Foto: José Manuel Dias

WILLEMSTAD – “We kunnen nergens anders naartoe, we zijn net zwervers.” Dit zijn de woorden van Frank Abbott, terwijl hij het opvangkamp van de Refineria Isla op Curaçao verlaat. Hij is één van de velen uit Sint-Maarten die op kosten van het Curaçaose ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) daar verbleef.

Abbott is een Curaçaoënaar maar woont al 48 jaar op Sint-Maarten. Orkaan Irma verwoestte zijn huis volledig en voorlopig wil hij niet terug. Hij voelt zich reddeloos. “Als ik op Curaçao blijf, zal ik in een bejaardentehuis moeten”, vreest hij.

Tekst gaat verder na de video


Gestrande Sint-Maartenaren op Curaçao – Door José Manuel Dias

Kamp gesloten
De afspraak was dat de voor de orkaan gevluchte Sint-Maartenaren tot 15 oktober mochten blijven, met de mogelijkheid voor verlenging tot eind oktober. Maar de periode van noodhulp aan Sint-Maarten is voorbij en de SOAW heeft besloten het kamp te sluiten vóór de toegezegde datum.

De bewoners van het opvangkamp mochten kiezen tussen terugkeren naar Sint-Maarten, waarbij zij zelf hun vliegticket moeten betalen, of bij familie verblijven op Curaçao.

Ticketprijs
Rosemary Williams heeft twee kinderen in Nederland en gaat liever naar hen toe. “Ik hoopte dat de overheid tenminste voor een ticket zou zorgen.” De familie die zij op Sint-Maarten heeft, kan haar niet helpen, want ook zij hebben hun huis verloren.

De coördinator van het Calamiteiten Team Curaçao, Lesley Fer, benadrukt dat de Curaçaose overheid zich op geen moment heeft gebonden om terugkeertickets te betalen. “Het enige wat Curaçao aanbood als hulp, was verblijf en tijdelijke zorg in in het opvangkamp van de Refineria Isla”, legt Fer uit.

Koninkrijksverantwoordelijkheid
Roy Benders vindt dat in gevallen als deze geen onderscheid moet worden gemaakt van waar je je in het Koninkrijk bevindt. “In mijn paspoort staat ‘Koninkrijk der Nederlanden’ en als zodanig moet het koninkrijk verantwoordelijk blijven voor haar burgers”, stelt Benders met klem.

Toen de SOAW het opvangkamp sloot, zaten daar nog zo’n 26 mensen in. Volgens SOAW-minister Hensley Koeiman kozen van dit aantal slechts twee personen ervoor om terug te keren naar Sint-Maarten. “Meer dan de helft is naar andere bestemmingen afgereisd, zoals bijvoorbeeld Nederland, terwijl de rest op Curaçao is gebleven”, zegt Koeiman.

Gedurende de maand waarin de Refineria Isla het opvangkamp beschikbaar stelde, hebben ongeveer 214 burgers uit Sint-Maarten tijdelijke opvang gekregen op Curaçao. Sommigen bleven maar een paar dagen, terwijl anderen ervoor kozen langer te blijven. De kosten per persoon voor verblijf en voedsel bedragen 150 gulden per dag.