Foto: Sharina Henriquez

Aruba heeft lange tijd haar slavernijverleden ontkend. Bovendien zijn Arubaanse families die nu de zakelijke en politieke elite vormen, zowel tot slaafgemaakten als slavenhouders geweest. Aan wie moet Nederland excuses voor de slavernij aanbieden?

Artwell Cain is cultureel antropoloog en oud-directeur van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (Ninsee) en woont tegenwoordig op Aruba. Hij ziet dat het eiland vaak vergeten wordt als het gaat om onderzoek naar het slavernijverleden.

“Aan wie excuses moeten worden aangeboden, is een goede vraag”, vindt Cain. “Toen de slavernij in het Koninkrijk werd afgeschaft, had Aruba ruim 500 totslaafgemaakten. Maar dan nog: op Curaçao heb je een vastgestelde groep zwarte mensen met een slavernijverleden, op Aruba niet.”

In vergelijking met Curaçao en Bonaire, valt het op dat de mensen op Aruba veel lichter van kleur zijn. Door onderlinge relaties is de bevolking veel meer vermengd geraakt. En daardoor is er een mix van oorspronkelijke bewoners, mensen van Afrikaanse oorsprong, Europeanen en mensen van kleur.

De meeste mensen met een Afro-Caribische achtergrond op Aruba, komen van families uit landen en eilanden in de regio. Zij zijn pas vanaf 1924 naar het eiland gekomen om bij de raffinaderij Lago te werken.

We zouden ergens afspreken waar op Aruba iets van dat slavernijverleden is te zien. Maar u weet het ook niet?

“Nee. Aruba heeft zich nooit geïdentificeerd met het slavernijverleden. Het heeft zich afgedaan als een Indo-Europees land en niet als een land met Afrikaanse achtergrond.”

“Zeker in de tijd van Betico Croes (de politicus die Aruba afsplitste van de Nederlandse Antillen, red.), toen er een polarisatie ontstond over pariba en pabou di brug (het zwartere oosten tegenover het wittere westen van het eiland).”

“Er is veel geschreven door historici over Curaçao en Suriname over het slavernijverleden, maar vaak lijkt het alsof Aruba wordt overgeslagen.”

U vindt dat er veel meer onderzoek moet komen naar het Arubaanse slavernijverleden. Toch zien we Aruba aan tafel meepraten over de Nederlandse excuses.

“De vraag is: gaat het om de excuses of reparaties, herstelbetaling?”

Dus om het geld?

“Juist. Want veel mensen hebben nu interesse vanwege de herstelbetalingen. Ik moet zeggen dat ik ook meer geïnteresseerd ben in de herstelbetalingen dan de excuses. Want wat is een excuus? I’m sorry, het spijt mij, ja en?”

“De hele discussie over 19 december en 1 juli is ook een non-discussie. Want wie staat te wachten op de excuses van Rutte op 19 december? Op 1 juli heb je in ieder geval nog duizenden mensen die bij elkaar komen voor Keti Koti en de herdenking in Nederland.”

“Op 19 december heb je een aantal journalisten dat iets opschrijft of op televisie brengt. Dat is show, want wie luistert er op dat moment?”

Er zijn eilanden en organisaties die de excuses wel willen.

“Ik ken veel van de vertegenwoordigers van organisaties uit mijn tijd bij Ninsee. Er was altijd de vraag: wie vertegenwoordigt wie? Wie mag wel namens wie praten en wie niet? Ik moest toen al steeds scheidsrechter spelen.”

Wat stelt u voor dan? Dat de Nederlandse regering op 1 juli excuses maakt?

“Niet volgend jaar. Volgens mij moet het later zijn als er herstelplannen zijn opgesteld. Dán kom je pas met excuses.”

“Nederland komt nu met 200 miljoen en 27 miljoen voor een museum. Hoe zit het met de structurele achterstelling van de nazaten van de totslaafgemaakten? Kijk eens hoeveel miljarden naar Oekraïne gaan.”

Dus 200 miljoen euro is te weinig?

“Het is niks. Het kan nooit zo weinig zijn voor mensenlevens die gereduceerd zijn tot dingen zoals producten. Hoe dat moet plaatsvinden, dat is een andere vraag.”

“Herstelbetaling betekent niet dat iedereen een beetje geld op een bankrekening krijgt. Wellicht kan dat een onderdeel ervan zijn. Maar we moeten eerst met elkaar gaan zitten en uitvinden wat gaan we herstellen, wat kan hersteld worden.”

Bijvoorbeeld dat Nederland meer aan armoedebestrijding op de eilanden doet?

“Ja, maar ook aan verbetering van het onderwijs en de gezondheidszorg. Er zijn geleerden die stellen dat diabetes in het Caribisch gebied allemaal te maken hebben met eenzijdige voedingsmiddelen die vanaf toen en nu nog steeds gegeten worden.”

“Ik denk ook aan gevoelens van minderwaardigheid en schaamte die voortvloeien uit het slavernijverleden.”

Terug naar Aruba: hoe moet dat als je dus families hebt die nu nog de politieke en zakelijke elite vormen zoals Eman, Croes, Wever, Oduber en waar uit registers op Aruba blijkt dat ze in hun familiegeschiedenis  zowel totslaafgemaakte mensen als slavenhouders hebben gehad. Moeten die aan hun eigen familieleden excuses en geld aanbieden?

“Dat zou kunnen. Je ziet het bijvoorbeeld terug in een familie waar je alle kleurgradaties hebt van wit of bijna wit, tot helemaal zwart. Daarom moet voor excuses en reparaties grondig onderzoek plaatsvinden. Op alle Caribische eilanden, maar zeker op Aruba.”

“Want ze gaan hier van ontkenning en afstand naar acceptatie en erkenning. Er is veel werk aan de winkel.”

En dan de oorspronkelijke bewoners van Aruba. De Arubaanse premier Evelyn Wever-Croes zegt dat Nederland ook de ‘rode slavernij’ niet moet worden vergeten. Wat vindt u daarvan?

“Daar weet ik niet zoveel van, alleen dat de meeste indianen door de Spanjaarden zijn afgevoerd naar de Dominicaanse republiek. Dat was voor de komst van de Nederlanders.”

Nederlandse regering houdt toespraken op 19 december

Maandag 19 december is er een speciale bijeenkomst op Aruba waar de toespraak van de Nederlandse premier Mark Rutte ook live wordt uitgezonden vanuit Den Haag. Staatssecretaris Eric van der Brug (Justitie en Veiligheid) spreekt vervolgens op het eiland namens Nederland verder over het slavernijverleden, in het bijzonder wat het voor Aruba betekende.