Suriname vierde op dinsdag 25 november 2025 het 50-jarig jubileum van de onafhankelijkheid van Nederland, ook wel bekend als ‘Srefidensi Dey’. Op deze dag in 1975 werd Suriname een zelfstandige republiek na ruim 300 jaar koloniale overheersing. Voor Caribisch Netwerk is Dulce Koopman met Surinamers gaan praten die zich hebben gevestigd in het Koninkrijk, waar ze vaak diep zijn geworteld. Hoe kijken zij naar die speciale datum? Hoe kijken ze naar hun land? Vandaag deel 5: Annie Zinhagel in Nederland.
Vijftig jaar na de onafhankelijkheid van Suriname is de Surinaamse gemeenschap in Nederland groter, hechter en invloedrijker dan ooit. Maar met dat halve eeuwfeest komt ook een moment van bezinning: wat hebben Surinamers in Nederland gewonnen, verloren, vastgehouden en doorgegeven? En hoe blijft een gemeenschap die al generaties lang tussen twee werelden leeft, verbonden met haar wortels?
Niemand voelt die vragen meer dan Annie Zinhagel, voorzitter van Stichting Surinameoso — een ontmoetingsplek waar Surinamers in Nederland elkaar vinden, vieren, ondersteunen en soms ook helen. De stichting, die al jarenlang culturele activiteiten, sociale bijeenkomsten en educatieve programma’s organiseert, speelt een cruciale rol in het samenbrengen van een gemeenschap waarvan de geschiedenis rijk en complex is.
Voor Zinhagel is het 50-jarig onafhankelijkheidsjubileum zowel een viering als een uitnodiging tot gesprek. Ze ziet hoe de oudere generaties, die de turbulente decennia vóór en na 1975 van dichtbij meemaakten, vaak zwijgzaam blijven over die periode — uit pijn, uit voorzichtigheid, of simpelweg omdat ze ‘verder wilden’. Maar juist dat zwijgen, zegt ze, maakt het des te belangrijker om ruimte te creëren voor verhalen, ontmoeting en begrip.
In dit interview reflecteert Zinhagel niet alleen op het belang van de stichting, maar ook op de kracht, uitdagingen en toekomst van Surinamers in Nederland. Ze spreekt openhartig over de noodzaak om het verleden bespreekbaar te maken, over de rol van Surinameoso voor jong en oud, en over haar persoonlijke wens om de gemeenschap sterker, zichtbaarder en trotser te maken in de komende vijftig jaar.
Kunt u uitleggen wat Stichting Surinameoso precies doet en waarom zij zo belangrijk is voor de Surinaamse diaspora in Nederland?
“Stichting Surinameoso is een stichting die in leven is geroepen om de Surinamer te helpen en dat doen we op basis van 5 pijlers. Dat is KOCET. K van Kunst, O van Ondernemersschap, C van Cultuur, E van Educatie en de T van Toerisme. Op die gebieden proberen we Surinamers in Nederland en in Suriname te verbinden aan elkaar, maar ook elkaar de ruimte en het platform te geven om elkaar te vinden.”
Welke behoeften zag u binnen de gemeenschap die aanleiding waren voor het ontstaan van Surinameoso?
“Als je kijkt naar de Surinamers die in Nederland zijn, en de stichtingen die overgebleven zijn ter bevordering van de cultuur en de educatie, dan merk je dat er heel veel verloren is gegaan. Dat er heel weinig stichtingen zijn die zich echt inzetten om de twee landen dichter bij elkaar te brengen.”
Hoeveel Surinamers bereikt de stichting momenteel, en hoe ziet uw achterban eruit?
“Op dit moment heb ik geen aantallen van hoeveel wij bereiken, maar ik weet wel dat mensen ons kunnen vinden via de website. Wij hebben evenementen gehouden met 100-200 mensen, we doen cursussen, waarbij wij al zeker honderd mensen lessen hebben gegeven. Dus qua bereik in aantallen kan ik niet duidelijk aangeven hoe groot onze achterban is.”
Op welke manier draagt Surinameoso bij aan het behouden en doorgeven van de Surinaamse cultuur aan de nieuwe generaties in Nederland?
“We proberen via evenementen, waarbij wij rolmodellen uitnodigen en het hoeft niet per se bekende rolmodellen te zijn. Maar rolmodellen die soms van Antilliaanse of Afrikaanse achtergrond zijn. En proberen wij de mensen die in functie zijn hun verhaal te laten vertellen, hoe zij bijvoorbeeld in Nederland succesvol zijn geworden. Daarbij kan het om heel verschillende rolmodellen gaan, zoals een zwarte vrouw in olievaten sealing. Maar ik heb ook weleens ondernemers in Suriname telefonisch laten interviewen, zodat mensen die op het evenement waren vragen konden stellen over hoe het staat in Suriname. Dus wij doen aan overdracht via evenementen. Wij geven ook Surinaamse lessen, en dat gebeurt op locatie, of online en we proberen het daar over te dragen. Daarnaast hebben wij een koloniale wandeling, waarbij we wandelen langs de sporen die er in Rotterdam zijn. We hebben nu een wandeling van Delfshaven tot in de binnenstad, waarbij wij sporen van de slavernij aan de jongeren proberen mee te geven.Want je loopt door Rotterdam en dan zul je net zoveel sporen vinden die in Amsterdam heel duidelijk zijn, maar in Rotterdam een klein beetje meer zijn verborgen. Aan het verhaal van de sporen vertellen wij het verhaal van de slavernij en de bevrijding.”
Ziet u verschillen tussen oudere en jongere generaties Surinamers in hoe zij omgaan met hun Surinaamse identiteit?
“Ik kan vertellen dat de oudere generaties niet graag over die periode praten. Het is hun ook geleerd, dat het een gesloten boek moet zijn. Ze mochten dus niet praten en vroegen ook niets. Ik merk dat de generatie Gen Z, de demografische groep die geboren is tussen ongeveer 1997 en 2012, wel meer geinteresseerd zijn in hun roots, in hun Afrikaanschap, in hun Surinameschap en dat zij op zoek gaan naar waar ze echt vandaan komen.”
Hoe staan jullie als stichting stil bij het 50-jarig jubileum van de onafhankelijkheid?
“Als stichting hebben wij dit jaar geen evenement gedaan, omdat het een groot getal is en er zijn genoeg evenementen in Rotterdam, die heel veel aandacht hebben getrokken. Zoals een concert in De Doelen, waar ik ook bij aanwezig was en heb geholpen.”
Waarom is het belangrijk dat Surinamers in Nederland deze mijlpaal samen herdenken en vieren?
“50 jaar onafhankelijk is heel wat. Maar als je het vergelijkt met andere landen is het weer heel weinig. Dus wij zijn een jonge natie en wij zijn nog zoekende naar hoe wij Suriname willen neerzetten. De bestuurders zijn bezig met hoe zij dit kunnen aanpakken, en jongeren kijken meer naar Suriname als hoe zij de de toekomst tegemoet zien.”
Met welke problemen of behoeften kloppen Surinamers het meest bij Surinameoso aan?
“Bij mijn stichting is het meer van ‘wij willen de taal leren’, ‘kunnen jullie ons helpen met hoe wij vergunningen kunnen krijgen’, maar daar zijn wij niet voor.We worden heel vaak gebeld met de vraag hoe ze in Nederland kunnen blijven. De stichting is eigenlijk ter bevordering van de 5 pijlers. Mensen kloppen daar veel voor aan. Maar ook voor taallessen. Dit is een belangrijk gegeven. Dan heb je die kinderen die vaak de Surinaamse taal niet leren, waardoor de taal dreigt verloren te gaan.”
Wat maakt u het meest trots op de Surinaamse gemeenschap in Nederland?
“Als je kijkt naar de voetbalwedstrijd van het Surinaamse elftal laatst, dan merk je de trots van Suriname. En dat is wel mooi. In het voetbal kun je zien dat alle culturen en alle kleuren die Suriname heeft bij elkaar komen om, net zoals op Curacao, het elftal aan te moedigen om te winnen. Dit vind ik een hele mooie situatie ok trots op te zijn.”
Heeft u een bijzondere herinnering aan Suriname of de Surinaamse cultuur die uw werk bij Surinameoso inspireert?
“Toch wel de ouderen die zo hard gestreden hebben, en dan praat ik echt over diegenen die de slavernij hebben meegemaakt en altijd hebben gestreden om vrij te zijn en iets na te laten voor hun kinderen. Ik heb de slavernij zeker niet meegemaakt en die mensen zijn ons voorgegaan. Maar de verhalen worden van moeder/ouders op kinderen overgebracht. Onze vrijheid is het resultaat van wat zij hebben gedaan en waar zij voor hebben gestreden. En dat is reden om altijd trots te zijn.”
Welke hoop heeft u voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland?
“Ik hoop dat wij met z’n allen vooruit komen in Nederland. In Nederland waren wij ooit deel van Nederland en nu niet meer. Puur persoonlijk heb ik het gevoel dat wij meer steun van Nederland zouden moeten krijgen om die Surinaamse gemeenschap beter op weg te helpen.”
Wat zou u persoonlijk nog willen bereiken als voorzitter van Surinameoso?
“Ik zou een goede fonds willen ontvangen om die dingen waar wij voor staan, te kunnen ondernemen in Nederland. Want heel vaak als je fondsen aanvraagt, dan krijg je die gewoon niet.”
Met die wens sluit Zinhagel het gesprek af. Een oproep tot meer steun van Nederland.