Decembermoorden ook diepe impact op Caribische gemeenschap

Foto: 15 geëxecuteerden - werk van Kenneth Beeker

De impact van de Decembermoorden is ook op de Caribische gemeenschap zo groot, dat bij de volgende herdenking in Amsterdam ook officiële vertegenwoordigers van de eilanden moeten worden uitgenodigd. Dat zegt Romeo Hoost, organisator van de jaarlijkse herdenking in Amsterdam.

Vaak wordt gedacht dat de herdenking van de Decembermoorden een Surinaamse aangelegenheid is. Maar drie van de vijftien mensen, die in december 1982 in Suriname door het militaire regiem werden geëxecuteerd, hebben Caribische achtergrond.

Het gaat om de journalisten Frank Wijgaarde en Lesley Rahman die beiden op Aruba geboren zijn en om hun collega Bram Behr die op Curaçao geboren is. Allemaal werden ze vermoord nadat ze kritiek hadden geuit op het militaire regime.

Tekst gaat verder onder de video


Videoreportage door Sam Jones

Er zijn ook andere Antillianen die een band hebben met Suriname en getraumatiseerd zijn door de Decembermoorden. Ze vinden het belangrijk dat de geschiedenis over de moorden en de band die de Cariben met Suriname hebben niet vergeten wordt.

‘We spraken in het Papiaments, dan konden ze je niet verstaan als we afgeluisterd werden’
Helen Kamperveen

“We zaten naast elkaar. Voelden elkaars hartslag. Het was doodeng”. Zo ervaart Helen Kamperveen, geboren op Curaçao, de bange dagen rond 8 december 1982 in Suriname. Haar man, journalist Johnny Kamperveen van radio ABC, stond op de lijst om opgepakt en geëxecuteerd te worden.

Johnny was al vaker opgeroepen voor een gesprek met de militairen omdat ze het niet eens waren met zijn uitzendingen. Maar op het moment van de arrestatie waren de Kamperveens net verhuisd waardoor de militairen, die Johnny moesten oppakken, naar het oude adres waren gereden.

Intussen was bekend geworden dat André Kamperveen, de vader van Johnny en andere critici van de militairen ook waren opgepakt en doodgeschoten. “Toen sloeg de paniek echt toe. Doodschieten, dat waren we niet gewend”, vertelt Helen. Ze belde met haar zussen en moeder. “We spraken in het Papiaments, dan konden ze je niet verstaan als we afgeluisterd werden”.

“Op 8 december ben ik mijn onschuld kwijt geraakt”, zegt Helen. Het was een grimmige tijd. Ze vindt het onbegrijpelijk dat veel jongere Surinamers deze geschiedenis niet kennen. Begrijpelijk dat ook Antillianen daar niet van op de hoogte zijn. Maar het zou heel mooi zijn als er meer solidariteit zou zijn.

Helen is blij met de uitspaak van de rechter maar verwacht nu wel actie. “Ik verbaas me erover dat niemand in Suriname zegt dat die man nu moet terug treden ondanks al het bewijs dat is geleverd”.

‘Ik ging weg met in mijn ene hand mijn dochter en in de andere een koffer’
Noraly Beyer

“Er is een leven vóór de Decembermoorden en nà de Decembermoorden.” Dat zegt Noraly Beyer, geboren op Curaçao uit Surinaamse ouders. Noraly werkte als journalist bij de televisie in Suriname toen de 15 critici doodgeschoten. Er zaten geen familie of vrienden bij, maar Noraly heeft ze wel allemaal gekend. “Ze zijn op een brutale en gruwelijke manier weggerukt”.

Na de moorden is Noraly niet gevlucht. “Dat is niet het juiste woord”. Ze vertrok gedesillusioneerd naar Nederland. “Ik ben weggegaan om mijn hoofd te wassen. In mijn ene hand had ik mijn dochter en de andere een koffer.”

Volgens Noraly zijn de moorden niet alleen aanslag op het leven van de nabestaanden. “Het is een aanslag op goed bestuur op de hele samenleving. Heel Suriname is nabestaande van de Decembermoorden”.

Noraly komt nog regelmatig op de eilanden. Ze vindt het begrijpelijk dat Antillianen over het algemeen niet zoveel hebben met Suriname of met de Decembermoorden. Veel mensen weten ook niet dat drie van de vijftien geëxecuteerde critici op de eilanden geboren zijn omdat hun Surinaamse ouders daar werkten. “Dat is nooit zo gecommuniceerd”. Suriname ligt dan toch ver weg.

“Het is een blijvende wond in de herinnering”. Die wond werd onlangs nog eens opengelegd toen de rechter na jaren het vonnis voorlas met alle details van de foltering en executies van de critici. Noraly: “Dit vonnis is absoluut een historische mijlpaal. Een beginpunt voor heling en een les dat je de hoop nooit mag laten varen”.

‘Ik herkende Suriname niet meer toen ik na de moorden terug ging’
Glenn Helberg

“Ik herkende Suriname niet meer toen ik na de moorden terug ging”. Dat zegt Glenn Helberg. Hij is op Curaçao geboren uit Surinaamse ouders. Tot zijn 17 woonde hij op het eiland en ging daarna voor studie naar Nederland. Omdat zijn ouders een nauwe band hadden met Suriname groeide zijn interesse ook in het land.

Na de revolutie in 1980 was Glenn ook erg benieuwd hoe ze het in Suriname zouden gaan doen. Hij had er immers ook stage gelopen. Maar na de moorden kwam de kentering. Iedereen in het land was down. Men sprak niet hard op uit angst. “Het was een heel beklemmende sfeer”.

Het wil er bij Glenn niet in “dat je zegt dat je aan de ene kant tegen het koloniale systeem bent, maar aan de ander kant je eigen volk vermoordt”. Het gaat hem vooral om het grote geheel. Het dekolonisatie proces waar Nederland, de Antillen en Suriname onderdeel van uitmaken. De geschiedenis van de slavernij mag niet verzwegen worden maar ook de geschiedenis van de Decembermoorden moet gehoord worden.

‘Veel Antillianen vinden het een ver van mijn bed show, maar ik vind dat je het kritisch moet volgen’
Adelina Jones

 “Deze situatie is ontstaan omdat mensen onvoldoende kennis hebben om te beslissen wat ze willen”. Dat zegt Adelina Jones. Ze is Antilliaanse en volgt actuele ontwikkelingen op de voet rond slavernij, Zwarte Piet, maar ook de Decembermoorden. “Het zijn gebeurtenissen die binnen het Koninkrijk, of voormalige Koninkrijk waar Suriname toe behoorde, gebeuren.” Adelina ziet de Decembermoorden binnen een breder kader. “Ik zie het niet los van het koloniale systeem”.

“Europese mogendheden hebben zich terug getrokken en hebben een puinhoop achter gelaten. Eigen ontwikkelingen in de landen naar zelfstandigheid worden dwarsgezeten. We hebben het gezien met 30 mei. Mensen die opstonden voor zelfstandigheid zijn onzichtbaar geworden.”

Adelina kent de gevoeligheid en tweedeling die er is over het Decembermoorden proces: Nabestaanden en critici van Bouterse zijn blij met de het vonnis. Aanhangers van de veroordeelde oud-militair beraden zich op nadere stappen. Adelina weet nog niet wat ze ervan moet vinden. “Heel wat Antillianen vinden het een ‘ver van mijn bed show’, maar ik vind dat je het heel nauw en kritisch moet volgen. Mensen moeten zich verdiepen in het koloniale systeem.”

Wat gebeurde er precies in december 1982?

In de nacht van 7 op 8 december 1982 werden vijftien critici van het militair bewind in Suriname opgepakt, gefolterd en geëxecuteerd in Paramaribo. De vijftien werden standrechtelijk dood geschoten. Vanaf 2007 begon het Decembermoorden strafproces tegen de verdachten van de moorden. Nu jaren later, op 29 november 2019, werd hoofdverdachte president Desi Bouterse tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Het vonnis verdeelt de Surinaamse bevolking; nabestaanden en critici vinden dat de uitspraak een mijlpaal is in het Decembermoorden proces. De aanhang van Bouterse noemt het vonnis een politieke uitspraak en zegt dat Nederland er achter zit. Bouterse gaat in hoger beroep tegen het vonnis.