Burgers dragen suggesties aan voor de toekomst van het eiland - foto: Janita Monna

Burgers dragen suggesties aan voor de toekomst van het eiland – foto: Janita Monna

KRALENDIJK – Ruim 50 burgers hebben afgelopen weken meegedacht over oplossingen voor problemen waar Bonaire voor staat. In groepen is gesproken over armoede, economie en ‘representativiteit’, thema’s die binnenkort ook op de agenda staan als Bonaire met Nederland moet gaan onderhandelen over het kabinetstandpunt over het rapport Spies.

Maandagavond werden de resultaten gepresenteerd door gedeputeerde van Koninkrijksrelaties Clark Abraham. De zaal is goed gevuld, maar zo vol als het twee weken geleden bij de lancering van het initiatief was, is het niet.

Band met Nederland
De meeste aanwezigen in de zaal zijn ‘blij’ dat de overheid ook van burgers wil weten hoe het verder moet met het eiland. Want na de referendumuitslag van 18 december, en na het kritische evaluatierapport, is duidelijk dat het eiland niet op dezelfde voet verder wil met Nederland.

‘De samenwerking tussen Bonaire en de Rijksoverheid moet meer gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid’, werd naar voren gebracht tijdens de groepsdiscussies.

Ideeën die zijn aangedragen variëren verder van meer algemene opmerkingen als ‘verbeter de leefomstandigheden van kansarmen’ tot concrete suggesties voor onderwijsverbeteringen: er zouden ‘meer lokale docenten’ nodig zijn, en er zou een ‘verplichte cursus hoe werkt het in het onderwijs voor ouders’ ingevoerd moeten worden. Om de economie van het eiland te versterken zou Bonaire zich kunnen gaan profileren als ‘wellness bestemming’, ook een uitbreiding van transportmogelijkheden zou wenselijk zijn, zowel over zee als via de lucht.

Wetten
“Maar kunnen er Nederlandse wetten afgeschaft worden?” vraagt een vrouw als na de presentatie van de uitkomsten verder wordt gediscussieerd. “Nee”, antwoordt Abraham, “dat kan niet zomaar. Als hier wordt gesuggereerd om het belastingstelsel te veranderen, kan ik niet toezeggen dat dat gaat gebeuren.” Hij benadrukt: “Over alles moet met Nederland onderhandeld worden. Maar, als het kabinetsstandpunt straks niet reflecteert wat wij naar voren brengen, dan gaan we niet akkoord.”

Gedeputeerde Clark Abraham en een van de deelneemsters - foto: Janita Monna

Gedeputeerde Clark Abraham en een van de deelneemsters – foto: Janita Monna

Het document ligt 15 maart voor het eerst in Den Haag op tafel. “Dan praten we met een ambtenaar”, zegt bestuurder Abraham, om de ongelijkheid tussen Nederland en Bonaire te benadrukken. Een vrouw uit het publiek stelt voor: “We gaan mee naar Den Haag als jullie dit rapport aanbieden. Dit is onze stem, de stem van het volk.” Deelnemer Suzanne Thodé: “Wees zeker. Verdedig dit rapport! Houd in gedachten dat er generaties verloren gaan als er geen veranderingen komen.”

Abraham is tevreden over de inspraak van de burgers. Kritiek dat er weinig jongeren aan de discussie hebben meegedaan, trekt hij zich niet te zeer aan. En hoewel hij mooie suggesties tussen uitkomsten ziet, vindt hij ook: het proces is minstens zo belangrijk geweest als het resultaat.

Mythe
Opvallende afwezigen deze avond zijn de overige twee gedeputeerden en de leden van de Eilandsraad. Terwijl het volgens de mensen in de zaal juist van groot belang is dat ‘oppositie en coalitie samenwerken in dit traject’. Deelnemers verwachten openheid van het bestuur over de uitkomsten van de gesprekken met Nederland, zo zegt José Antonio Capella. “We hebben lang geleefd met de mythe dat we het zelf niet konden, en anderen nodig hadden.” Deze ‘medezeggenschap’ kan daar verandering in brengen. Abraham ziet de burgerinspraak ‘als een begin’. “Dit is een model waarop we verder kunnen bouwen.”

Door Janita Monna