Foto: Roelie van Beek

WILLEMSTAD – Er is geen enkele instantie formeel aangewezen om vuilnis onder water op te ruimen op Curaçao. Dat blijkt uit navraag bij de Milieudienst, het X-team belast met het opstoren van illegaal gedumpt afval en het lokale afvalverwerkingsbedrijf Selikor. Zij wijzen allemaal naar elkaar.

Sommige riffen rondom het eiland zijn erg vervuild. Zoals de baai van het vissersdorp Boca Sami, waar regelmatig afval in het water wordt gegooid. Onder andere strijkplanken, ladders en ventilatoren zijn op de bodem van de zee te vinden.

Tekst gaat verder na de video

Door Roelie van Beek

In 2015 deed de Amerikaanse non-profit organisatie Waitt Institute in samenwerking met Blue Halo onderzoek naar de staat van de riffen rondom Curaçao. In het onderzoek is Curaçao verdeelt in vijf zones. Boca Sami ligt in de meest vervuilde zone van de Zuidkust. Er komt rioolwater in zee terecht en er wordt grofvuil in zee gedumpt.

Beleid ontbreekt
Site Manager, Endirah Palm, geeft namens Waitt Institute adviezen aan de overheid betreft duurzaam oceaanbeleid. “Het ontbreekt nu aan beleid. Wij pushen het maken van wetgeving ter bescherming van het maritiem leven. We hopen dat binnen twee jaar voor elkaar te krijgen.”

Koraalbedekking in 1982 en nu. (klik om te vergroten) Graphic: Waitt rapport

Niet alleen het rif van Boca Sami is er slecht aan toe. Vergeleken met 1982 is de conditie van het hele rif rondom Curaçao achteruit gegaan. Er is nu minder koraal maar meer afval te vinden.

Op het land zijn verschillende overheidsorganisaties bezig met het opruimen van illegale afvaldump. Maar voor het opruimen onder water is dus geen instantie aangewezen.

‘Als de overheid het niet doet, doen we het zelf wel’

Eens in de zoveel tijd worden vanuit de duikindustrie wel schoonmaakacties georganiseerd. Geheel vrijwillig helpen lokale mensen en toeristen met opruimen. Hans Pleij, oprichter van Curaçao Clean Up, brengt duikscholen en vrijwilligers bij elkaar voor de acties. “Als de overheid het niet doet, doen we het zelf wel.”

Tekst gaat verder na de video

Beelden: Hans Pleij

“Boca Sami is één van de plekken waar we regelmatig duiken en opruimen”, zegt Pleij. “We vinden daar gasfornuizen, vriezers, halve boten, noem het maar op.” Volgens Pleij zijn Curaçaoënaars vooral bezig met afval dat zichtbaar is. “Afval dat op de bodem van de zee ligt, zie je niet. Daarom wordt het probleem niet serieus genoeg genomen.”

Pleij probeert subsidie van de overheid te krijgen om de acties groter te kunnen aanpakken. Maar voorlopig hoeft hij geen bijdrage te verwachten.

‘Zonder vrijwilligers gaan we het niet redden’
De overheid heeft geen geld om instanties te betalen om de riffen schoon te houden, zegt minister van Gezondheid, Milieu en Natuur, Suzy Camelia-Römer. “Het land moet miljoenen bezuinigen, dus we moeten creatief zijn. Ik ben er heel eerlijk in, zonder vrijwilligers zouden we het niet redden.”

Carlos Constancia en Nelson Tremus, twee vissers uit Boca Sami, zien met eigen ogen dat hun zee steeds vuiler wordt. “Families gaan naar het strand en als ze klaar zijn met drinken en eten, gooien ze al hun vuil in het water.”

Onderwijs en preventie
Volgens Constancia en Tremus valt er een slag te slaan in het onderwijs. “Kinderen weten niet wat de gevolgen zijn als je vuilnis in de zee gooit, dat moeten ze leren.”

Ook volgens Camelia-Römer is voorkomen beter dan genezen. “Er is meer aandacht voor preventie nodig. We moeten kinderen leren wat de waarde is van de natuur. Daarom zijn we nu bezig educatieve programma’s te ontwikkelen om meer bewustwording te creëren. Kinderen moeten vroeg leren dat ze verantwoordelijk met hun afval om moeten gaan.”