‘Nederland heeft bijles koloniaal verleden hard nodig’
Illustratie: Ninsee

Beeld: Ninsee

AMSTERDAM – Het gebrek aan kennis over de zwarte bladzijden van het koloniale verleden van Nederland, leidt tot meer onverdraagzaamheid en racisme in Nederland. Dat vindt een groep Antilliaanse studenten van verschillende opleidingen in het land.

‘Hypocriet’ en ‘wit protectionisme’, noemt de groep Antilliaanse studenten de manier waarop het Nederlands onderwijs aandacht besteedt aan het koloniale tijdperk. De studenten willen uitgebreider en eerlijker onderwijs over dit onderwerp. Zij staan niet alleen: professor Gloria Wekker pleit met de Commissie Diversiteit aan de Universiteit van Amsterdam ook voor veranderingen.

Natasja Gibbs in gesprek met Gloria Wekker, hoogleraar sociale en culturele antropologie

‘Domme’ uitspraken door kennisgebrek
De Antilliaanse studenten hebben er niet veel vertrouwen in dat er zonder tussenkomst van de politiek vanuit het onderwijs zelf meer aandacht komt voor het koloniale verleden van Nederland. “Er wordt in de Nederlandse geschiedenisboeken al heel veel verzwegen en minder erg gemaakt dan dat het was volgens de overleveringen”, vindt de 25-jarige Michantely de Jong uit Rotterdam.

Haar ouders komen van Curaçao en zelf is ze geboren en getogen in Nederland. “Het is dat ik door eigen onderzoek erachter kwam dat bijvoorbeeld de gynaecologie is ontstaan door gruwelijke experimenten op zwarte slavinnen en hun baby’s. Dat soort dingen leer je niet op school. Want als we dit zouden weten dan zouden politici, zoals (oud-premier Jan Peter) Balkenende, het niet in hun hoofd halen om trots te praten over de VOC-mentaliteit. Niemand zou dat pikken of erom lachen.”

De Gouden Koets heeft een illustratie aan de zijkant met het beeltenis genaamd ‘Hulde der Koloniën’

De Gouden Koets heeft een illustratie aan de zijkant genaamd ‘Hulde der Koloniën’

Belangrijk voor identiteit
Ook de 23-jarige Arubaanse Tamar Kelk uit Rotterdam vindt dat meer kennis over het eigen koloniale verleden veel discussies zou kunnen voorkomen en meer begrip zou kunnen opleveren, ook onder Antillianen zelf. “Als Nederlanders meer kennis zouden hebben van wat er allemaal is gebeurd op de koloniën en met de slaven dan zou je minder dingen horen als ‘ga terug naar je eigen land’ of aap-geluiden bij een zwart persoon. En dan zou zelfs de zwarte pieten discussie niet zo lelijk zijn geworden. Antillianen onderling zouden dan ook begrijpen dat we allemaal van slaven afstammen en dat een paar tinten lichter of donker geen donder uitmaakt als we het over geschiedenis hebben.”

Belangrijke taak voor politiek
Gert Oostindie, professor Caribische Geschiedenis en directeur van het Koninklijk Instituut Taal-Land- en Volkenkunde (KITLV), begrijpt de klachten van de studenten. Hij benadrukt ook dat het onderwijs te maken heeft met keuzes. “Er is maar heel weinig ruimte in het onderwijs voor geschiedenis. En dan moet er veel worden behandeld. Het KITLV maakt wel aanvullende lesmateriaal: “maar de keuze is uiteindelijk aan de docent of die er gebruik van wil maken als extra materiaal. De docent wordt op zijn beurt weer geleid door wat er uiteindelijk bij de Cito-toets of een eindexamen wordt verwacht.”

Slaaf op de Gouden Koets - foto: Ninsee

Slaaf op de Gouden Koets – foto: Ninsee

Om die reden ziet Oostindie vooral een taak voor de politiek weggelegd. “De politiek kan bepalen wat leerlingen aan het einde van hun schoolperiode moeten weten over het koloniale verleden.”
Of dat ook gaat gebeuren is de vraag. In het advies dat een onderwijscommissie eerder dit jaar deed is er juist minder plek voor het vak geschiedenis in het lager en middelbaar onderwijs. De bedoeling is dat de Nederlandse geschiedenis terug komt in andere vakken.

Door Natasja Gibbs