Oud-minister Rutsel Martha (Justitie, Nederlandse Antillen) wil dat Den Haag gaat stoppen met het financieel toezicht op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten. De Rijkswet is volgens de jurist ‘ongrondwettelijk’ en ‘in strijd met het Statuut’.

Martha geeft een presentatie op de tweede dag van het Ipko op Curaçao. Hij is uitgenodigd om advies te geven over het verwijt dat al jaren komt vanuit de Caribische politiek: Nederland wil altijd haar zin doordrukken als het om de eilanden gaat.

Deze week praten delegaties van de parlementen van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten. De politici praten dit keer onder andere over democratie in het Koninkrijk, het aantal migranten, de samenwerking en over het slavernijverleden en kolonialisme.

‘Lang niet zo democratisch’
Nederlandse ministers hebben een meerderheid in de Rijksministerraad en kunnen daardoor beslissingen doordrukken. Het heeft vaker geleid tot politieke ruzies tussen Nederland en de eilanden.

Bijvoorbeeld als het gaat om de begrotingen van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. De politiek op de eilanden zegt andere keuzes te willen maken om de economie te beschermen, terwijl Den Haag van mening is dat ze méér kunnen bezuinigen.

‘Financieel toezicht afschaffen’
De vraag is: mag het wel? Martha geeft een snoeihard oordeel. De Concensusrijkswet zou volgens hem ‘ongrondwettelijk’ en ‘in strijd met het Statuut’ zijn. Nederland zou de regeling gebruiken voor dingen waar ze niet voor bedoeld zijn.

D66-Kamerlid Jorien Wuite vraagt naar een oplossing. Martha antwoord stellig dat de Rijkswet Financieel toezicht ‘afgeschaft moet worden’.

“Mag ik een politieke uitspraak doen?”, vraagt hij. “Het heeft ook geen zin gehad. De begrotingstekorten zijn vele malen groter dan dat ze destijds waren. If it doesn’t work, get rid of it.”

College financieel toezicht

De rijkswet is de basis voor het College financieel toezicht dat is ingesteld voor Curaçao, Aruba, Sint Maarten en de BES-eilanden. Hij legt uit dat volgens artikel 52 ‘de landsverordening een koninkrijksorgaan bevoegdheid kan geven over een landsbevoegdheid’. Er staat nergens dat ze ook over een landsaangelegenheid gaan, aldus Martha. Daarmee is wat hem betreft de stelling gerechtvaardigd dat het College financieel toezicht (Cft) geen juridische basis heeft.

‘Nederland wil steeds het laatste woord’
In zijn presentatie verwijst Rutsel Martha naar verschillende juridische artikelen en afspraken. “Nederland wil keer op keer het laatste woord hebben”, zegt hij. “Maar dat kan niet.”

Wat betreft het ‘democratisch deficit’, wijst hij erop dat in het Statuut (artikel 12) staat dat er al lang spelregels zouden moeten zijn over hoe je politieke ruzies in het Koninkrijk oplost. Het gaat om de zogeheten geschillenregeling.

Maar over de wet die ruzies zou moeten oplossen, wordt er al meer dan tien jaar geruzied. De eilanden willen dat de Raad van State scheidsrechter wordt, maar het Nederlandse kabinet wil dat niet. De gedachte: wie zelf onderdeel is van de ruzie, kan niet gaan beslissen wie er gelijk heeft.

Martha pleit – net zoals veel andere juristen – voor een geschillenregeling, ook ‘vanwege de houding die Nederland heeft genomen’.

De Wekelijkse Update

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates uit de Caribische gemeenschap. Abonneer je net als anderen ook op de gratis nieuwsbrief via deze link.