Foto: Pixabay

.

Marlon Reina is cultuurondernemer op Curaçao en projectleider in de erfgoed-sector. Taal is een grote passie van Marlon daarom schrijft hij ook graag gedichten.

Als Marlon niet aan het dichten is, dan schrijft hij voor Caribisch Netwerk vanuit zijn beleving over kunst, cultuur, emancipatie, politiek en maatschappelijke vraagstukken.

Als ik vanuit Pietermaai via Punda naar de bushalte in Otrobanda liep ging ik altijd langs ‘barku’, de Venezolaanse barkjes van de zogenaamde floating market. Soms kocht ik wat druiven om onderweg energie bij te tanken. Maar ik genoot het meeste van het beeld, de kleuren, voeding, bedrijvigheid en direct contact met ons buurland Venezuela.  Nu langs de lege kramen lopen doet pijn. Bijna twee maanden nadat de Venezolaanse president Nicolás Maduro de grens sloot tussen Venezuela en onze eilanden zijn ook de laatste barkjes weg.

In de beginperiode van het embargo waren we op Curaçao vooral bezorgd over de aanvoer van verse groente en fruit. Hoe moesten we het doen zonder de verse betaalbare landbouwproducten van ons buurland? Ik ging ervan uit dat we tijdelijk wat duurdere groente en fruit zouden krijgen uit de Dominicaanse Republiek en Amerika tot de barkjes terug zouden keren. Het liep anders.

‘Ergens geloofde ik in dat idee van broederschap tussen Curaçao en Venezuela’

Elke week zag ik minder barkjes aan de kade, maar ging ervan uit dat het tij zou keren. We hebben toch vaker dit soort zaken meegemaakt? En ook geloofde ik ergens in dat idee van broederschap tussen Curaçao en Venezuela. Bijna net zo lang als die fruitbarkjes kwamen hadden we toch ook een olierelatie. Shell besloot op Curaçao aardolie uit Venezuela te verwerken omdat men de toenmalige dictator echt niet vertrouwde. En door de komst van de raffinaderij, ook zo’n honderd jaar geleden, ontving Curaçao arbeidersmigranten uit Venezuela.  Sommigen zijn nu Curaçaoënaars geworden. Zoals de familie Chirino, die ook in Amsterdam woonde.

Dat weet ik nog goed, want tijdens mijn eerste jaren in Amsterdam, in de jaren negentig, ging ik vaak naar de Dappermarkt, om langs te gaan bij de Antilliaanse platenzaak van Felix Chirino. Als Venezolaanse migrantenkind was hij door-geëmigreerd naar Amsterdam en voorzag de grote Antilliaanse gemeenschap daar van echt ‘food for the mind’: onze muziek.

‘Ik  maakte dankbaar gebruik van de bedrijvigheid van deze Chirino’

In de periode voor internet was dat voor mij echt de eerste levensbehoefte in het koude Amsterdam: de laatste CD van ERA of alweer een nieuwe van Doble R. Ik  maakte dankbaar gebruik van de bedrijvigheid van deze Chirino.

Mijn moeder die heel erg van haar gebakken banaan houdt op Curaçao rekende dankbaar op de import uit Venezuela. Maar het is voorbij. Men probeert met leuzen als ‘kansen voor eigen ondernemers’ het emotionele tij te keren. Dat kan, maar ik heb toch tijd nodig om te rouwen. Het is een groot afscheid na bijna honderd jaar een directe lijn tussen de volken van Curaçao en Venezuela.

‘Revolutionaire Venezolaanse strijders voerden hun strijd met steun uit Curaçao’

Een eeuwenlang contact soms dankzij, maar vooral ondanks, de koloniale verhoudingen tussen de regeringen.  Zoals de revolutionaire Venezolaanse strijders die hun strijd voerden met steun uit Curaçao, die soms ook hierheen uitweken als het te gevaarlijk werd daar in Zuid- Amerika. Of slaven uit Curaçao die, als het lukte om te vluchten, het dorre onvruchtbare eiland moesten verlaten voor hun vrijheid: richting de kust van Venezuela.

Deze week zag ik een lokaal commerciële TV station trots een samenwerking aankondigen met een Venezolaanse TV producent: de zender zal in de toekomst naast de populaire soaps ook hun series uitzenden. Er zijn zelfs plannen om een serie op Curaçao op te laten nemen. De Venezolaanse producent die was overgevlogen, waarschijnlijk via Colombia of Panama wegens nog steeds dichte grenzen, sprak theatraal over broederschap tussen onze twee landen.

Moet ik mij nu troosten met melodramatische soaps uit Venezuela?

De drijvende markt voor de boycot – Foto: Archief

De drijvende markt zoals die er nu uitziet – Foto: Facebook Marlon Reina