openbare lichamen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, blijven inzetten om de situatie van kinderen in het Caribisch deel van het Koninkrijk te verbeteren.”

Alle betrokken ministeries geven aan bezig te zijn met plannen om specifieke problemen in Caribisch Nederland aan te pakken. Het ministerie van Sociale Zaken werkt bijvoorbeeld aan een plan rond armoedebestrijding, het ministerie van Justitie onderzoekt jeugdcriminaliteit en huiselijk geweld en het ministerie van Volksgezondheid kijkt naar jeugdzorg en arbeidsperspectieven.

Sint Maarten, Curaçao en Aruba
De landen Sint Maarten, Curaçao en Aruba zullen de komende jaren vooral zelf moeten investeren in het verbeteren van kinderrechten en zoeken naar onderlinge samenwerkingsmogelijkheden, aldus Plasterk. Maar Nederland heeft wel een handje geholpen. Er zijn tijdens het Koninkrijksberaad bijvoorbeeld afspraken gemaakt om samen te werken om het aantal tienermoeders terug te dringen.

Voor Sint Maarten en Curaçao draagt Nederland bij aan het verbeteren van kinderrechten door deelname aan een aantal samenwerkingsprogramma’s, deels vanuit het Sociaal Economisch Initiatief (SEI). Hierdoor hebben deze landen onder meer innovaties in het onderwijs en sociale vormingsplicht kunnen realiseren, aldus de minister in de brief. Ook Aruba heeft deelgenomen aan diverse (onderwijs)projecten. Tussen Aruba en Nederland is een samenwerkingsprotocol getekend voor ontwikkeling van het onderwijs.

Op 26 juni vindt in de Tweede Kamer een debat plaats met minister Plasterk en staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid over kinderrechten in het Caribische deel van het Koninkrijk naar aanleiding van de recent verschenen Unicef-rapporten over dit onderwerp, waaruit blijkt dat er veel verbeteringen nodig zijn.

door: Jamila Baaziz