Selwyn de Wind Foto: Web

Selwyn de Wind Foto: Web

WILLEMSTAD – Grote kansen en veel mogelijkheden biedt Curaçao jonge filmmakers niet. Toch sloeg de 32-jarige Selwyn de Wind verschillende kansen in Nederland af om op Curaçao de uitdaging aan te gaan.

Waarom? Gewoon omdat hij een jongen uit Marie Pampoen is. Selwyn is een uitzondering op de regel. De meeste Curaçaose filmmakers zoeken hun heil liever in het buitenland waar de mogelijkheden en de ondersteuning van filmkunst in de vorm van bijvoorbeeld subsidies wel aanwezig zijn.

Creatief lef hebben
Met weinig iets ‘cools’ maken is volgens Selwyn vooral voor beginnende Curaçaose filmmakers een drempel. “Op Curaçao heb je weinig wat betreft techniek, kennis en subsidies, maar dat moet eigenlijk niets uitmaken. Als creatieveling moet je gewoon lef hebben en brutaal zijn. Heb je niet die ‘fancy’ camera, nou dan doe je het toch gewoon lekker op z’n old school of verzin je een nieuwe stijl? Dat is juist de uitdaging. Alles draait om lef.”

Rauw en kleurrijk
Selwyn gaf zijn carrière een boost als stagiair bij de bekende Nederlandse filmmaatschappij Habbekrats. Hij viel in de smaak en al gauw maakte hij videoclips voor bekende Nederlandse rappers zoals ‘The Opposites’, ‘Fresku’ en ‘Yellow Claw’. Selwyn gaat zo lekker dat hij recentelijk zelfs werd gevraagd om mee te werken aan de Nederlandse TV-film ‘Mi Kulpa’ van regisseur Shariff Korver.

Selwyn’s signatuur is duidelijk te herkennen aan zijn werk: rauw, kleurrijk en puur, eigenlijk net zoals zijn wijk Marie Pampoen. De beelden van bijvoorbeeld de hits ‘Krokobil’, ‘Hey DJ’ en ‘Cirkels’ zijn van zijn hand.

De videoclip van het nummer ‘Hey DJ’:

“Ik hou van simpel zonder al te veel toeters en bellen. Eigenlijk is die stijl uit nood geboren, omdat ik op Curaçao niet over de meest geavanceerde techniek en settings beschik. Maar dat is volgens mij juist de kunst; met weinig iets pakkends maken.”

De videoclip van het nummer ‘Cirkels’:

Curaçao ideale filmlocatie
In april gaven de Amerikaanse gebroeders Safdie een workshop op het eiland in het kader van het Curaçao International Filmfestival. Ben Safdie concludeerde na afloop dat er inderdaad niet veel hulpbronnen zijn op Curaçao om film te maken. Maar dat er wel veel mooie plekken en mensen zijn. Volgens de onafhankelijke filmmaker uit New York ‘is dat voldoende.’

Mediafonds toch wel nodig
Selwyn deelt de mening van de gebroeders Safdie, maar erkent ook een keerzijde van het hele verhaal. “Wij filmmakers moeten ook eten en een gezin onderhouden. Daarvoor moet ik veel commerciële opdrachten doen en blijft er weinig tijd over voor creatieve projecten.”

“Een mediafonds op het eiland zou net even de extra brandstof kunnen geven om kennis over te dragen en inspirerende creaties te maken die bijdragen aan onze culturele ontwikkeling.” Bovendien zou het volgens Selwyn perspectief kunnen bieden aan het “enorme acteertalent dat we op Curaçao hebben. Dat talent kan pas uit de verf komen met goede regisseurs die lef hebben.”

Door: Natasja Gibbs