Foto: Pixabay

Na meer dan twintig jaar in Nederland te hebben gewoond, woon ik nu sinds vier jaar weer op Curaçao. En hoewel er momenten zijn waarop ik soms gillend terug wil naar mijn kosmopolitische en open minded Amsterdam, heb ik geen spijt van die keuze.

Ook niet nu de kranten in Nederland waarschuwen voor oorlog met Venezuela terwijl Curaçao zich vooral druk maakt over het aantal inschrijvingen voor het Tumba festival. Het vier dagen durende festival waar de road march voor carnaval wordt gekozen eindigde in dezelfde week waarin het Curaçaose parlement vergaderde over het embargo van Venezuela. Tweemaal raden waar de kranten vol mee staan.

‘Is het struisvogelpolitiek of joie de vivre? Waar is de balans?’

Is het struisvogelpolitiek of joie de vivre? Waar is de balans? En zou ik deze vragen hebben als ik nooit was weggegaan? Toen ik opgroeide waren er in mijn omgeving op Curaçao helemaal geen ideeën over Nederland als beloofde land. Het was meer iets praktisch van als je goede hersenen had en door zou studeren dan was het in Nederland goedkoper dan bijvoorbeeld in Amerika. Ik was zo iemand die eigenlijk met de stroom meeging. Na je vwo-diploma ging je studeren, in Nederland. Zo was het gewoon.

Eenmaal in Nederland werd ik volwassen, bewuster en actiever. Actiever in de samenleving, in de politiek, de Antilliaanse gemeenschap en in de homobeweging. Mijn vriendenkring groeide en omvatte mensen van over de hele wereld. Deze sociale expansie ging gepaard met een sterke internationale zwarte bewustzijn.

Dat zwarte bewustzijn maakte, dat ik vorig jaar op bezoek in New York op Facebook schreef dat ik het prachtig vond op een plek te zijn, Harlem, waar zwarte mannen elkaar begroetten met ‘Brother’ of ‘As-Salam-u-Alaikum’ en niet met de agressieve blikken zoals op Curaçao.

‘Balans tussen onze feesten, politieke dreigingen en culturele verschillen’

Deze opmerkingen op social media werden mij niet in dank afgenomen. Maar ik zal die dingen blijven vinden en denken. Ik vond ze altijd al, ook toen ik als verlegen tiener op de middelbare school zat. Alleen toen zei ik er niks over.

Nu is het de kunst om op Curaçao een nieuwe balans te vinden. De juiste balans voor een Curaçaoënaar met een gegroeid bewustzijn over zichzelf en over de wereld. Dat is spannend.

Zeker in tijden waarin het eiland zelf ook hard op zoek is naar een balans tussen onze Caribische feesten en politieke dreigingen en culturele verschillen door zogenaamde globalisatie. En dat alles tegen de achtergrond van angst.

‘Angst voor buitenstaanders, elkaar, natuur en God. Voor alles dus’

Angst voor buitenstaanders, maar ook angst voor elkaar, angst voor de natuur en angst voor God. Angst voor alles dus. Ik denk dat ik nooit zo ben geweest. Angst voor sterke jongens die je in elkaar zouden kunnen slaan in de pauze omdat je anders was, dat misschien. Maar voor de rest? Nee, angst zat er bij mij nooit zo in.

Misschien omdat ik mij juist ook altijd veilig heb gevoeld binnen de menselijke warmte van Curaçao. Zeker in de afgelopen jaren waarin ik een paar sterfgevallen meemaakte van dierbaren. Dat waren de momenten waarop ik die Curaçaose warmte en medeleven zo goed voelde. Als er toch verdriet moet zijn in het leven, dan maar in de letterlijke en figuurlijke warmte van Curaçao.  Wat mij betreft wel zonder angst en binnen een kritische en liefdevolle balans.

.

Marlon Reina is cultuurondernemer op Curaçao en projectleider in de erfgoed-sector. Taal is een grote passie van Marlon daarom schrijft hij ook graag gedichten.

Kunst, cultuur, emancipatie, politiek en maatschappelijke vraagstukken hebben zijn aandacht. Tot 2013 was Marlon werkzaam in de culturele, journalistieke en maatschappelijk sector in Amsterdam.