Foto: Mauricio Quintero Valencia/foto: Sharina Henriquez

ORANJESTAD – Een paar vervuilde honden en ondervoede puppy’s verwelkomen blaffend de klanten op de werkplaats van eigenaar Mauricio Quintero Valencia. Het is druk en onder de klanten deze ochtend, bevindt zich ook een ambtenaar van de overheidsdienst DOW. “Kom vanmiddag terug als je mij wilt interviewen. Als ik me heb opgeknapt”, zegt Mao, zoals de meesten hem noemen.

Hij beantwoordt toch al wat vragen. Ja, hij weet van de klachten van de buurt. “Ik weet dat ze de politie bellen. Wanneer de politie hier komt, zeggen ze dat ik niets verkeerds doe. Als je rust wilt, waarom woon je dan hier aan deze drukke weg. Dan moet je verder op daar in de mondi (natuur) gaan wonen in plaats van mij de schuld te geven van al het lawaai hier.”

foto: Sharina Henriquez

‘Nachtmerries’ van een illegale autosloperij en wegkijkende overheid

Buurtbewoners voeren al bijna twee jaar een strijd tegen een illegale autosloperij die aan de voet ligt van de iconische Hooiberg in het midden van Aruba. “Ik krijg er nachtmerries van”, aldus een bewoner.
Lees hier het hele verhaal over de overlast en wegkijkende overheidsinstanties.

Later op de dag is het rustiger op de werkplaats. Iemand waarschuwt Mao: “Pas op dat je niet teveel vertelt.” Hij herhaalt dat hij niet begrijpt waarom de buurt zo over hem en zijn autosloperij klaagt. “Ik heb hier een paar Arubanen werken, we proberen ons best te doen om wat te verdienen. Waarom willen ze dat kapot maken, terwijl de politie zegt dat ik niets verkeerds doe.”

‘Probleem met zwervers opgelost’
Mao vertelt dat hij een paar jaar geleden met een partner de zaken flink heeft uitgebreid. “Het was al een garage toen de eigenaar van het terrein nog leefde. Veel kleiner ja, geen sloperij. Er was een groot probleem met zwervers. Ze woonden hier, dealden drugs. Toen we hier kwamen, hebben we dat opgelost. De familie van de eigenaar krijgt elke maand huur.”

‘De politie zegt dat ik niets verkeerds doe’
-Mauricio ‘Mao’ Quintero Valencia, eigenaar autosloperij

Hij zegt dan ook niet te begrijpen waarom de buren zoveel aan het klagen zijn nu. In 2018 viel de politie binnen vanwege gestolen auto-onderdelen. Mao: “Dat was ik niet niet, maar mijn zakenpartner. Ik weet daar niets van.” Deze zakenpartner Samuel had een vergunning in het verkopen van auto-onderdelen, maar op een ander adres. Ze kregen eind vorig jaar ruzie en Mao bleef achter.

“De buurtbewoners zijn nooit bij mij geweest met hun klachten. Ik ben zelf wel bij een bewoner geweest. Het ging over een licht dat haar stoorde en na overleg met de politie heb ik dat verwijderd. Zeggen ze dat ze zich door mij geïntimideerd voelen? Nee, dat klopt niet, ik heb hen nooit iets aangedaan.”

Overheidsdiensten zijn ook klant bij Mao: links DOW en rechts een afgedankte politieauto.

‘Overheidsdiensten zijn juist klant van mij’
Op de vraag op welke naam zijn bedrijf staat geregistreerd, antwoordt hij: ‘Mao’ maar zegt dan snel: “Nee, nee, ik ben er nog niet over uit.” Mao vertelt ook dat de overheid hem heeft aangeboden om te verkassen naar het bedrijventerrein Barcadera. “Daar heb ik niets meer van gehoord.” Hij zegt niets te weten van een hindervergunning. “Wat ik hier doe, is legaal. Want de politie zegt elke keer als ze komen, dan ze niets verkeerds zien. En veel overheidsdiensten zijn klant van mij.”

Mao maakt snel een beweging van ‘mond dicht’ bij het doorvragen over welke overheidsdiensten nog meer klant zijn, naast DOW. Op foto’s die hij op Facebook post om auto-onderdelen te verkopen, staat ook een wrak van een politieauto in de aanbieding. Maar Mao wil hierover niets vertellen.

Vanaf de grote weg is niets te zien van de autosloperij -foto: Sharina Henriquez

Een deel van de sloperij die verborgen ligt-foto: Sharina Henriquez

Uiteindelijk gaat hij wel op de foto, aan de voorkant van de autosloperij waar het opgeruimd is. Van de grote weg af is het terrein afgeschermd waardoor het niet opvalt dat erachter zich een enorme stort van autowrakken, onderdelen, lekkende accu’s en ander afval en ongedierte bevinden.

Toch op de foto
Het lukt uiteindelijk wel foto’s daarvan te maken, als Mao wordt gevraagd hoe dicht de huizen van de buurtbewoners zich eigenlijk van de autosloperij bevinden. “Zie je nou, best ver toch. Het is niet eerlijk dat zij klagen. Kijk die buren daar geven vaak feesten en dan krijg ik daar ook weer de schuld van. In Colombia zijn we niet zo. De hele buurt praat met elkaar, je kent elkaar. Hier niet en bellen ze meteen de politie.”

Op het terrein staat geen bedrijf geregistreerd, wel hebben elf personen er hun huisadres. Mao zegt een familielid voor de huur van het terrein maandelijks te betalen. Uit onderzoek blijkt dat de rest van de familie het daar niet mee eens is en onderling strijd hebben hierover.