Foto: Sharina Henriquez

Helena Croes van de Arubaanse Caquetio is heel stellig: “Wij hebben niets te maken met de slavernij. Die link hebben anderen gelegd, niet wij. We hoeven dus ook geen excuses.”

Croes (67) is jurist, tolk/vertaler, docent Spaans én de cacique, het opperhoofd van Aruban Warriors, ‘afstammelingen van inheemse indianen’, vertelt ze.

“Wij, de Caquetio, zijn de oorspronkelijke bewoners. Dat hebben ook de kolonisten erkend toen ze op Aruba kwamen, zo blijkt uit de archieven. We zijn nooit slaven geweest. Dat mocht toen niet.”

Oorspronkelijk komen ze van het Venezolaanse vasteland, aan de overkant. In het noordelijk deel van dat land, woonden de Caquetio. Croes vertelt wat ze weet op basis van archieven op Aruba en van de vroegere Spaanse en Nederlandse kolonisators, maar ook wat mondeling is doorgegeven.

“Je weet ook niet wat helemaal waar is. Wie zegt dat de kolonisten het juist hadden? Daarom moet er veel meer onderzoek komen.”

‘Een Caquetio mocht je niet tot slaaf maken’

De Spanjaarden, die als eerste Aruba rond 1500 koloniseerden, zouden alle oorspronkelijke bewoners afgevoerd hebben naar Santo Domingo om te werken in de zilvermijnen. Croes betwijfelt dat: “Aruba was toen zeer bebost. Veel plekken dus om te schuilen, ook in grotten. Ik ken verhalen dat er wel altijd indianen zijn gebleven.”

Toen de Nederlanders Aruba veroverden, troffen die ook Caquetio aan. “Zij zijn toen met de slavernij hier gekomen. Maar een Caquetio mocht je niet tot slaaf maken, want we werden erkend als de inheemse bevolking.”

“We mochten wel slaven houden, net als de Nederlanders. Zo had je Maria Helena Tromp, een hele rijke vrouw met heel veel slaven. En zij was een indianin, zo staat in het archief geregistreerd. Een indiaanse dus.”

De tot slaaf gemaakten – ook wel ‘rode slaven genoemd’ waren van de Wayúu-stam in Colombia en Venezuela die naar Aruba werden gehaald. Toen op 19 december Nederland excuses bood voor haar slavernijverleden, gaf de Arubaanse premier aan dat ook de rode slaven niet vergeten mogen worden. Wat Croes daarvan vindt?

“Ze mag het doen, als ze dat wil. Voor de Wayúu-indianen, want die zitten ook in de Arubaanse bloedlijn. Er mag ook bij verteld worden dat ze tot slaaf gemaakt zijn gemaakt door mijn voorouders, de Caquetio. En door mijn voorouders van Hollandse zijde.”

‘We mochten net als de Nederlanders slaven houden’

De Caquetio mengden zich namelijk al snel met de Nederlandse kolonisten. In 1715 noteert de toenmalige commandeur dat er 393 ‘indianen’ op Aruba wonen van wie de meeste vrouwen. De kolonisten waren bijna allemaal mannen.

“Daarom -heel ironisch- baseren we ons op de Nederlandse achternamen als criteria om vast te stellen of je lid mag worden van onze stam”, zegt Croes. “Er waren geen Indiaanse achternamen, alleen voornamen.”

De Arubaanse legt uit waarom hun groep niet met de slavernij geïdentificeerd wil worden.

“Je kan met wat ons is aangedaan, niet gemakkelijk afdoen met: het was slavernij. Slaven hebben niet zo’n band met het land als wij hebben, want zij kunnen zich niet beroepen op een bloedlijn dat hier terug te voeren is.”

“Het is op basis van zo’n directe bloedlijn dat je juist claims kan indienen tegen de Nederlandse staat, als oorspronkelijke bewoners die de rechtmatige eigenaars van dit eiland zijn.”

Op 5 december 2022 werd de verklaring met eisen aan de Nederlandse vertegenwoordiging op Aruba overhandigd.

Claims tegen Nederland
De Aruban Warriors hebben inmiddels claims ingediend tegen Nederland, in de Verklaring van inheemse ingezetenen van Aruba.

“Nee, het gaat ons niet alleen om het gestolen goud. Dat is in het nieuws uit zijn verband getrokken. Het is een onderdeel van 15 punten.”

Zo wil de groep compensatie voor ‘het roven van heel Aruba’ terug, 180 vierkante kilometer land. En 5000 euro voor elke burger die tot de stam hoort plus een ziektekostenverzekering. En compensatie dus voor het goud.

“Er is tot 1916 gezocht naar goud en het zou om 1180 ton gaan. Ook al heeft Nederland concessies uitgegeven aan andere landen als Engeland en Frankrijk, zij hebben het van ons gestolen.”

Het gaat volgens Croes om vele miljarden euro’s die Nederland moet compenseren. De stam wil dat geld investeren in bijvoorbeeld meer onderzoek naar de geschiedenis van de inheemse bevolking, in onderwijs, in studiebeurzen voor jonge afstammelingen en natuurconservatie.

‘We willen compensatie voor het roven van heel Aruba’

Wie behoort eigenlijk allemaal tot de Arubaanse Caquetio-stam? “We hebben uitgerekend: minimaal 20 duizend. Je stamvader en/of-moeder moet geboren zijn in de 18de of 19de eeuw. Dat kun je achterhalen in het nationaal archief van Aruba.”

Sinds de verklaring is ingeleverd, heeft Croes heel veel aanmeldingen gekregen. “Het is een hele onderneming die we moeten opstarten en zover zijn we nog niet. We moeten alles verifiëren, we moeten met de stam over elk geval vergaderen.”

En wat als Nederland de claims  afwijst? “Dan leggen we een klacht neer bij het permanente forum van de VN voor inheemse volkeren. We worden ook gesteund door andere indianenstammen in Amerika, Canada, Zuid-Amerika en in het Caribisch gebied.”

Opstand op papier

Op vragen waarom de Arubaanse Caquetio pas na lange tijd aanspraak maakt op waar zij recht op meent te hebben, antwoordt Croes:

“In 1827 was de laatste opstand. Later zijn de indianen bevriend geraakt met de kolonisten. De katholieke kerk richtte hier scholen op en er werd ingestampt dat wij wilden waren, geen ziel hadden. We zijn bang gemaakt en katholiek.”

“De strijd is nu weer begonnen met mij, ik heb een visioen gehad, maar daar kan ik niet op ingaan. We hebben ook een stamlid in Amerika die meemaakte hoe de indianenstammen daar claims gingen leggen. Wij zijn gaan overleggen, want iemand moest doorgaan met de opstand. Alleen dit keer doen wij het op papier.”