Petiél kapt van 's morgen vroeg tot 's avonds laat planten en struiken (foto Elisa Koek)

Petiél kapt kapt van ‘s morgen vroeg tot ‘s avonds laat planten en struiken – foto: Elisa Koek)

WILLEMSTAD – “Moet het in het Spaans? Ik wil niet dat mensen denken dat ik geen Papiaments spreek”, vraagt Alfredo Limongi. Hij wordt geïnterviewd over de positie van migranten op Curaçao. Het laatste dat hij wil is dat de overheid denkt dat hij zijn best niet doet.

Uit een onderzoek van Maartje Groot in opdracht van het ministerie van Sociale ontwikkeling, Arbeid en Welzijn blijkt dat legale migranten harde werkers zijn en hun best doen geaccepteerd te worden. Helaas ontbreekt het vaak aan respect voor deze mensen. Het onderzoek werd gedaan onder migranten uit Colombia, Venezuela, Haïti, Jamaica en de Dominicaanse Republiek.

 

Limongi komt uit Venezuela, heeft een opleiding gedaan en nu een goed betaalde baan op het eiland. Dit geldt niet voor alle regionale migranten. Velen werken bijvoorbeeld als schoonmaker in huizen of in tuinen of supermarkten. De migranten zoeken een beter leven en komen hier veelal om te werken.

Meer dan tien uur in de zon
Midden in de mondi in Santa Maria staat de Haïtiaanse Petiél. Zijn achternaam vertelt hij liever niet, want hij wil zijn werkgever niet in problemen brengen. Hij woont ongeveer vijf jaar op Curaçao en is blij met zijn leven. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat kapt hij met een mes planten en struiken. Een paar kilometer verderop woont Etíf. Ook hij is tuinder en komt uit Haïti. Hij heeft met zijn op Curaçao verdiende geld een huisje gekocht. Dat hij soms meer dan tien uur zwetend struiken staat te kappen, neemt hij voor lief. Voelt hij zich uitgebuit? Nee. “Ik eet goed, slaap goed en leef goed. Daar moet je hard voor werken en dat kan hier. Het leven op Curaçao is dushi.”

Niet geaccepteerd
Veel regionale migranten zijn zich niet bewust van hun rechten. Volgens Julieta Carvajal uit Colombia zijn de meesten al lang blij dat ze op Curaçao mogen wonen. Carvajal startte dertien jaar geleden Fundashon Lazos di Integracion Cultural (Stichting culturele integratie) om regionale migranten te helpen op Curaçao. “Ik verbaas me hoe slecht migranten worden behandeld. Uit angst hun baan te verliezen, accepteren zij alles en de meesten kennen hun rechten niet.” Carvajal zelf woont meer dan zestien jaar op Curaçao, maar voelt zich niet geaccepteerd. “Zodra iemand mijn Spaanse accent hoort, word ik anders behandeld. Ik voel me vaak niet serieus genomen.”

Meer respect voor migranten
Uit het onderzoek van Groot blijkt dat de meeste migranten positief zijn over de migratie naar Curaçao, ondanks de zorgwekkende omstandigheden. “Moderne slavernij, uitbuiting, seksueel misbruik en overschrijding van arbeidstijden zijn niet ongewoon”, vertelt Groot. “Men weet dat er angst heerst onder migranten en zij niet naar de rechter te stappen, omdat er vaak geen afspraken op papier staan. Toch zijn de meeste migranten blij dat ze hier mogen wonen en werken. Er wordt wel gesproken over discriminatie, maar dat is zeker niet de boventoon in de interviews.”

De cijfers van de Census 2011 bevestigen dat de migranten graag hard werken. Slechts 2.1 procent van de migranten uit bovengenoemde landen maakt gebruik van sociale voorzieningen. “Ook al werken ze, betalen ze belasting en vertonen ze geen crimineel gedrag. De tolerantie van de medemens is helaas niet bij iedereen even groot. Dit is jammer, want Curaçao heeft alle mensen die een bijdrage leveren aan de sociale en economische ontwikkeling hard nodig”, zegt Groot.

Door Elisa Koek