UTRECHT – De Caribische eilanden zijn nog steeds populair onder toeristen. De eilanden zijn dan ook – op Aruba en Sint-Eustatius na – goed vertegenwoordigd op de Vakantiebeurs afgelopen week in Utrecht. Maar hoe spelen de eilanden in op fenomenen als vliegschaamte en de groeiende vraag naar ecotoerisme en duurzame doe-vakanties?
Bezoekers van de Vakantiebeurs in Utrecht nemen vooral een kijkje bij de Caribische stands omdat ze op zoek zijn naar een zonvakantie. Maar er zijn steeds meer toeristen die ook wat anders willen. “De kinderen zijn de deur uit en wij hoeven niet zo nodig dagen op het strand te bakken”, zegt een vrouw die met haar man rondstruint op de beurs. Het stel is op zoek naar een doe-vakantie. Wandelen, iets leren, je nuttig maken, de bevolking leren kennen. Dat willen ze.
Maar hoe speel je als eiland in op deze wensen als je nog herstellende bent van een orkaan? Voor Sint-Maarten is dit een uitdaging. In 2017 werd dit eiland verwoest door orkaan Irma.
Videoreportage door Sam Jones
Helpen koraal schoon houden
En iets betekenen voor een land terwijl je op vakantie bent? Dit soort vakanties worden op de eilanden ook aangeboden maar het is wel zoeken naar een speld in een hooiberg. Op Bonaire kan je bijvoorbeeld helpen het koraal schoon te houden. “We kunnen mensen een cursus geven om het koraalrif te herstellen”, vertelt Eline Herder van Bon Travel met trots. “Je gaat dan met een ‘pickup dive’ het rif een beetje schoonmaken. Containers vol plastic worden naar boven gehaald.”
Een andere trend waarmee wordt geadverteerd is zonne-energie. “Zoals je ziet hebben we zonnepanelen” zegt Wendy Sambach trots. Ze wijst op een poster van hun Hillside Apartments Bonaire. “We vragen de gasten om de airco lager te zetten als het te koud is”. Een beursganger knikt instemmend. “Ze doen nu ook aan het scheiden van afval zodat het plastic niet in de zee terecht komt.”
Varen in plaats van vliegen
Op vliegschaamte (de schaamte als je gaat vliegen omdat je weet dat je daarmee het milieu ernstig zou vervuilen met CO2-uitstoot) heeft niemand bij de Caribische stands eigenlijk een antwoord.
“Je kan met de ferry binnen anderhalf uur varen naar Saba”, grapt Glenn Holm van het Toerisme Bureau Saba. “Maar je moet dan wel eerst vliegen naar Sint-Maarten.” Volgens Holm is Saba het duurzaamste eiland. “We zijn puur natuur. We hebben een regenwoud en we willen geen massa’s toeristen”. Zo’n 25 procent van de bevolking van Saba is afhankelijk van het toerisme.
Minder vlees en meer variatie
Vliegschaamte zou je kunnen compenseren met meer aandacht voor het milieu, energiezuinig leven, minder vlees en meer groente. De meeste vakantiegangers zien dat wel zitten. “Veganistisch hoeft voor mij niet”, zegt een meisje dat met haar moeder bij de vijftien stands van Curaçao informatie inwint. “Ik wil weten of ze ook wat meer variatie hebben in de maaltijden”.
Met de populariteit van barbecue, spareribs en hamburgers ben je op de eilanden misschien aan het verkeerde adres. Maar volgens Muryad de Bruin van het Curaçao Toerisme Bureau spelen ze wel in op de trend voor meer vegan. “Het is geen probleem. We zijn al lang bezig met meer organic- en vegan food.”
Het Caribisch gebied moet het voor ruim tachtig procent hebben van het Toerisme. Ruim veertig procent van de toeristen komt uit Nederland. De groep mensen die ook biologisch of vegetarisch wil eten wordt volgens De Bruin steeds groter. “Ook van toeristen uit de Amerika’s krijgen we de vraag.” Dus loont het de eilanden om daar op in te spelen. Duurzaamheid lijkt voor de eilanden niet alleen een trend maar ook een must.