Integriteitskamer Sint-Maarten scheidt administratief en strafrechterlijk onderzoek

PHILIPSBURG – Het parlement van Sint-Maarten heeft donderdag de ontwerp-landsverordening Integriteitskamer ontvangen. Goedkeuring is een vereiste voor het verkrijgen van Nederlandse financiële hulp voor de wederopbouw na orkaan Irma.

In het ontwerp is een strikte scheiding aangebracht tussen administratieve en strafrechterlijke onderzoeken, om zo de rechten van burgers te beschermen. Die zijn in het strafrecht al gewaarborgd. Burgers die onder een administratief onderzoek vallen, kunnen een klachtenprocedure gebruiken als ze ontevreden zijn.

Leden
Nederland en Sint-Maarten dragen ieder een lid voor in de driekoppige Integriteitskamer. Het derde lid wordt door deze twee kandidaten in overleg genomineerd. De leden moeten onderzoek doen wanneer er vermoedens van integriteitsschendingen zijn. De Integriteitskamer staat onder supervisie van een Raad van Toezicht.

De regering heeft de term ‘integriteitsschending’ uit de vorige verordening (die de goedkeuring van het Constitutionele Hof niet kreeg) vervangen door het neutralere woord ‘misstand’.

De Integriteitskamer kan zoekingen doen en gegevens en apparatuur in beslag nemen, maar heeft daarvoor wel een schriftelijke machtiging van de Raad van Toezicht nodig.

Staatsveiligheid
De minister van Algemene Zaken kan de integriteitskamer verbieden bepaalde locaties te betreden voor onderzoek, als dit naar de mening van de Ministerraad de staatsveiligheid in gevaar zou kunnen brengen. Het is nog niet bekend wanneer het parlement de verordening behandelt.

Sint-Maarten heeft zich lange tijd verzet tegen de komst van de Integriteitskamer. De vorige premier William Marlin vond dat Sint-Maarten ‘genoeg eigen instituties, regelgeving en middelen in handen heeft, zoals de screening voor ministers’.