‘Curaçaoënaars zitten niet altijd te wachten op kennis uit Nederland’

Foto: Renshonique Antonia

WILLEMSTAD – Curaçaoënaars die in Nederland hebben gestudeerd of er zijn geboren worden op Curaçao makamba pretu genoemd, oftewel ‘verkaasde’ Antilliaan.

Deze stempel kan demotiverend werken; het rapport ‘We are deeply rooted’, een onderzoek van adviesbureau PBLQ, concludeert dat de meeste studenten na hun studie terug willen naar hun geboorte-eiland, maar dat door verschillende factoren vaak toch niet doen. Er zijn zelfs speciale projecten om de afgestudeerde Antilliaan te stimuleren het toch te proberen op de eilanden.

Sharemy Bloem (35), assistent supervisor: “Curaçaoënaars zitten niet altijd te wachten op jouw kennis vanuit Nederland. Ik snap de makamba pretu uitspraak wel, want er zijn wel degelijk terugkerende Antillianen die alles beter denken te weten.”

De makamba pretu uitspraak kan er voor zorgen dat afgestudeerde Antillianen wegblijven – foto: Renshonique Antonia

Niet te betweterig
“Ik begrijp wat mensen ermee willen zeggen, maar de term makamba pretu wordt te makkelijk gebruikt, redeneert Yolanda Wiel (40), beeldend therapeut. Caimin Douglas (39), ondernemer en oud-topsporter: “De uitspraak doet mij niks. Curaçaoënaars staan open voor je kennis, maar je moet voorzichtig zijn met de manier waarop je dit overbrengt. Als jij het volk respecteert en niet te betweterig bent, dan kun je het ver schoppen.”

Volgens Douglas moet een Antilliaan in Nederland zich juist meer bewijzen dan op Curaçao. “Als Antilliaanse topsporter die voor Nederland uitkomt wordt succes door je Nederlandse collega’s niet altijd gegund’’.

Papiamentu
Volgens Sue-Ellen Quarton (32), frontofficemedewerker, wordt een terugkerende Antilliaan in de Curaçaose gemeenschap sneller gewaardeerd als je Papiamentu spreekt. “Als je ergens binnenloopt met je gebruinde huid en Nederlands gaat praten, kan dat verkeerd uitpakken.”

Wiel: “Omdat ik bruin ben en goed Nederlands spreek, noemden mijn collega’s mij een Surinamer.” Douglas: “De Curaçaoënaars die roepen dat je Papiamentu en geen Nederlands moet spreken hebben wel een punt. In Nederland moet je ook Nederlands praten.”

Jarzinho Adelina (48), docent beeldende kunst, heeft veel tegenslagen bij zijn terugkeer moeten overwinnen. ‘’Als je een kruiwagen met een breed netwerk hebt, zijn er voldoende mogelijkheden op het eiland. Maar je kan niet overenthousiast uit Nederland komen en denken dat alle deuren voor jou opengaan.’’

De juiste mensen kennen
Quarton vult aan: “Negen van de tien keer krijg je geen antwoord op je sollicitatie, tenzij je de juiste mensen kent.” Volgens Douglas heeft zijn sportachtergrond niks te maken met de kansen die hij op het eiland kreeg. “Mijn vrienden hebben eerder een kans gekregen om op het eiland te werken, dus mijn verleden als topsporter heeft het voor mij niet makkelijker gemaakt’’.

De ‘makamba pretu’ uitspraak kan een invloed hebben op de keuze van Antillianen om wel of niet op Curaçao te blijven. Wiel: “Ik zou aanraden om wel terug te gaan naar het eiland en er te blijven wonen. Hoe meer variëteit er is op het eiland, hoe meer we open staan voor groei, en groei is belangrijk.”