KRALENDIJK – De beperkte beheersing van het Nederlands door de jeugd is een probleem in het primair onderwijs op Bonaire, maar ook in het voortgezet onderwijs spelen taalproblemen een negatieve rol in de schoolprestaties en vervolgstudie van de scholieren.DSCN8145[1]

Een groepsgesprek met Donya Batta ( 16, havo), Canric Wout (16, vwo) en Kjelld Kroon (17, vwo).

Staatsecretaris Sander Dekker kreeg vorige week een rondleiding op de havo/vwo-school Liseo Boneriano. Deze school is al bijna twee jaar gehuisvest in een nieuw en modern gebouw. De scholieren en docenten hebben supermoderne faciliteiten en nieuwe schoolmaterialen tot hun beschikking. Tijdens de rondleiding gaven zowel de scholieren als de docenten aan dat de beheersing van het Nederlands een struikelblok is voor het vervolgonderwijs. De docenten geven aan dat sommige anderstalige scholieren op een lager onderwijsniveau terecht komen, hoewel zij de potentie hebben om het voortgezet onderwijs te volgen op havo- of vwo niveau.

Achterstanden
Staatsecretaris Dekker erkent dat de taalproblemen in het voortgezet onderwijs te maken hebben met opgelopen achterstanden in het basisonderwijs. Het streven is om leerlingen in het basisonderwijs zo snel mogelijk in aanraking te laten komen met het Nederlands. “Eerst krijgen zij het Nederlands als vak, daarna wordt overgestapt naar het Nederlands als instructietaal.”

Het taalprobleem zou kunnen opgelost worden door schakelklassen te vormen tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Op Bonaire werken een aantal scholen aan deze oplossing om het Nederlands een heel jaar bij te spijkeren.

Verantwoord uitgeven
Het ministerie van onderwijs heeft sinds oktober 2010 extra geld uitgetrokken om Nederlands en rekenen op een hoger niveau te brengen. “De scholen hebben het geld ontvangen. Ze moeten dat op een goede en verantwoorde manier uitgeven.”

De scholieren van Liseo Boneriano die Dekker een rondleiding hebben gegeven op hun school vertelden Dekker over hun zorgen over de integratie van Bonairiaanse studenten in Nederland, omdat zij het Nederlands niet goed beheersen.

Door: Belkis Osepa