Foto: Ronald A. Muyden

KRALENDIJK – “Heel vaak zien we dat leerlingen van de lagere school falen als ze in het middelbaar onderwijs terechtkomen, omdat hun Nederlands niet genoeg is”, zegt Artie de Vries, een docent van ‘Pienter in Taal’.

door Ronald A. Muyden

Gezien de moedertaal op Bonaire meestal Papiamentu, Spaans of Engels is, gaan leerlingen onderling minder snel over naar het Nederlands. Hierdoor oefenen ze minder met deze taal en kunnen ze een taalachterstand oplopen, volgens De Vries.

Om een inhaalslag te maken tussen basisscholen en het voortgezet onderwijs op Bonaire, gaat ‘Pienter in Taal’ van Stichting Lezen en Schrijven Bonaire door in het komende schooljaar. Zeker 124 leerlingen uit groep 8 doen dan mee. Via de taalmethode Muiswerk krijgt deze groep extra Nederlandse taallessen, twee keer per week na school.

Onderzoek
Drie jaar geleden voerde de stichting in samenwerking met het Nederlands onderzoeksbureau; CPS Onderwijsontwikkeling en Advies, het Onderzoek geletterdheid op Bonaire 2015 uit. Hieruit bleek dat onder meer ‘de overgrote meerderheid van de leerlingen in het voortgezet onderwijs onvoldoende taalvaardig in het Nederlands waren om zich te kunnen redden in de huidige maatschappij.’ Vandaar loopt het project zes maanden door als deze groep in de brugklas zitten.

Kolegio San Bernardo is één van de acht basisscholen die meedoet. Het eerste half uur doen ze klassikaal een taalactiviteit. Hierna gaan ze aan de gang met Muiswerk dat hun voortgang bijhoudt.

‘Leuke taal’
Spelenderwijs oefent Juan (13) met meervoud, tegenwoordige tijd en persoonsvorm. Dit vindt hij moeilijk. Juan was drie toen hij op Bonaire kwam wonen en spreekt Spaans thuis. “Ik vind het Nederlands niet echt moeilijk. Het is een leuke taal. Sinds ik aan dit project mee doe, is mijn Nederlands vooruit gegaan.”