Wassila Hachchi tijdens een commissievergadering, foto: Jamila Baaziz

Wassila Hachchi tijdens een commissievergadering, foto: Jamila Baaziz

DEN HAAG – “De bevolking van Sint Maarten moet zelf afdwingen dat er goed bestuur is.” Wassila Hachchi, Tweede Kamerlid voor D66, gunt de landen van het Koninkrijk veel vrijheid. Ze vindt dat Nederland daarbij vooral moet helpen door de bevolking te steunen door samenwerking en kennis te delen. “Het helpt niet als de SP, VVD of PVV roept dat er integriteit moet zijn. De bevolking moet zeggen: ‘Dit willen we niet meer’.”

Wassila Hachchi over ontwikkelingen Koninkrijk (bijdrage: Jamila Baaziz)

In de Tweede Kamer stelt een aantal partijen (VVD, SP en PVV) de laatste maanden veel en luidkeels vraagtekens bij de integriteit van het bestuur op Sint Maarten en Curaçao. Vanuit de gedachte dat ieder land zelf verantwoordelijkheid moet dragen, is Hachchi terughoudend om de landen aan te spreken op integriteit. “Niet alle partijen in de Kamer denken er zo over.”

Toch is ook Hachchi duidelijk: “Goed bestuur is voor iedereen belangrijk. Ik denk en hoop dat iedereen dat vindt.” Nederland kan daaraan een steentje bijdragen door ‘te zorgen voor goed onderwijs, kennis te delen over burgerparticipatie en te delen hoe verkiezingen bijvoorbeeld moeten verlopen’. “Hele praktische dingen waardoor de verantwoordelijkheid op Sint Maarten meer wordt opgepakt.”

Verantwoordelijkheid
“Ieder land in het Koninkrijk heeft een eigen verantwoordelijkheid. Maar je moet niet zelf het wiel willen uitvinden als je de handen ineen kunt slaan en elkaars krachten kunt bundelen” aldus Hachchi. Samenwerking kan volgens haar leiden tot een beter toekomstperspectief. “De realiteit is dat er één Koninkrijk is. Ik zie op verschillende terreinen kansen om te komen tot vooruitgang en ontwikkeling van de bevolkingen van alle landen”, aldus Hachchi.

Die roep om meer samenwerking in het Koninkrijk wordt steeds groter, ziet ook Hachchi. “Curaçao en Sint Maarten zijn als jonge landen eerst vooral met zichzelf bezig geweest, maar beginnen nu ook om zich heen te kijken om te zien waar kansen liggen om samen op te trekken met de broeders in het Koninkrijk. Dat is een proces.” Zelf vindt ze het waardevol om een paar keer per jaar contact te hebben met de collega parlementariërs in het Koninkrijk: “Dan hoor je wat je voor elkaar kunt betekenen. En kun je van elkaar leren.”

BES
Hachchi erkent dat het – als lid van de commissie Koninkrijksrelaties – sinds 10-10-’10 ingewikkelder is geworden de beleidsontwikkelingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te volgen. Die zijn nu immers ondergebracht bij alle betrokken Nederlandse ministeries. Hachchi: “De leden van de commissie kennen de eilanden beter dan de andere Kamerleden. Voor mij zou het makkelijker zijn te spreken over alle onderwerpen die spelen op de BES-eilanden en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Maar het gaat erom dat problemen worden opgelost en zaken worden aangekaart. Dus daar moet je dan iets meer werk van maken.”

Toekomst
Als de landen in de toekomst onafhankelijk willen worden steunt Hachchi dat van harte. “De stap naar onafhankelijkheid is een proces. De bevolking van de eilanden gaat daar zelf over. Als zaken als onderwijs, economie en toekomstperspectief goed geregeld zijn, kan ik me goed voorstellen dat die wens er ooit is. Misschien ontwikkelen de eilanden zich zelfs wel verder dan het Europese deel van het Koninkrijk. Of blijven we altijd een Koninkrijk.”

Tot het duidelijk is wat de toekomst brengt wil Hachchi blijven zorgen voor ‘welvaart en welzijn van alle bevolkingen’: “Hoe meer mensen zich verantwoordelijk en betrokken voelen bij de ontwikkeling van alle delen van het Koninkrijk, hoe meer succes we kunnen boeken.”

door: Jamila Baaziz