De slavernij op Bonaire: vijf onthutsende feiten over de zoutwinning

Foto: Nationaal Archief

Bonaire was voor Nederland belangrijk in de slavernij: zonder zout uit dat eiland was voor de Nederlanders geen scheepvaart mogelijk en dus ook geen trans-Atlantische handel in mensen. Vijf opvallende verhalen.

Dit jaar is het boek eindelijk gepubliceerd: Bonaire, een koloniale zoutgeschiedenis. Jarenlang hebben Cees Luckhardt en Boi Antoin aan dit boek gewerkt over de zoutwinning op Bonaire. Ze staan stil bij de omstandigheden waarin mensen leefden en werden uitgebuit.

1. De bouw van de slavenhutjes was puur politiek

De kleine slavenhutjes op Bonaire worden door toeristen volop gefotografeerd. Maar weinig mensen blijken te weten over het verhaal daarachter. Woonden daar totslaafgemaakte mensen? Of werden ze gebouwd om ‘uit te rusten’ na het zwoegen in het zout?

In 1853 werkten er 363 mannen in de zoutpannen en er waren maar 30 hutjes gebouwd. Eerst werd er gedacht dat negen mensen erin zouden passen. Maar slapen kunnen er hooguit twee mensen; de hutten zijn niet groter dan een klein tweepersoonsbed.

De hutten staan ook pas 13 jaar vóór de afschaffing van de slavernij. Waarschijnlijk zijn ze gebouwd als propaganda: om te laten zien dat er goed voor de tot slaafgemaakte mensen werd gezorgd. Er was namelijk een onderzoek aangekondigd en uitgevoerd 10 jaar voor de afschaffing naar de woon- en leefomstandigheden.

2. Bonaire was een strafkolonie

In werkelijkheid was Bonaire een strafkolonie van de WIC en later de overheid voor iedereen die weigerde te gehoorzamen aan de Nederlandse machthebbers op de andere eilanden.

Zo werden er 11 inheemse opperhoofden door Peter Stuyvesant naar Bonaire verbannen omdat zij verzet pleegden. Zij werden vervolgens tot dwangarbeid verplicht in de zoutwinning.

Monseigneur Niewindt schrijft 30 jaar voor de afschaffing dat mensen onder erbarmelijke omstandigheden moeten slapen en leven in dezelfde kleren. Werken in de zoutpannen was zo hard en onmenselijk, dat Niewindt het voorstel deed deze straf niet langer dan 8 jaar te laten duren. Maar pas tegen het einde van de slavernijperiode gaf de Nederlandse overheid deze instructie.

3. Bonaire doelbewust ingenomen door Nederland

Hoe is Bonaire eigenlijk Nederlands bezit geworden? Het was doelbewust, schrijven Boi Antoin en Cees Luckhardt in hun boek.

Arbeiders aan het werk in de zoutpannen op Bonaire in 1947. Foto: Nationaal Archief / Willem van de Poll

De Nederlanders werden in de zestiende eeuw door Spanje en Portugal afgesneden van de gebieden waar ze zout konden halen en zo steeds dieper het Caribisch gebied ingedreven.

De ander afsnijden was een militair strategische tactiek. Zonder zout kon je toen geen verre zeereizen – en zeker geen verre militaire reizen – maken. Anders moest je steeds terugkeren naar Europa of ergens in een onbekend gebied aan land om voedsel en water in te slaan.

Nederland besloot Curaçao in te nemen voor het zout en het hout. Toen ze op Curaçao geen goede zoutpannen vonden, gebruikten ze Bonaire voor dat doel. Het veroveren van de door de Spanjaarden zogenoemde ‘islas inutiles’ (nutteloze eilanden) was dus onderdeel van een doelbewuste strategie.

4. Veel meer kinderen en baby’s dan gedacht

Vanaf 1636 kwamen de eerste gekaapte slavenschepen (gekaapt van Spanje en Portugal) naar Curaçao. Lang is gedacht dat er op die schepen vooral mannen waren en maar een klein aantal vrouwen.

Maar nieuw onderzoek laat zien dat er ook veel kinderen op de schepen waren. Ongeveer 20 procent kinderen van 2 tot 15 jaar. Baby’s onder de 2 jaar vormden zo’n 4 tot 10 procent van de gekaapte mensen op een schip.

Er waren instructies vanuit Nederland hoe de gekaapte mensen geteld moesten worden. Van Leo Balai en het Amsterdamse Notaris Archief weten we dat 2 kinderen telden voor 1 volwassene. Als het dus officieel in de boekhouding over 300 gekaapte mensen gaat, zouden dat ook 600 kinderen en baby’s kunnen zijn. Verder onderzoek is nog nodig.

5. Veel manumissies 1 jaar voor de afschaffing

De datum van ‘vrijheid’ is dichtbij en dat weten ook de tot slaaf gemaakte mensen op Bonaire door kranten en pamfletten. Wat opvalt is dat in het jaar vóór de afschaffing, veel mensen zichzelf en elkaar vrijkopen.

Waarom? Volgens Luckhardt zijn daar twee theorieën over. De ene is dat het uit eergevoel zou kunnen zijn: de trots dat ze zichzelf vrijheid hebben teruggegeven.

De andere theorie is dat ze enorm werden aangespoord om dat te doen, zodat de overheid weinig kosten zou hebben als de slavernij op 1 juli 1863 officieel wordt afgeschaft.

Niet de tot slaaf gemaakte mensen, maar de slavenhouders moesten worden gecompenseerd, zo bepaalde de Nederlandse parlementaire discussie over de afschaffing. De verkoop van manumissies leverde op Bonaire twee keer meer geld op dan nodig was voor de compensatie.

Welke theorie is het meest waarschijnlijk? Biochemicus John Schermer die het Bonairiaanse DNA heeft onderzocht en het register www.bonairefamily.com heeft

opgericht, denkt dat het meer ging om het eergevoel van tot slaaf gemaakte mensen. Ook Luckhardt geeft de voorkeur aan deze theorie.

De Wekelijkse Update

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates uit de Caribische gemeenschap. Abonneer je net als anderen op de nieuwsbrief via deze link.